34
van deze verzekering, 2.000.per jaar bedragende, te hoog
werden geacht.
Wij hebben thans een belangrijk goedkoopere aanbieding
ontvangen, waarbij het verzekerd bedrag weliswaar is beperkt
tot ƒ200.000.—, maar die toch voldoende dekking biedt.
Het betreft n.l. een premier-risqne verzekering, zoodat tot
genoemd bedrag van ƒ200.000.de aanwezige voorwerpen,
ter waarde van circa ƒ2.000.000.tegen alle schaden met
uitsluiting van schade door brand, bliksem en explosie, welke
risico's reeds door de brandpolis zijn gedekt, kuonen worden
verzekerd. De premie bedraagt ƒ650.per jaar.
Hu het bezwaar van de hooge kosten derhalve is wegge
nomen, bestaat er naar het eenstemmig oordeel van ons
College, aanleiding om, met gebruikmaking van deze offerte,
thans een verzekering als bedoeld aan te gaan.
Wij geven U mitsdien in overweging door vaststelling
van den hierbij overgelegden begrootingsstaat, model D,
dienst 1931, ons in staat te stellen, de in het Stedelijk
Museum „de Lakenhal" aanwezige of nog te plaatsen schil
derijen en andere voorwerpen van waarde op premier-risque-
voorwaarden voor een bedrag van ƒ200.000.tegen alle
schaden met uitsluiting van schade door brand, bliksem en
explosie, te verzekeren tegen een premie van 650.
per jaar.
Op den post voor „Onvoorziene uitgaven", waarvan het
bedrag van 650.moet worden afgeschreven, is nog
ƒ58.350.beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 53. Leiden, 19 Februari 1931.
Bij hare in de Leeskamer ter inzage gelegde brieven ver
zoekt de Commissie tot wering van schoolverzuim over te
gaan tot instelling van een tweede Oommissie. Zij wijst er
op, dat ondanks de sinds 1 Januari 1922 verscherpte pro
cedure het ongeoorloofd schoolverzuim de laatste jaren nog
steeds is toegenomen. Van 842 gevallen in 1923 steeg het
ongeoorloofd verzuim tot 1228 gevallen in 1929.
Terecht merkt de Commissie op, dat bij dit ontstellend
groot aantal verzuimen het niet mogelijk is de gevallen zoo
rustig en grondig te behandelen als naar hare meening
gewenscht is.
Met de Commissie zijn wij dan ook van gevoelen, dat
instelling van een tweede Commissie noodig is. Wordt daartoe
overgegaan, dan moet, krachtens het bepaalde bij artikel
21 der Leerplichtwet, elke Commissie voor een bepaald deel
der gemeente worden aangewezen. In verband hiermede geeft
de Commissie in overweging de gemeente voor de werk
zaamheden van de twee Commission in twee deelen te ver-
deelen, zóó, dat de scheidingslijn loopt midden door den
Bijnsburgerweg, den Stationsweg, de Steenstraat, de Blauw-
poortsbrug, de Turfmarkt, de Caeciliastraat, de Lange Mare,
de Haarlemmerstraat, de Haven, den Zijlsingel en den Hooge
Rijndijk.
Uit een door de Commissie samengesteld overzicht blijkt,
dat bij deze verdeeling elke Commissie een ongeveer gelijk
aantal gevallen ter behandeling zal krijgen.
Aangezien de bovenaangegeven scheidingslijn in hoofdzaak
loopt van het Westen naar het Oosten, zou het meest
Noordelijk deel kunnen worden toegewezen aan de eene
Commissie, die dan kan worden aangeduid als „Noorder-
Commissie tot wering van schoolverzuim en het meest
Zuidelijk deel aan de andere Commissie, die „Zuider-Com-
missie tot wering van schoolverzuim" kan heeten. In overleg
met de bestaande Commissie zouden wij het meest Zuidelijke
deel aan haar en het meest Noordelijke deel aan de nieuwe
Commissie wenschen te zien toegewezen.
Met de opvatting van de Commissie, dat elk van beide
Commissiën uit 7 leden kan bestaan (de tegenwoordige telt
9 leden) en dat het gewenscht is eenige leden van de bestaand©
Commissie zitting te doen nemen in de nieuwe Commissie,
kunnen wij ons geheel vereenigen. Wij merken nog op, dat
in verband met de wettelijke regeling van de aftreding der
leden, de bestaande Commissie moet worden ontbonden,
waarna de tegenwoordige leden, opnieuw, hetzij in de eene,
hetzij in de andere Commissie, kunnen worden benoemd.
Voor die herbenoeming achten wij een aanbeveling van twee
benoembaren niet noodig. Voor de bezetting van de overige
vijf plaatsen bieden wij U de na te noemen dubbeltallen aan.
Kan Uwe Vergadering zich met het vorenstaande ver
eenigen, dan dient de Verordening houdende vaststelling van
het Huishoudelijk Reglement voor de Commissie tot wering
van schoolverzuim te worden gewijzigd. Aangezien ons echter
is gebleken, dat die verordening verschillende bepalingen
bevat, welke öf overbodig öf verouderd zijn, schijnt het ons
beter een geheel nieuw Huishoudelijk Reglement vast te
stellen. De bepalingen van de concept-verordening, welke
wij hierbij ter vaststelling aanbieden, vereischen o. i. geen
nadere toelichting.
Onder mededeeling, dat de meerdere kosten welke het
gevolg zullen zijn van de instelling van een tweede Commissie,
op ongeveer 1025.per jaar worden geraamd en met ver
wijzing naar de mede ter inzage gelegde adviezen van don
Inspecteur van het lager onderwijs in deze inspectie en van
de Commissie voor het Onderwijs, geven wij U in over
weging:
a. de Commissie tot wering van schoolverzuim te ont
binden en in de plaats van die Commissie twee nieuwe
Commissiën tot wering van schoolverzuim in te stellen;
b. te bepalen, dat de sub a genoemde Commissiën zullen
worden aangeduid: de eene Commissie als „Zuider-Commissie
tot wering van schoolverzuim" en de andere Commissie
als „Noorder-Commissie tot wering van schoolverzuim" en
dat elk van beide Commissiën zal bestaan uit zeven leden;
c. de gemeente voor de werkzaamheden van de Com-
misiën tot wering van schoolverzuim in twee deelen te ver-
deelen, zóó, dat de scheidingslijn loopt midden door den
Rijnsburger weg, den Stationsweg, de Steenstraat, de Blauw-
poortsbrug, de Turfmarkt, de Caeciliastraat, de Lange
Mare, de Haarlemmerstraat, de Haven, den Zijlsingel en den
Hooge Rijndijk en te bepalen, dat de Zuider-Commissie
tot wering van schoolverzuim wordt aangewezen voor het
meest Zuidelijke deel en de Noorder-Commissie tot wering
van schoolverzuim voor het meest Noordelijke deel;
d. onder intrekking van het Huishoudelijk Reglement
voor de Commissie tot wering van schoolverzuim (Gem.
blad No. 48 van 1922) vast te stellen het navolgende
HUISHOUDELIJK REGLEMENT
voor de Commissiën tot wering van schoolverzuim te Leiden.
Artikel 1.
De vergaderingen der Commissiën worden gehouden in door
Burgemeester en Wethouders aan te wijzen lokalen.
De gewone vergaderingen worden gehouden op den eersten
en den derden Dinsdag van iedere maand en vangen aan
des avonds te half negen uren precies.
Voor buitengewone vergaderingen worden de leden schrif
telijk opgeroepen en wel, spoedeischende gevallen uitgezonderd,
ten minste 2 x 24 uren te voren.
De leden, die op eene vergadering niet kunnen verschijnen,
zullen dit, zoo mogelijk, vooraf aan den Secretaris hunner
Commissie berichten.
Art. 2.
Bij het ontstaan van eene vacature in eene Commissie
geeft de Secretaris dier Commissie daarvan onmiddellijk
kennis aan Burgemeester en Wethouders.
Art. 3.
Ter vervanging van den Voorzitter en den Secretaris bij
ontstentenis of verhindering benoemt iedere Commissie uit
haar midden een Vice-Voorzitter en een 2en Secretaris.
Voorzitter en Vice-Voorzitter, Secretaris en 2e Secretaris
van iedere Commissie treden telken jare af in de eerste ver
gadering der maand Maart.
Art. 4.
Een Commissie kan alleen dan geldige besluiten nemeD,
wanneer ten minste vier leden tegenwoordig zijn.
Art. 5.
De besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid
van stemmen der aanwezige leden; over zaken wordt monde
ling, over personen schriftelijk gestemd bij besloten en
ongeteekende briefjes.
Staken de stemmen, dan beslist bij een mondelinge stem
ming de door den Voorzitter uitgebrachte stem.
Wanneer bij een stemming over personen niemand bij
eerste stemming de volstrekte meerderheid verkrijgt, wordt
de tweede stemming bepaald tot de twee of meer personen,
die de meeste stemmen verkregen hebben.
Hij, die bij de herstemming het grootste aantal stemmen
verkrijgt, is gekozen. Staken in dat geval de stemmen, dan
beslist het lot.
Art. 6.
Alle bij eene Commissie inkomende stukken worden door
den Secretaris dier Commissie, in de orde waarin zij inkomen,
van een volgnummer voorzien. Hij schrijft dat nummer en