MAANDAG 12 JANUARI 1931. 11 heer Donders en ziet dikwijls, dat menschen uit Kooipark ol Tuinstadwijk, komende aan het Station, overstappen en door gaan naar den Warmonderweg; daaronder zijn verschillende vrouwen, die werken in huizen aan den Rijnsburgerweg. Vervalt nu het traject Station-Oegstgeest, dan zouden zij eerst 7J cent moeten betalen voor de bus en dan 10 cent voor de tram, dus heen en terug 35 cent, terwijl zij nu voor 7J cent van Tuinstadwijk of Kooipark naar den Rijnsburger weg kunnen komen, heen en terug dus 15 cent. Het traject Station-Oegstgeest moet dus niet uitgeschakeld worden; het is dus een deel van den geheelen dienst. Spreker zal dus gaarne meegaan met het voorstel van Burgemeester en Wet houders, dat de 3 lijnen omvat. De heer de Reede dacht, dat men, na de wijziging, aange bracht in het voorstel-Bosm.m, en na de tegemoetkomende hou ding van het College uit de misère was en dat er maar één voorstel was, maar nu komen de heeren van Es en Coster met een soort reprise van het voorstel-Bosman, die bovendien inhoudt uitschakeling van het traject StationOegstgeest. Spreker acht dat voorstel niet buitengewoon gelukkig, omdat het allen redelijken grond mist. In de toelichting staat, dat dat stuk zich zelf bedruipt, maar wie bewijst dat? Op welken grond wordt dat gezegd? Zelfs al was dat zoo, dan zou het verlies alleen gemaakt worden op de verbindingen met Kooi park en Tuinstadwijk; ten slotte zou men dan een even groot tekort moeten dekken als wanneer dat traject er wel bij was. Wordt er winst gemaakt en is dat traject uitgeschakeld, dan kan de gemeente ook geen aanspraak maken op de winst van dat traject en dan is men even ver. Met dit voorstel is men dus op een geheel verkeerden weg. Bovendien heeft de ver binding met Oegstgeest voor de bewoners van Kooipark en Tuinstadwijk het voordeel, dat zij voor een rechtstreeksche verbinding met den Warmonderweg maar eenmaal behoeven te betalen; anders zouden zij tweemaal moeten betalen. Die menschen hebben toch het recht, evenals b.v. de bewoners van den Hoogen Rijndijk, op een behoorlijke verbinding, waardoor zij voor 10 cent naar het andere gedeelte van de stad kunnen komen. De gemeente Oegstgeest behoeft men er niet bij te halen, want de bussen blijven geheel op het terrein van de gemeente Leiden en Oegstgeest heeft bij deze onder neming niet het minste belang. Het voorstel van de heeren van Es en Coster verdient naar sprekers meening geen aanbeveling. De heer Groeneveld zeide tot spreker: gij schijnt er een grapje van te maken, als ik spreek over vrijbiljetten. Spreker heeft er inderdaad een grapje van gemaakt en hij kan ook niet het standpunt van den heer Groeneveld deelen. Hij vindt het niet vreemd, dat de gemeente in ruil voor het subsidie een zeker aantal vrijbiljetten vraagt, maar van die vrijbiljetten mag men z. i. niet de Raadsleden in de eerste plaats gebruik laten maken. Spreker zou die vrijbiljetten willen geven aan gemeente ambtenaren, die den geheelen dag onderweg zijn en door die biljetten te gebruiken zich sneller kunnen verplaatsen en meer werk afdoen. De gemeente zou daardoor geld uit sparen. Acht men de vergoeding, welke de Raadsleden krijgen, te gering, dan moet men de consequentie aanvaarden en het presentiegeld direct verhcogen, maar men moet dat niet doen met allerlei bijkomstigheden, waarin spreker slechts kan zien een minder gewenschten vorm om de Raadsleden te beloonen. De heer Goslinga zal, waar de verschillen tusschen den heer Bosman en het College vrijwel uit den weg zijn geruimd, terwiile van den tijd niet terugtreden in een beschouwing over de wijze, waarop de heer Bosman is gekomen tot zijn voorstel om een subsidie van 1 cent per afgelegden K.M. toe te kennen. Aan het adres van den heer Groeneveld merkt spreker op, dat de overneming van diens voorstel niet beteekent, dat Burgemeester en YVethouders in overleg met de vakvereeni- ging de arbeidsvoorwaarden van het personeel zullen gaan vaststellen. Indien die beteekenis eraan gehecht moest worden, zouden Burgemeester en Wethouders erop moeten terug komen. De bedoeling van Burgemeester en Wethouders is, dat de vaststelling der arbeidsvoorwaarden van het personeel aan de directie der onderneming wordt overgelaten en dat het College pas in de tweede instantie optreedt. De heer Groeneveld voegt spreker toe, dat dit overleg met de vakvereeniging niet uitsluit, maar spreker wijst erop, waar de heer Groeneveld de hoop uitsprak, dat Burgemeester en Wethouders het hun toegekende recht goed zouden hanteeren en overleg zouden plegen met de organisatie, dat dit niet de beteekenis is van de overneming van het voorstel van den heer Groeneveld. Spreker moet zich ernstig verzetten tegen het voorstel van de heeren van Es en Coster, dat van een onjuiste gedachte uitgaat. Spreker neemt het den voorstellers niet kwalijk, omdat hij moet toegeven, dat het vooistel van Burgemeester en Wethouders tot die onjuiste gedachte aanleiding geeft. Het College stelt n.l. voor een subsidie van IJ cent per af gelegden K.M. toe te kennen tot een bedrag van ƒ6000.per jaar en nu redeneeren de heeren van Es en Coster aldus: er zijn K.M., welke met winst worden gereden en nu is het onjuist om ook daar IJ cent per K.M. bij te leggen. Daarin zit een kern van waarheid en spreker zou dan ook geen bezwaar hebben tegen het voorstel van de heeren van Es en Coster om het traject StationWarmonderweg uit te schakelen, indien die heeren voorstelden het subsidie voor de overige K.M.'s te verhoogen. Worden b.v. in het geheel 400.000 K.M. gereden a IJ cent, en zonder dit traject 300.000 K.M. a 2 cent, dan zou het subsidie in beide gevallen 6000. bedragendan zou spreker tegen de voorgestelde verhooging tot 2 cent geen bezwaar hebben. De Commissie voor de Finan ciën en het College hebben nauwgezet overwogen, met welk bedrag als minimum die autobusonderneming in stand kon worden gehouden. Dat is de zaak. Nu levert het traject War monderwegStation winst op; van FebruariAugustus heeft het een meerdere ontvangst opgeleverd van 2230.in het geheel is de meerdere ontvangst gewaardeerd op 3500. Wanneer men nu dat traject uitschakelt, dan wordt onmid dellijk het verlies op de verbindingen StationKooipark en StationTuinstadwijk hooger en moet de gemeente meer subsidie geven om die vei bindingen, die die kwartieren uit hun isolement verlossen, in stand te houden. Het traject StationOegstgeest wordt niet alleen gereden, omdat het geld opbrengt, maar ook omdat de garage daar is en de bussen wel eens benzine of reparatie behoeven. Verbood men nu dat traject te rijden, dan zou men op het Stationsplein een nieuwe garage moeten bouwen met alle financieele gevolgen daarvan dat raadt spreker dus niet aan. Er is gezocht naar een vorm van subsidieverlening, waarbij ook voorzien zou zijn het geval, dat het stadsverkeer uitge breid moet wordenelke uitbreiding is onderworpen aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders; dit voorstel is een stimulans voor de maatschappij om haar dienst uit te breiden. Zij weet tevoren, dat zij op IJ cent ptr K.M. kan rekenen; het is dus mogelijk, dat het de gemeente meer zal gaan kosten, maar daarmede zal per se gepaard gaan verlos sing uit zijn isolement van een ander stadsdeel, hetgeen in elk geval nog bekeken moet woiden. Het voorstel-van Es wordt eenigszins geïnspireerd door het voorstel van Burge meester en Wethouders; haalt men dat traject er uit, dan kan dit alleen effect sorteertn, als men den prijs per K.M. verhoogt. Door het voorstel het maximum op 4000.te bepalen doen de voorstellers eigenlijk hun eigen voorstel de das om, want daarmede is de dienst niet in stand te houden. De heer Wilbrink vat het al heel simpel op en denkt, dat dan 2 van de 6 bussen kunnen verdwijnen, zoodat het subsidie a f 1000.per bus 4000.— zou worden. Dat is heel een voudig, maar niet juist. Burgemeester en Wethouders maken het niet ingewikkeld, zooals de heer Wilbrink nu zegt, maar men moet de werkelijkheid zien. Schakelt men dit traject uit, dan kan het aantal bussen toch niet ingekrompen worden daarvoor speelt dit traject een te ondergeschikte rol in het geheele stadsverkeer. De Raad moet volgens spreker geen vrijkaarten vragen. De vergelijking met de N. Z. H. T. M. gaat niet op: die maat schappij heeft een concessie, maar geen subsidie voor de stadstram; deze onderneming vraagt echter subsidie en dan moet de Raad naar sprekers meening er verre van blijven om aan het subsidie voorwaarden te verbinden, welke in het persoonlijk belang van de Raadsleden zijn. De Raad moet hoog genoeg staan om persoonlijke voordeelen voor zijn leden af te wijzenhij zal daardoor vrijer tegenover de Maatschappij staan. Waar Burgemeester en Wethouders zooveel mogelijk zijn tegemoet gekomen aan de door de Raadsleden geopperde bezwaren, waarbij zij echter hebben vastgehouden aan het idee, dat de autobusdienst moet blijven functioneeren, hoopt spreker, dat het voorstel van de heeren Van Es en Coster in den Raad geen meerderheid zal vinden. De heer van Es geeft den Wethouder toe, dat, indien het subsidie op f 4000.— werd bepaald en het traject Warmon derwegStation niet meer zou worden medegerekend, de onderneming een veel te hoog tekort zou krijgen. Anderzijds heeft hij er bezwaar tegen om IJ cent per afgelegden K.M. subsidie te geven voor een traject, waarop winst wordt ge maakt. Misschien is het wat kleingeestig, maar het strijdt met sprekers gevoel. Hij heeft dan ook in overleg met (ien heer Coster besloten om in hun voorstel te lezen in plaats van »1J cent": »2 cent", en in plaats van 4000. 6000.—". Het subsidie wordt dan maximaal bepaald op 6000.—, terwijl ondervangen wordt het bezwaar, dat subsidie wordt gegeven over een traject, waarop winst wordt gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 11