Artikel IV. Aan artikel 20bis wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende „Het is den bestuurders van voertuigen verboden deze te plaatsen of te laten staan in de Koombrugsteeg, de Lange Koppenhinksteeg en de Korte Koppenhinksteeg". Artikel V. In artikel 24 wordt de punt achter Hoogstraat vervan gen door een puntkomma en aan dit artikel wordt toege voegd „7. de Lange Koppenhinksteeg in de richting naar de Kaasmarkt 8. de Korte Koppenhinksteeg in de richting naar de Hooigracht 9. de Middelweg in de richting naar de Nieuwstraat". In artikel 24bis wordt de punt achter Kloksteeg vervan gen door een puntkomma en aan dit artikel wordt toege voegd „9. de weg onder de Zijlpoort in de richting naar de Haven 10. de weg ten Noorden van de Zijlpoort in de richting naar den Lagen Rijndijk; 11. de Gansoordbrug in beide richtingen van 6 uur v.m. tot 11 uur n.m." Artikel VII. In artikel 26 wordt de punt achter Beestenmarkt ver vangen door een puntkomma en aan dit artikel wordt toe gevoegd „15. de Leuvenstraat tusschen de Staal wijkstraat en de Schelpenkade in de richting naar de Schelpenkade; 16. de Havenkade tusschen de Kalvermarkt en de Minne broersgracht in de richting naar de Minnebroersgracht". Artikel XIII. Artikel 2(ibis wordt gelezen als volgt: „Voor het berijden met alle motorrijtuigen wordt, in het belang van de vrijheid en veiligheid van het verkeer daar over, gedurende den voor het houden van de kaasmarkt vastgestelden tijd gesloten verklaard de Kaasmarkt in de richting naar den Middelweg". Artikel IX. Aan artikel 32 wordt toegevoegd een nieuw tweede lid, luidende: „Het is den bestuurders van motorrijtuigen op meer dan twee wielen verboden deze te plaatsen of te laten staan in de Koombrugsteeg, de Lange Koppenhinksteeg en de Korte Koppenhinksteeg". De Commissie voor de Strafverordeningen, A. v. D. Sande Bakhuizen, Voorzitter. J. Bool, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 38. Leiden, 5 Februari 1931. Het Bestuur van de Christelijke Kweekschool, alhier, heeft verzocht van de gemeente een terrein te mogen koopen voor den bouw van een bijzondere kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. De onderhandelingen met adressant hebben er toe geleid, dat overeenstemming werd verkregen omtrent den verkoop van het op de overgelegde kaart met roode arceering aan gegeven gedeelte grond, groot 1700 M2, gelegen nabij den Rijnsburgerweg, voor den prijs van 13.per M2. Ook met de aan den verkoop te verbinden, gebruikelijke, voorwaarden kan het schoolbestuur zich vereenigen. In overeenstemming met het advies der Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging aan de Vereeniging tot stichting en instandhouding van eene Christelijke Kweekschool tot opleiding van onder wijzers en onderwijzeressen voor scholen met den Bijbel, gevestigd te Leiden, te verkoopen het gedeelte grond, ge legen nabij den Rijnsburgerweg, groot 1700 M2, op de overgelegde kaart met roode arceering aangegeven, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P, no. 1556, zulks voor den prijs van ƒ13. per M2. en onder de volgende voorwaarden: 1°. de verkoop van den grond geschiedt ten behoeve van den bouw van een bijzondere kweekschool voor onderwij zers en onderwijzeressen, met den bouw waarvan niet mag worden aangevangen voordat, behalve de vergunning inge volge de bouwverordening, op de plannen en de plaatsing van die bijzondere kweekschool de goedkeuring van Burge meester en Wethouders is verkregen; gelijke goedkeuring is noodig bij herbouw of geheele of gedeeltelijke vernieuwing; 2°. gebouwen of inrichtingen, waarvoor krachtens de Hin derwet vergunning moet worden gevraagd, mogen op den te verkoopen grond niet worden opgericht; 3°. de nakoming van de onder 1°. en 2°. genoemde voor waarden moet worden verzekerd door het vestigen van een servituut 4°. de koopster is verplicht met de bebouwing van den te verkoopen grond aan te vangen uiterlijk zes maanden na de overdracht van den grond en deze bebouwing te voltooien uiterlijk twee jaren na die overdracht; indien de koopster in gebreke blijft aan een en ander te voldoen, vervalt zij in een boete aan de gemeente Leiden van 100.voor elke maand, dat zij te dien aanzien in gebreke mocht blijven, welke boete verschuldigd en invorderbaar zal zijn door de enkele nalatigheid, zonder dat eenige ingebreke stelling noodig zal zijn; 5°. de kosten van opmeting en alle verdere kosten op de overdracht vallende, komen ten laste van de koopster; 6°. de akte zal worden gepasseerd door een door Burge meester en Wethouders aan te wijzen notaris. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 39. Leiden, 5 Februari 1931. Het bestuur van de zwemvereeniging „de Zijl" heeft ons College verzocht de volgende verbeteringen in de door die vereeniging beheerde zweminrichting aan te brengen: a. ru'mer kleedgelegenheid in de heerenafdeeling; b. ruimer kleedgelegenheid in de damesafdeeling; c. ruimer en zindelijker urinoirs; d. wijziging van de stellages voor de 2 hooge spring planken; e. vervanging van de 2 houten springplanken door stalen springplanken. De bosten van deze voorzieningen worden geraamd op 1.650. Aangezien de gevraagde verbeteringen ook door ons College noodig worden geacht, geven wij Uwe Vergadering, in over eenstemming met het advies van de Commissie van Fabri cage en met verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukben, in overweging door vaststelling van den hierbij overgelegden begrootingsstaat, model C, dienst 1931, een bedrag van 1.650.te onzer beschikking te stellen ten behoeve van het aanbrengen van eenige voorzieningen in de zweminrichting „de Zijl". Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven", waarvan het bedrag van 1.650.moet worden afgeschreven, is de ge raamde som van 60.000.nog beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N". 40. Leiden, 5 Februari 1931. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde begrooting voor het jaar 1931 van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis geene bedenkingen heeft. Zij stelt U derhalve voor tot goedkeuring van deze begrooting te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 41. Leiden, 6 Februari 1931. Bij haar hiernevensgaand schrijven verzoekt Mevrouw H. A. Koningvan Wermeskerken haar, met het oog op haar vertrek uit de gemeente, ontslag te willen verleenen 21 ARTIKEL VI.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 3