VRIJDAG 23 JANUARI 1931. 131 overweging zal nemen de plaatselijke schoolcommissie om haar zeer gewaardeerde adviezen te vragen. De heer Groeneveld zegt, dat hij door het antwoord van den Wethouder niet bevredigd is. Het was spreker bekend, dat de uitvoering behoort tot de competentie van Burge meester en Wethouders, en dat de schoolcommissie slechts adviezen geeft, welke door het college niet nagevolgd be hoeven te worden. Natuurlijk behoeven Burgemeester en Wethouders die ad viezen niet uit te voeren, maar zij vragen dan toch wel ergens anders deskundig onderzoek en advies. Behalve de olficieele instanties van advies zijn er blijkbaar nog meer instanties, die Burgemeester en Wethouders voor zichzelf houden. Dit zijn echter nu eenmaal de aangewezen insti tuten voor advies. De plaatselijke schoolcommissie heeft het voordeel, dat zij is een gemengde commissie, waarin onder wijzers van verschillende richting zitting hebben, die dus met elkaar overleg kunnen plegen, hoe de scholen zijn inge richt. Dit kan wellicht tot besparing leiden. Wanneer al die schoolbesturen maar op eigen houtje, zonder overleg, die gebouwen inrichten, het eene hoofd heeft voorkeur voor het een, en het andere weer voor iets anders, zal de gemeente buitengewoon duur uit zijn. Juist de plaatselijke schoolcom missie is door haar gemengde samenstelling zoo uitstekend in staat over verschillende zaken betreffende schoolinrich- ting te oordeelen en waardevolle adviezen uit te brengen. De begrooting van de Plaatselijke Schoolcommissie voor 1931 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna ook volgnr. 469 zonder hoofdelijke stemming wordt aan genomen. De volgnrs. 470 tot en met 473 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 474, luidendevSubsidie aan de vereeniging vSchoolkindervoeding en Schoolkinderlclee ding" f 23.450.—' waarbij tevens aan de orde komen de voorstellen van mevrouw Braggaarde Does, luidende «Ondergeteekende stelt voor, over te gaan tot de benoe ming van een gemeentelijke Commissie voor Schoolkinder voeding en -kleeding", »Ondergeteekende stelt voor bij de post schoolkindervoe ding en -kleeding, schoenen te verstrekken in plaats van klompen en de daarbij behoorende reparatie"; en »Ondergeteekende stelt voor, de schoolkindervoeding ook gedurende de vacantie te verstrekken." De Voorzitter geeft mevrouw Braggaarde Does in over weging er genoegen mee te nemen, dat deze voorstellen be handeld zullen worden in een vergadering in Februari van dit jaar. Mevrouw Braggaar—de Does kan daarmede welgenoegen nemen, mits die voorstellen dan ook in Februari behandeld worden en niet als argument tegen deze voorstellen zal worden aangevoerd: dat was een punt op de begrooting en die is al goedgekeurd. De Voorzitter Natuurlijk niet. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter tot aanhouding van de voorstel len van mevrouw Braggaarde Does besloten tot een verga dering van den Raad in de maand Februari a. s. Bij dit volgnr. wordt vervolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten aan de vereeniging »School- kindervoeding en Schoolkinderkleeding", onder de overge legde voorwaarden, voor het jaar 1931 een subsidie te ver- leenen van 23.450. De heer Bergers stelt op hoogen prijs, dat mevrouw Braggaarde Does zich het lot van arme menschen aantrekt, er veel voor doet en er veel tijd voor over heeft, en informeert naar hun inkomen. Maar daaraan zit een kwade kant en spreker zou haar een kleine wenk willen geven, n.l. om die menschen maar liever naar de schoolkindervoeding zelf te sturen, omdat een paar keer bij informatie gebleken is, dat de menschen scheeve voorstellingen gaven. Het is voor de commissie voor schoolkindervoeding ondoenlijk en ook een klap in het gezicht voor die menschen; de commissie vindt dit zeer onprettig. Mevrouw Braggaarde Does zegt, dat zij zich met dergelijke zaken tot den heer Bergers wendt, alleen op advies van den Voorzitter, die haar dit advies gegeven heeft, toen spreekster eens een zaak betreffende de schoolkindervoeding hier besprak. Nu vindt spreekster het niet prettig van het kastje naar den muur gestuurd te worden. Dit is geen blaam voor den heer Bergers; spreekster heeft niet anders dan lof voor hetgeen hij gedaan heeft. Spreekster vindt het niet prettig in de eene vergadering te hooren, dat zij zich maar moet wenden tot den gedelegeerde uit den Raad en den anderen keer, dat zij zich moet wenden tot de vereeniging voor schoolkindervoeding. De heer Bergers heeft die opmerking gemaakt naar aan leiding van het feit, dat er ouders zijn geweest, die, wanneer men weigerde hun kinderen bij de schoolkindervoeding in te schrijven, omdat zij boven een bepaalde grens waren, een voudig zeiden: dan gaan wij naar mevrouw Braggaarde Does. De Voorzitter merkt op, dat deze zaak kan besproken worden bij de behandeling van het voorstel van mevrouw Braggaarde Does, dat in Februari aan de orde komt. Volgnr. 474 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgnr. 475 wordt verhoogd met ƒ1000.in verband met het Raadsbesluit van 10 November 1930 (Ing. St. No. 234) en de volgnrs. 475 tot en met 494 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 495, luidende: y>Kosten van het Gymnasiumf84.560.-—" De heer Romijn zegt, dat hij in verband met het gebrek aan tijd en het belang van het onderwerp op het oogenblik niet wil verzoeken een bedrag beschikbaar te stellen voorde Universiteit. Hij stelt zich echter voor later op deze zaak terug te komen. Volgnr. 495 wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De volgnrs. 496 tot en met 505 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 506, luidende: Uitgaven voor het Stedelijk Museum »de Lakenhal''. 26.413. waarbij tevens in behandeling komt het voorstel van den heer Verweij luidende: «Ondergeteekende stelt voor volgnummer 506 der uitga ven van de begrooting voor den dienst van het jaar 1931 te verhoogen met 1.565.teneinde het weekloon der 4 suppoosten van het Stedelijk Museum »De Lakenhal" te ver hoogen en nader vast te stellen overeenkomstig het minimum uurloon door de gemeente aan ongeschoolde werklieden be taald." De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor, het voorstel van den heer Verweij te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. De heer Verweii zegt, dat hij zich met dit voorstel wel kan vereenigen en ook met belangstelling het praeadvies tegemoet ziet, doch gaarne zou willen, dat het college bij de vaststelling van het praeadvies rekening zou houden met de volgende door hem te maken opmerkingen. Volgens de Memorie van Antwoord bedraagt het aantal werkuren van de bewakers 36 per week. Is spreker goed ingelicht, dan is het aantal werkuren 42. Bovendien moet in het loon van deze menschen tot uit drukking komen, dat zij ook Zondagsarbeid verrichten. Het loon van 16.per week is te gering. Indien spreker goed is ingelicht bestaan de werkzaam heden van deze menschen niet alleen in het verrichten van bewakingsdiensten maar ook in het verrichten van schoon- maakbezigheden (zeilen schrobben, ijzer schuren, enz.). Voorts dient men te bedenken, dat deze menschen geen inkomsten uit andere bronnen hebben. Spreker hoopt, dat het praeadvies in gunstigen zin zal worden uitgebracht. De Voorzitter zegt, dat volgens de inlichtingen, welke hij heeft ontvangen als voorzitter van de Commissie voor de Lakenhal weet spreker er wel iets van verschillende voorstellingen van zaken, die de heer Verweij heeft gegeven niet juist zijn, waarom het blijkbaar goed is, dat het voorstel om praeadvies in handen van Burgemeester en Wethou ders wordt gesteld. De heer Bergers zegt, dat hij het tactischer zou hebben gevonden, wanneer de heer Verweij er rekening mede zou

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 31