24
No. 37. Leiden, 27 Januari 1931.
Het is wenschelijk gebleken de verordening op het Rijden
op eenige punten te wijzigen.
Het eerste punt betreft de regeling van het verkeer in
de omgeving van de Kaasmarkt. De toestand is thans zoo,
dat ingevolge de artt. 9 en 26bis éénrichtingsverkeer voor
voertuigen en motorrijtuigen is voorgeschreven voor de beide
Koppenhinkstegen en de Kaasmarkt, doch alleen gedurende
den markttijd.
De verplaatsing van de bodewagens van de Hooglandsche
Kerkgracht en van andere plaatsen in de stad naar de
Kaasmarkt in Mei 1929 blijkt het echter wenschelijk te
maken het éénrichtingsverkeer in de Koppenhinkstegen ook
voor te schrijven buiten den voor het houden van de kaas
markt vastgestelden tijd en voorts éénrichtingsverkeer in
te voeren op den Middelweg voor rijtuigen en motorrijtuigen.
Dit kan geschieden door de beide Koppenhinkstegen over
te brengen van art. 9 naar art. 7 en van art. 26Ms naar
art. 24, terwijl de Middelweg moet worden ingevoegd in de
artt. 8 en 24.
In de tweede plaats ware éénrichtingsverkeer in te voeren
op het gedeelte van de Leuvenstraat tusschen de Staalwijk-
straat en de Schelpenkade voor voertuigen en motorrijtuigen
op meer dan twee wielen. Dit is noodzakelijk in verband
met de geringe breedte van den rijweg der Leuvenstraat
ter plaatse, het ontbreken van een afscheiding tusschen den
weg en het water en de toeneming van het verkeer na de
eenigen tijd geleden voltooide bestrating dezer straat. Bedoeld
gedeelte van de Leuvenstraat behoort daartoe te worden
ingevoegd in de artt. 7 en 26.
Ten derde is het noodig, in verband met den nieuwen
toestand, welke ingevolge Raadsbesluit van 14 April 1930
(Ingek. Stukken No. 65) bij de Zijlpoort is tot stand gebracht,
een regeling te treffen, waardoor het rijverkeer in de richting
naar den Lagen Rijndijk den weg onder de poort en dat in
de richting naar de Haven den weg benoorden de poort
zal volgen.
Vervolgens eischt naar onze meening de toestand op de
Havenkade de invoering van éénrichtingsverkeer voor voer
tuigen en voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen.
Door verplaatsing van de hoofden van de Kleine Haven-
brug toch is de hoek tusschen deze brug en de Havenkade
thans kleiner dan 90°, zoodat vrachtauto's, die, komende
van het Havenplein, de Havenkade op willen rijden, dezen
hoek niet in eens kunnen omrijden, terwijl voor kleinere
auto's en voertuigen deze hoek een ernstige belemmering-
vormt. Bovendien was in verband met de verhooging van
den rijweg van de Kalvermarkt voor het hoekhuis Kalver
marktHavenkade aan de zijde van de Havenkade een
stoep noodig, waardoor de rijweg van de Havenkade zoo
danig wordt versmald, dat zelfs kleine voertuigen en auto
mobielen den hoek Kleine HavenbrugHavenkade niet
meer in eens kunnen nemen.
Opneming van het gedeelte der Haven kade tusschen Kal
vermarkt en Minnebroersgraclit in de richting naar de
Minnebroersgracht in de artt. 7 en 26 der Rijverordening
is dan ook wenschelijk.
In de vijfde plaats is nog de volgende aanvulling der
verordening wenschelijk gebleken. Ingevolge art. 24bis is
de Watersteeg afgesloten voor het verkeer met alle motor
rijtuigen en met rijwielen in beide richtingen. Tengevolge
van de plaatselijke situatie is het niet mogelijk hetnoodige
waarschuwingsbord aan de zijde van de Gansoordbrug zoo
danig te plaatsen, dat het voor het verkeer van den Nieuwen
Rijn (Korenbrug) en de Hooigracht behoorlijk zichtbaar is.
Ten einde het te vergeefs oprijden van de Gansoordbrug
te voorkomen, verdient het daarom aanbeveling deze brug
op denzelfden voet af te sluiten als de Watersteeg, hetgeen
trouwens een logische consequentie van de afsluiting der
steeg is.
Ten slotte is het noodig een maatregel te nemen ten be
hoeve van de veiligheid van het verkeer in de Koornbrug-
steeg. Deze is thans de eenige zijstraat van de Breestraat,
waardoor een onbeperkt verkeer tusschen deze straat en
het noordelijke stadsgedeelte is toegelaten. Wil de Koorn-
brugsteeg het drukke verkeer, dat hiervan het gevolg is,
behoorlijk kunnen verwerken, dan zal er voor moeten
worden gezorgd, dat in deze straat geen verkeersopstop
pingen plaats vinden. Te dien einde is het wenschelijk de
artt. 20bis en 32, welke een algemeen verbod inhouden,
onderscheidenlijk voor de bestuurders van voertuigen en
van motorrijtuigen en rijwielen, om deze op den openbaren
weg te plaatsen of te laten staan aldus, dat daardoor de
passage belemmerd wordt, aan te vullen met een bijzon
der verbod om in de Koornbrugsteeg voertuigen en motor
rijtuigen op meer dan twee wielen te plaatsen of te laten
staan.
Hetzelfde geldt voor de beide Koppenhinkstegen, waarop
wij bedoeld bijzonder verbod eveneens van toepassing ver
klaard zouden willen zien.
Öp grond van het bovenstaande geven wij Uwe Verga
dering in overweging om,
overwegende, dat het in verband met de verplaatsing van
de bodewagens naar de Kaasmarkt wenschelijk is gebleken
o. m. het éénrichtingsverkeer voor motorrijtuigen in de
beide Koppenhinkstegen, bedoeld in art. 26bis der veror
dening op het Rijden, mede voor te schrijven gedurende
den niet voor het houden van de kaasmarkt vastgestelden
tijd, alsmede op den Middelweg éénrichtingsverkeer in te
voeren o. m. voor motorrijtuigen,
dat voorts de geringe breedte van de Leuvenstraat, in
verband met de toeneming van het verkeer aldaar en het
ontbreken van een afscheiding langs het water, het noodig
maakt ook voor deze straat éénrichtingsverkeer in te voeren,
en wel o.m. voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen,
dat de nieuwe toestand bij de Zijlpoort het wenschelijk
maakt éénrichtingsverkeer o.m. voor alle motorrijtuigen en
voor rijwielen voor te schrijven voor den weg onder en dien
ten noorden van genoemde poort,
dat bovendien tengevolge van den scherpen hoek tusschen
de Kleine Havenbrug en de Havenkade in verband met de
geringe breedte van die kade ter plaatse het behoorlijk
indraaien in de Havenkade voor het verkeer met voertuigen
en motorrijtuigen op meer dan twee wielen, komende van
het Havenplein, ernstig belemmerd wordt en ten deele
onmogelijk is, zoodat afsluiting van het gedeelte dier kade
tusschen Kalvermarkt en Minnebroersgracht voor genoemd
verkeer in de richting naar de Minnebroersgracht noodig is,
dat ten slotte, nu ingevolge art. 24bis der verordening
op het Rijden de Watersteeg afgesloten is voor het verkeer
met alle motorrijtuigen en met rijwielen in beide richtingen
van 6 uur v.m. tot 11 uur n.m., het logisch is de aan die
steeg aansluitende Gansoordbrug op denzelfden voet voor
dat verkeer af te sluiten, hetgeen te meer klemt, doordat
het waarschuwingsbord aan het begin van de Watersteeg
(zijde Nieuwe Rijn) niet zoodanig is te plaatsen, dat het
van alle zijden behoorlijk zichtbaar is,
dat derhalve in het belang van de vrijheid en veiligheid
van het verkeer over de Koppenhinkstegen, den Middelweg,
de Leuvenstraat, de wegen nabij de Zijlpoort, de Haven
kade en de Gansoordbrug wijziging en aanvulling van de
artt. 24, 24bis, 26 en 26bis van de verordening op het Rijden
noodig is,
vast te stellen de volgende
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 23 Mei 1912
(Gemeenteblad No. 18) op het Rijden, laatstelijk
gewijzigd bij verordening van 4 Augustus 1930
(Gemeenteblad No. 9).
Artikel I.
In artikel 7 lid 1 wordt de punt achter Morschstraat
vervangen door een puntkomma en aan dit lid wordt toe
gevoegd
„22. de Lange Koppenhinksteeg in de richting naar de
Kaasmarkt
23. de Korte Koppenhinksteeg in de richting naar de
Hooigracht
24. de Leuvenstraat tusschen de Staalwijkstraat en de
Schelpenkade in de richting naar de Schelpenkade;
25. den weg onder de Zijlpoort in de richting naar de
Haven
26. den weg ten Noorden van de Zijlpoort in de richting
naar den Lagen Rijndijk;
27. de Havenkade tusschen de Kalvermarkt endeMinne-
broersgracht in de richting naar de Minnebroersgracht".
Artikel II.
In artikel 8 lid 1 wordt de punt achter Hoogstraat ver
vangen door een puu tkomma en aan dit lid wordt toegevoegd
„5. den Middelweg in de richting naar de Nieuwstraat".
Artikel III.
Artikel 9 lid 1 wordt gelezen als volgt:
„Het is den bestuurder van een voertuig verboden daar
mede gedurende den voor het houden van de kaasmarkt
vastgestelden tijd de Kaasmarkt te berijden in de richting
naar den Middelweg".