10
MAANDAG 12
JANUARI 1931.
deeligste stuk is voor die onderneming en dat de menschen,
die op dat gedeelte van de bus gebruik maken, aan het be
ginpunt instappen en bij het Station uitstappen, terwijl onder
weg weinig bewoners van den Rijnsburgerweg worden opge
nomen, zoodat het bestaan van deze busonderneming niet
alleen een Leidsch belang is, maar ook een belang voor een deel
van de ingezetenen van üegstgeest.
Spreker zal met den heer Coster een amendement indienen,
strekkende om ten aanzien van het subsidie het gedeelte van
de route, dat voor de onderneming het voordeeligste is, uit
te schakelen en het subsidie voorloopig te bepalen op maxi
maal 4000.
Wordt dit amendement aangenomen, dan zal dat voor de
onderneming een reden te meer wezen om bij de gemeente
Oegstgeest om een bijdrage aan te kloppen.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders het
amendement van den heer Bosman, strekkende om dèn termijn,
waarvoor het subsidie zal worden verleend, van 10 jaar tot
5 jaar terug te brengen, overnemen.
Verder deelt spreker mede, dat is ingekomen een amende
ment van de heeren van Es en Coster, luidende:
«Ondergeteekenden stellen den raad voor aan de Auto
Boxen-Garage alleen een subsidie te verleenen van If cent
per afgelegden kilometer in de gemeente vanaf Station Tuin-
stadwijk en Station Kooipark tot een maximum van ƒ4.000.
per jaar en voor een termijn van 5 jaar".
Het amendement van de heeren van Es en Coster wordt
voldoende ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van
beraadslaging uit.
De heer Coster zegt het amendement mede te hebben
onderteekend, omdat op de trajecten StationKooipark en
StationTuinstadwijk de autobusdienst in het belang van de
Leidsche ingezetenen is, maar op het gedeelte Station—eind
punt slechts weinig menschen onderweg instappen en verreweg
de meeste passagiers doorrijden naar üegstgeest.
Er is aan het eindpunt zelfs een gewoon huis omgebouwd
tot wachtkamer en daarvan wordt het minst gebruik gemaakt
door de bewoners van de Johan de Wittstraat en het meest
door de bewoners uit de lanen der gemeente Oegstgeest.
Het is dan ook billijk, dat Oegstgeest een bijdrage in het
subsidie verleent, en het beste zou zijn, dat de directeur zijn
belangen in die gemeente ging bepleiten, evenals hij dat in
Leiden heeft gedaan.
De heer Donders meent, dat de heeren van Es en Coster
van een feitelijke onjuistheid uitgaan. Zij nemen als uitgangs
punt, dat de bussen, die rijden op het gedeelte Warmonder-
wegStation, hoofdzakelijk bevolkt worden door menschen,
die in Oegstgeest wonen en slechts naar het station'gaan.
Dit is onjuist. Spreker ontkent niet, dat vele ingezetenen van
Oegstgeest van de bus gebruik maken, maar uit eigen erva
ring weet bij, dat het overgroote deel der passagiers op ge
noemd traject Leidsche inwoners zijn en overstapjes heeft naar
het Kooipark en Tuinstadwijk op een aansluitende bus. Nu
zullen de bewoners van de buurten langs den Rijnsburgerweg
toch gedupeerd worden, wanneer men hen dwingt eerst met
de tram naar het Station te gaan, waar zij dan opnieuw een
kaartje van den busdienst zullen moeten nemen naar Kooipark
of Tuinstadwijk, terwijl men nu voor denzelfden prijs door
kan gaan naar die wijken, die geen tramverbinding hebben.
Het is natuurlijk niet te voorkomen, dat verschillende men
schen nu van Oegstgeest per autobus alleen naar het station
gaan, maar spreker acht het volmaakt onjuist uit te gaan
van de veronderstelling, dat het meerendeel van de passagiers
alleen van dat traject gebruik maakt. Dit is in strijd met de
feiten.
De heer Wilbrink zegt, dat het elk Raadslid wel eens zal
overkomen, 'dat hem een onderhoud wordt gevraagd, maar
spreker had uit de woorden van den heer Groeneveld opge
maakt, dat deze speciaal voor die zaak de directie was gaan
opzoeken, en spreker zou het niet juist achten, indien de
Raadsleden een directie, die aan de gemeente subsidie vraagt,
eerst eens gingen vragen, hoe zij dat zaakje het beste konden
verdedigen.
Wat betreft de kostelooze abonnementen voor de Raads
leden, wanneer de gemeente toch het subsidie moet verleenen
en de directie er geen bezwaar tegen heeft, dan ziet spreker
ook niet in, welk bezwaar er tegen is; spreker zal er wel
nooit gebruik van maken, maar er kunnen Raadsleden zijn,
die dat wel doen en die misschien eens willen controleeren,
hoe die dienst werkt. Niet iedereen schikt het op eigen
kosten zich daarvan op de hoogte te stellen; in zooverre kan
dat zijn nut hebben. Spreker kan er dus niet zonder meer
tegen zijn; een eventueel voorstel daartoe wil spreker wel in
overweging nemen.
Wat betreft het voorstel van den heer van Es acht spreker
het wel aanbevelenswaardig, dat de gemeente alleen subsidie
verleent voor die trajecten, waarvoor werkelijk een autobus
dienst noodzakelijk is, en om geheel uit te schakelen het
traject Station—Oegstgeest, omdat daar een autobusdienst
niet noodig is, men heeft daar een behoorlijke verbinding,
zooals bijv. ook het westen van de stad. Verbindingen naar
Kooipark en Tuinstadwijk zijn echter wel wenschelijk om
die stadsgedeelten uit hun isolement te verlossen. Voor het
traject StationOegstgeest subsidie te verleenen acht spreker
dus fout. Voor de maatschappij zelf maakt het niets uit; als
zij nu 6 bussen in dienst heeft, zal zij, om alleen Kooipark
en Tuinstadwijk te bedienen, met 4 kunnen volstaan.
Volgens het oorspronkelijke voorstel van Burgemeester en
Wethouders werd iedere bus gesubsidieerd met 1000.
per jaar. Beperkt de gemeente bij haar subsidie zich tot de
trajecten StationTuinstadwijk en Station—Kooipark, dan
spaart men 2000.— uit, omdat op die trajecten met 4
bussen voldoende in den dienst kan worden voorzien.
Meent de Maatschappij, dat op dat andere traject wat te
verdienen is, dan is dat haar zaak, maar de gemeente heeft,
om bepaalde stadswijken uit haar isolement te verlossen,
daaraan geen behoefte.
Uit dat oogpunt beschouwt spreker een subsidie over dat
traject als weggeworpen geld, althans als een uitgave, welke
niet noodig is ter voorziening in een behoefte der gemeente
naren.
Is het de bedoeling van Burgemeester en Wethouders alleen
om bepaalde stadsgedeelten uit hun isolement te blijven ver
lossen, dan is het voorstel van de heeren van Es en Coster
daarvoor afdoende, want dan bepaalt men zich tot de tra
jecten StationTuinstadwijk en StationKooipark, maar
moet naar het oordeel van het College de dienst intact worden
gelaten tot de Johan de Wittstraat, orndat er anders van
een behoorlijk rendeerend bedrijf geen sprake zou zijn, dan
zal de Raad met het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders moeten meegaan. Spreker betwijfelt echter, of het traject
Station—Johan de Wittstraat daartoe veel zal bijdragen.
Enkele menschen zullen er wellicht de voorkeur aan geven
met de bus naar Oegstgeest te rijden, maar spreker vraagt,
of dit van zooveel belang is, dat daarvoor een subsidie van
2000.uit de kas der gemeente gewettigd is.
De heer Manders noemt het voorstel van de heeren van
Es en Coster zeer kortzichtig en het verwondert hem, dat
de heer Wilbrink zich ermede kan vereenigen, temeer, waar
reeds gezegd is, dat althans volgens de berekening van
den heer Bosman over den geheelen dienst een verlies
van 7800.— per jaar wordt geleden.
Nu wil de heer van Es het gedeelte Station-Warmonderweg,
dat zich kan bedruipen, afsnijden en dan voor de beide over
blijvende trajecten een subsidie geven tot een maximum van
4.000.—.
De heer Wilbrink, die ongeveer in hetzelfde schuitje vaart,
redeneert aldus: de gemeente betaalt voor 6 bussen 6000.
subsidie; als zij er slechts 4 laat rijden, kost het haar slechts
f 4000.-.
Maar zoo staat de zaak toch niet!
De twee bussen, welke de heer Wilbrink wil laten vervallen,
zijn de bussen, die eenig voordeel opleveren, en als nu de
andere diensten, welke men noodwendig in stand wil houden,
n.l. van het Station naar het Kooipark en van het Station
naar Tuinstadwijk, ook werkelijk in stand gehouden moeten
worden, dan zal men het subsidie moeten verhoogen en zal
men daarvoor niet kunnen volstaan met een bedrag van
4000.maar minstens, zooals voorgesteld, 6000moeten
bijdragen, omdat op die gedeelten een verlies van 7800
of meer wordt geleden.
De volgende redeneering van den heer Wilbrink is wel
juist; loopt het verkeer zoo in elkander, dat de lijn Station-
Warmonderweg moet blijven bestaan, dan moeten wij vóór
het voorstel van Burgemeester en Wethouders zijn.
Inderdaad zal dit ook het geval zijn; het eene zal het
andere helpen en daarom acht spreker het het allerbeste om
niet voor een deel van die busdiensten subsidie te verleenen,
maar om overeenkomstig het voorstel van Burgermeester en
Wethouders te besluiten.
De heer Zitman kan niet met hef voorstel van Burgemeester
en Wethouders meegaan, omdat hij er geen gemeente elang
m ziet. Ten aanzien van enkele stadsgedeelten, zooals Kooi
park, Tuinstadwijk en singels, die verstoken zijn van een
tramverbinding, gevoelt hij er wel wat voor om subsidie
te verleenen, maar hij gevoelt er totaal niets voor subsidie
te geven voor een autobusdienst langs Haarlemmerstraat,
Breestraat en Rijnsburgerweg, waar een tram rijdt; langs
den Rijnsburgerweg rijdt zelfs meer dan een tram.
De heer Meijnen heeft dezelfde ervaring opgedaan als de