1-2 MAANDAG 12 JANUARI 1931. De Voorzitter deelt mede, dat de heeren van Es en Ooster hun amendement in dien zin hebben gewijzigd, dat in plaats van »1| cent" wordt gelezen »2 cent" en in plaats van 4000.wordt gelezen 6000.—". De heer Manders moet de aanneming van het gewijzigde voorstel van de heeren van Es en Coster ten stelligste ont raden. Zal men, vraagt spreker, in geval er uitbreiding komt, daarvoor 2 cent per afgelegden K M. betalen De Maatschappij zal dan bij uitbreiding te eerder het bedrag van 6000. overschrijden. Als men, zooals volgens het voorstel, de lu cent handhaaft, zal de gemeente in de toekomst goedkooper uit zijn. Het gewijzigde amendement van de heeren van Es en Coster wordt met 25 tegen 2 stemmen verworpen. Tegen stemmen: de heeren van Eek, Verweij, Mevrouw Braggaarde Does, de heeren Schüller, Vallentgoed, de Waal, Koole, Donders, Manders, Zitman, Parmentier, Meijnen, van Rosmalen, Kooistra. van Stralen, van Tol, Bosman, Bergers, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, de Reede, van der Reijden en Groeneveld. Vóór stemmen: de heeren Coster en van Es. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het gewijzigde voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De heer Zitman wenscht geacht te worden te hebben tegengestemd. De Voorzitter stelt thans eerst aan de orde punt XVII. XVII. Voorstel tot, beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den aanleg van de Cobetstraat tusschen Fruinstraat en Hoogen Rijndijk en van de verlengde Kernstraat. (Zie Ing. St. No. 12). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter doet thans de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat. De Voorzitter stelt voor, punt 16 der agenda: Praeadvies op het beroepsi hrift van C. C. van den Bosch tegen de afwijzende beschikking van Burgemeester en Wet houders op zijn verzoek om vergunning tot den bouw van twee woonhuizen en een fabrieksgebouw op een terrein nabij den Zoeterwoudschen Singel, Sectie M, No. 1162. en punt 18 der agenda: Voorstel in zake het aan de N.V. Textielfabriek voorh. Gebr. van Wijk en Co. verleenen van vergunning tot het maken van een verbindingsbrug over de 3e Groenesteeg, tusschen hare perceelen aan de Vestestraat en de Heerengracht eener- zijds en het perceel Groenesteeg No. 55 anderzijds, aan te houden. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. De Voorzitter geeft het woord aan den heer Goslinga tot het beantwoorden van een vraag, in een vorige vergadering door den heer Groeneveld gesteld. De heer Goslinga antwoordt op de vragen, in een der vorige vergaderingen door den heer Groeneveld gesteld over klachten, geuit in een vergadering van De Hanze te Warmond over de hooge prijzen, welke daar voor gas en electi iciteit worden berekend, en over de prijzen van door de fabriek geleverde lampen, dat Warmond met Leiden een contract heeft voor de levering van gas en electi iciteit, in dezen zin, dat Leiden tegen de in het contract genoemde prijzen recht streeks aan de ingezetenen levert. Dat contract bestaat al jaren. In vergelijking met Leiden is het gas 2 en de electriciteit 9 cent duurder; dat is niet abnormaal hoog, want diezellde prijzen gelden in tal van buitengemeenten. Indien men echter wil klagen, staat de weg tot het College open; of er iets af kan, kan spreker niet direct beoordeelen. Het contract met Warmond bestaat reeds vele jaren; Leiden heeft daar con cessie. De gasprijs is dus niet abnormaal hoog. Wat de levering van lampen betreft, de Directie der Licht fabrieken achtte het noodig de spanning voor het net te Warmond te verhuogen tot 220 Volt daarvoor moesten echter andere lampen aan de gebruikers gegeven worden, omdat de oude lampen berekend waren op 127 Volt. De ge meente heeft toen uitstekende Osram-lampen gegeven, doch een der monteurs heeft bij vergissing de spanning niet op 220, maar op 250 Volt ingesteld. De lampen brandden dien avond schitterend, maar waren den volgenden dag natuurlijk door. Die vergissing is hersteld door den menschen andere lampen te geven. Men heeft hier dus wel een beetje te hoog van den toren geblazen, alsof de gemeente Leiden minder waardige zaken leverde. Sedert eenige weken heeft spreker geen enkele klacht meer vernomen. De Voorzitter vraagt vervolgens, of een der leden nog iets in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen. De heer Bergers vraagt, hoe het staat met het verzoek van de Gioot, te Endegeest, die aan den Rijksstraatweg een theehuisje had, dat echter bij de verbreeding van den weg is afgebroken, waardoor hij bedrijfsschade heeft geleden; hij moet nu die bi on van inkomsten missen. Krijgt die man die schade vergoed? Reeds langen tijd geleden heeft hij het verzoek ingediend, maar hij heeft er niets meer van gehoord. De Voorzitter zegt een onderzoek toe. De heer van Eck heeft eenigen tijd geleden in de courant het bericht gelezen, dat een 50-tal conducteurs van de H T.M., die in Wassenaar wonen, door Leiden een aanslag in de forensenbelasting is opgelegd over een tijdvak van 3 jaar, zoodat zij vóór 1 Mei a s. bedragen moeten betalen van 80. tot 200.—. Kan het College daarover inlichtingen geven? De heer Goslinga zegt, dat Burgemeester en Wethouders, gesteund door den Raad, hardnekkig hebben bestreden het standpunt van de gemeente Den Haag, dat de hier komende onductems torens zouden zijn; Gedeputeerde Staten en de Kroon hebben echter het standpunt van Den Haag gehand haafd en Leidens bezwaren daartegen verworpen. Dergelijke administratieve procedures nemen veel tijd in beslag. Toen heeft het College gezegd: als dat het standpunt van de Kroon is, moet Leiden dat ook toepassen op personen, die elders hun woonplaats hebben eri hier komen. De heer van Eck vraagt, of die menschen over drie jaren tegelijk moeten betalen. De heer Goslinga antwoordt, dat de zaak zeer lang heeft geloopen en dat niet over een langeren termijn dan drie jaren navordering mag plaats hebben. Den Haag heeft dat ook gedaan. Het gemeentebestuur van Leiden heeft bezwaar inge bracht, maar de Kroon heeft beslist, dat het zoo moet gebeuren. De heer van Eck vraagt om bij de invordering soepelheid te betrachten. De heer Goslinga zegt het idee te hebben, dat de Tram weg-Maatschappij voor die menschen zal betalen. De Voorzitter deelt mede, dat hij zelf de zaak in Den Haag heeft besproken, waarbij hem is gebleken, dat die gemeente deze regeling ook onaangenaam vond, maar dat zij was gedwongen de zaak aldus uit te voeren door een andere gemeente, welke haar aanhangig had gemaakt. Den Haag staat principieel niet op het standpunt, dat het zoo moet gebeuren: tegen wil en dank eischt. zij die belasting over die drie jaren op. De heer Coster vestigt de aandacht op den onhoudbaren toestand, welke, wat de bestrating betreft, bestaat, in het Noordeinde, tegenover de Kweekschool, en dringt aan op het nemen van afdoende maatregelen. De heer Vallentgoed vestigt de aandacht op den toestand van de Hermanstraat bij den Zijlsingel. Het middelste gedeelte van die straat, waar een tuin is geweest, is een modderpoel en onbegaanbaar. Bij het weghalen van het vuil moeten de vuilniskarren op den weg blijven staan. Ook voor de bewoners is het een onmogelijke toestand. Daar die straat particulier eigendom is, vraagt spreker, of Burgemeestei en Wethouders de eigenaren niet kunnen dwingen om haar in een behoorlijken toestand te brengen. De heer Splinter zegt de opmerkingen van de heeren Coster en Vallentgoed te zullen onderzoeken. De heer Kooistra vraagt Burgemeester en Wethouders maatregelen te nemen, waardoor tijdens een vergadering met gesloten deuren de verslaggevers der couranten riiet in de koude behoeven te vertoeven. De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders nog geen klachten hebben bereikt, maar dat zij, zoodra klach ten inkomen, zullen nagaan, hoe daaraan is tegemoet te komen. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 12