GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 33 INGEKOIHEN STUKKEN. N°. 48. Leiden, 18 Februari 1931. Bij Uw besluit van 1 December j.l. werden wij gemach tigd tot het sluiten van kasgeldleeningen, gedurende de maand December 1930 en het le kwartaal 1931, tot een maximaal bedrag van 1.000.000. Op het oogenblik bedraagt de aan kasgeld opgenomen som ƒ500.000.welk bedrag op 1 Mei a.s. moet worden afgelost. Vermits de aflossing van genoemd bedrag waar schijnlijk niet uit de gewone middelen zal kunnen geschieden, zal hiervoor vermoedelijk eene nieuwe kasgeldleening moeten worden aangegaan. Met het oog op de verder gedurende het 2e kwartaal 1931 aan de gemeentekas te stellen eischen voor de betaling van aannemingstermijnen van buitengewone werken en andere groote uitgaven is het voorts gewenscht, dat ons College eenige ruimte behoude, om, zoo noodig, ook in nieuwe kasbehoeften te kunnen voorzien. Buiten beschouwing latende de som van ƒ70 000.tot welk bedrag, ingevolge de krachtens Raadsbesluit van 29 Juni 1925 met de Bank voor Nederlaridsche Gemeenten aangegane rekeningcourant-overeenkomst, het debet-saldo der gemeente bij die bank kan stijgen, zonder dat vooraf de goedkeuring van Gedeputeerde Staten noodig is, zouden wij daarom het maximaal bedrag, dat in het 2e kwartaal 1931 de kasschuld zal mogen beloopen, ook thans weder willen zien vastgesteld op ƒ1.000.000. Wij geven U mitsdien in overweging ons College te mach tigen gedurende het 2e kwartaal 1931 over te gaan tot het sluiten van kasgeldleeningen tot zoodanig bedrag, dat op geen enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld de som van 1.000.00Ö.te boven gaat en onder de voorwaarden als door ons College zullen worden bepaald. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 49. Leiden, 19 Februari 1931. De vereeniging tot Verbetering van het Lot der Blinden heeft, met goedvinden van de vereenigingen Schoolkinder voeding en -kleeding en Armenzorg, eenige der aan die instellingen verhuurde lokalen van het perceel Pieterskerk- gracht No. 11 kosteloos in gebruik als werkplaats voor de blinden. Wegens toeneming van het aantal te werk gestelden bieden deze vertrekken te weinig ruimte, terwijl zij ook overigens, met het oog op de ligging, voor het beoogde doel niet geschikt zijn. In verband hiermede verzoekt de vereeniging om haar de drie op den beganen grond naast elkander, en rechts van den hoofdingang, gelegen lokalen van het voormalig schoolgebouw aan de Pieterskerkgracht No. 9 als werkinrich ting voor de blinden in gebruik te geven. Van deze lokalen, welke voor het beoogde doel zeer geschikt zijn, is echter een tweetal verhuurd en wel krachtens raadsbesluiten van 9 December 1927 (Ingek. Stukken No. 259) en van 25 Maart 1929 (Ingek. Stukken No. 39) onderschei denlijk aan de stichting „het Leger des Heils" en aan het Christelijk Muziekgezelschap „Polyhymnia", elk tegen ƒ50. per jaar. Inwilliging van het verzoek brengt derhalve mede, dat deze tot wederopzeggens aangegane verhuringen worden be ëindigd, waartegen, gelet op de groote belangen van een behoorlijke huisvesting van de blinden, in casu geen bezwaar kan worden gemaakt. De huurprijs ware, evenals ten aanzien van andere in stellingen en vereenigingen, die op maatschappelijk gebied werkzaam zijn, op een gering bedrag te stellen; o. i. kan in dit geval met een bedrag van 10.— per jaar genoegen worden genomen» In overeenstemming met de Commissie van Fabricage en onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot 1 Januari 1941, aan de vereeniging tot Verbetering van het Lot der Blinden tegen den prijs van 10.— per jaar te verhuren drie door ons College aan te wijzen lokalen van het voormalig school gebouw aan de Pieterskerkgracht No. 9, en verder onder de ter visie liggende voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 50. Leiden, 19 Februari 1931. In Uwe Vergadering van 2 April 1928 (Ingek. Stukken No. 66) werd besloten tot den verkoop aan H. Brandt van een strookje grond, groot 2 M8, gelegen aan het einde van de Zwijnshoornsteeg, voor den prijs van 10.per Ma. De heer Brandt heeft onlangs den eigendom verkregen van de laatste twee perceelen, die aan deze steeg gelegen zijn, en wil deze verheelen met het mede aan hem toebe- hoorende perceel aan de Oude Varkenmarkt, kadastraal be kend Sectie F, No. 1196. Ter afronding van zijn eigendommen ter plaatse, verzoekt de heer Brandt thans van de gemeente te mogen koopen het op de overgelegde kaart met roode kleur aangegeven gedeelte van de Zwijnshoornsteeg, groot 15 M2, evenals ten vorigen male tegen den prijs van 10.per M2. Tegen inwilliging van dit verzoek bestaat noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College bezwaar, mits tusschen den te verkoopen grond en de overblijvende steeg door den kooper een afscheiding wordt gemaakt ten genoegen van ons College. De heer Brandt kan zich hiermede vereenigen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging: a. te verklaren, dat het stukje grond, op de overgelegde kaart met roode kleur aangegeven, groot 15 M2, gelegen aan het einde van de Zwijnshoornsteeg, niet meer voor den openbaren dienst is bestemd; b. aan H. Brandt, expediteur, te Leiden, behoudens rechten van derden, te verkoopen het sub a genoemde gedeelte van de Zwijnshoornsteeg, voor den prijs van 10.per M2 en onder voorwaarde, dat door en op kosten van den kooper tusschen den te verkoopen grond en de overblijvende steeg een afscheiding wordt geplaatst ten genoegen van ons College. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 51. Leiden, 19 Februari 1931. De heer J. Butot, te Noordwijkerhout, verzoekt ons van de gemeente te mogen koopen een gedeelte berm met halve sloot langs den Haarlemmertrekvaartweg, kadastraal bekend gemeente Noordwijkerhout, Sectie B, No. 1477 (ged.), op de bijgevoegde kaart in rood aangegeven. Tegen den verkoop van bedoeld gedeelte berm c. a. bestaat noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College bezwaar, op grond van ons reeds vroeger uitgesproken ge voelen (zie o. a. laatstelijk Ingek. Stukken No. 212 van 1930), dat de gemeente bij het behoud van stukken berm, zoo ver buiten het grondgebied van de gemeente gelegen, geen be lang heeft. Ook thans kan de prijs voor den berm worden gesteld op ƒ1.per M2, verhoogd met 0.09 per M2 voor het hakhout en 0.10 per M2 als vergoeding voor het rooien van de stoven, overeenkomstig het raadsbesluit van 5 Juli 1920 (Ingek. Stukken No. 219). Met dezen totaalprijs voor den berm van 1.19 per M2 gaat adressant accoord Voor de halve sloot is verzoeker bereid een koopprijs van 0.20 per M2 te be Dalen, met welken prijs eveneens genoegen kan worden genomen. In overeenstemming met het advies der Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overwe ging te besluiten tot den verkoop aan J. Butot, te Noord wijkerhout, van een gedeelte berm, groot 340 M2, met daarbij behoorende halve sloot, groot 59 M2, langs den Haarlemmertrekvaartweg, gerekend vanaf 2.50 Meter uit de as van de wegverharding en met uitzondering van een driehoekig gedeelte bij de Mallegatsbrug, een en ander zooals op de overgelegde kaart in rood is aangegeven, deel uit makende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Noord wijkerhout, Sectie B, n°. 1477, zulks tegen den prijs van ƒ1.19 per M2 voor den grond en van 0.20 per M2 voor de halve sloot. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 52. Leiden, 19 Februari 1931. In Uwe Vergadering van 16 Juni 1930 werd een voorstel van ons College (Ingek. Stukken No. 110), om de in het Stedelijk Museum „de Lakenhal" aanwezige schilderijen en andere voorwerpen van waarde tegen een bedrag van ƒ2.000.000.op „all-risks" voorwaarden (exclusief brand) te verzekeren, verworpen, voornamelijk omdat de kosten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 1