van de brug niet lager mag zijn dan 9.50 Meter boven het
straat vlak;
3°. dat uiterlijk daags vóór den aanvang van de bouw
werkzaamheden daarvan schriftelijk wordt kennis gegeven
aan den Directeur der Gemeentewerken;
4°. dat deze vergunning vervalt behoudens eventueele
verlenging van dien termijn door Burgemeester en Wet
houders indien daarvan vóór 1 Mei 1931 geen gebruik
is gemaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 14. Leiden, 2 Januari 1931.
Den 31sten December j.l. is geëindigd de pacht van het
vischrecht in de Haarlemmertrekvaart vanaf Leiden (Trek-
vaartbrug) tot aan den limietpaal op Halfweg, aan den
Delfweg onder de gemeente Noord wij kerhout, welke pacht
ingevolge Tl we besluiten van 26 October 1925 (Ingek. Stukken
No. 247) en 22 November 1926 (Ingek. Stukken No. 255)
voor een jaarlijkschen prijs van 275.werd opgedragen
aan den Henaelaarsbond voor Leiden en Omstreken.
De Bond is bereid de pacht weder voor den tijd van
5 jaren te verlengen, doch met het oog op de in de stukken
vermelde omstandigheid is het gewenscht het gedeelte vanaf
de Warmonder Lee tot aan het Leidsche Tolhek, alsmede
het in de geëindigde pachtovereenkomst omschreven gedeelte
van het Poelmeer, voorloopig buiten de verhuring te houden.
Voor het aldus in oppervlakte verkleinde vischwater wil de
Bond een naar evenredigheid bepaalden prijs van 225.
betalen, met dien verstande dat, zoodra de bedoelde om
standigheid opgehouden heeft te bestaan, de aangegeven
gedeelten alsnog in de pacht zullen worden opgenomen tegen
een verhooging van de pachtsom tot 275.
Vermits zoowel de Oommissie van Fabricage als ons College
zich met deze regeling kunnen vereenigen, geven wij Uwe
Vergadering in overweging aan den Hengelaarsbond voor
Leiden en Omstreken voor den tijd van vijf jaren, ingaande
1 Januari 1931, tegen een jaarlijkschen pachtprijs van 225.
behoudens rechten van derden te verpachten het vischrecht
in de Haarlemmertrekvaart vanaf Leiden (Trekvaartbrug)
tot aan den limietpaal op Halfweg, aan den Delfweg onder
de gemeente Noordwijkerhout, met uitzondering van het
gedeelte vanaf de Warmonder Lee tot aan het Leidsche
Tolhek en van het in de geëindigde pachtovereenkomst
omschreven gedeelte van het Poelmeer, met dien verstande,
dat deze gedeelten, zoodra zij naar ons oordeel weder voor
verhuring in aanmerking komen, alsnog in de pacht zullen
worden opgenomen tegen een verhooging van den jaarlijk
schen pachtprijs tot 275.en verder onder de bestaande
m. m. gewijzigde voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 15. Leiden, 2 Januari 1931.
Blijkens haar in de leeskamer ter lezing liggend schrijven ver
zoekt de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal"
machtiging tot verkoop aan Dr. C. A. Crommelin, Secretaris
penningmeester van het binnenkort in te richten Nederlandsch
Historisch Natuurwetenschappenlijk Museum te Leiden voor
de som van 35.van een microscoopje, gemaakt door
Johan Joosten van Musschenbroek.
Ingevolge art. 8, 2e lid, van de verordening, regelende de
de benoeming en den werkkring van voornoemde Commissie,
is hiervoor de goedkeuring van Uwe Vergadering noodig.
Aangezien ook bij ons College tegen verkoop van dit
instrument geenerlei bezwaar bestaat, geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan de Commissie voor het Stedelijk
Museum „de Lakenhal" machtiging te verleenen tot verkoop
voor den prijs van 35.van een door Johan Joosten van
Musschenbroek vervaardigd microscoopje aan Dr. C. A.
Crommelin, Secretaris-penningmeester van het in te richten
Nederlandsch Historisch Natuurwetenschappelijk Museum.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J J. GB.OEN ZOON.
I