3
en aanpassend Nijverheidsonderwijs" en „Voorlichting bij
keuze van beroep en vakopleiding".
De Commissie is dan ook van meening, dat eemigefinan-
eieele steun gemotiveerd is en geeft in overweging eene
bijdrage van 25.te verleenen. Zij merkt daarbij nog
op, dat de Gemeente voor dat bedrag in het bezit komt
van een doorloopende toegangskaart en dat zij atle druk
werken ontvangt.
Met het advies van de Commissie kunnen wij ons wel
vereenigen en wij geven Uwe Vergadering mitsdien in over
weging ten behoeve van het in Juli 1931 te 's-Gravenhage
te houden Nationaal Congres ter behandeling van vakop
leidingsvraagstukken eene bijdrage toe te kennen van 25.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Bloemendaal, XT
-November 1930.
Leiden,
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Vereeniging
tot Bevordering van de Vakopleiding voor Handwerkslieden
in Nederland, gevestigd te Amsterdam, opgericht den 25sten
Januari 1896, waarvan de Statuten laatstelijk zijn goedgekeurd
bij Koninklijk Besluit van 27 Juni 1927, No. 53, domicilie
kiezende ten huize van haren secretaris, G. E. B. Kuijntjes,
Haagweg 2, Leiden;
dat zij voornemens is in Juli 1931 te 's-Gravenhage een
Nationaal Congres te houden;
dat op dit congres zullen worden behandeld Vakopleidings
vraagstukken, welke zich talrijk voordoen als gevolg van
de zich steeds wijzigende methodes van productie en ver
anderde eischen van het maatschappelijk leven;
dat behandeling van en uitspraak over deze vraagstukken
belangrijk kan bijdragen tot een betere vorming van het
opkomend geslacht;
dat de resultaten welke op bovengenoemd congres zullen
worden verkregen, dus nauw samenhangen met de volkskracht
en de volkswelvaart;
dat daarom verwacht mag worden dat ook de gemeenschap
dit Congres, dat groote uitgaven vergt, finantiëel zal steunen
dat zij U ter nadere toelichting verwijst naar bijgaande
memorie van Toelichting, Begrooting en Lijst van Onder
werpen.
Beden waarom de vereeniging voornoemd Uw College be
leefd verzoekt om een bijdrage terwille van de uitvoering-
der Congresplannen.
Met verschuldigde hoogachting,
voor de Vereeniging voornoemd:
Het Hoofdbestuur:
Smeenge Voorzitter,
G. E. E. Kuijntjes, Secretaris.
Aan den Edelachtbaren Baad der
Gemeente Leiden.
N°. 8. Leiden, 30 December 1930.
In de verordening van den 20en September 1917, laat
stelijk gewijzigd bij de verordening van 11 Juli 1921 (Gem.
Blad No. 38 van 1921), regelende den rechtstoestand van
de ambtenaren der gemeente Leiden, komt o. m. de bepa
ling voor, dat aan vrouwelijke ambtenaren eervol ontslag
uit hare betrekking verleend wordt met ingang van den
dag waarop zij in het huwelijk treden.
In aansluiting daarop is, toen de L. O.-Wet 1920, na de
wijziging bij de wet van 28 Mei 1925, S. 207, daartoe de
gelegenheid bood, bij verordening van den 22en Februari
1926 (Gem. Blad No. 1 van 1926), een deigelijke bepaling
vastgesteld voor de onderwijzeressen verbonden aan de
openbare scholen voor gewoon lager-, uitgebreid lager- en
buitengewoon lager onderwijs. De L. O.-Wet laat evenwel
niet toe, dat aan deze onderwijzeressen zonder meer bij het
aangaan van een huwelijk ontslag wordt verleend, doch
schrijft voor, dat ontslag alleen kan worden gegeven, indien
de onderwijzeres bij de voltrekking van het huwelijk den
leeftijd van 45 jaar nog niet heeft bereikt.
Waar ook wij, evenals de toenmalige Collegt s van Burgemees
ter en Wethouders, die de tot standkoming van de genoemde
bepalingen bevorderden, van oordeel zijn, dat aan vrouwe
lijke ambtenaren bij het aangaan van een huwelijk eervol
ontslag behoort te worden verleend, achten wij het ge-
wenscht, dat ten aanzien van die catagoriën van vrouwe
lijk onderwijzend personeel, in dienst van de gemeente,
voor wie een dergelijke bepaling nog niet bestaat, t w. de
vrouwelijke leerkrachten verbonden aan het gymnasium,
de beide hoogere burgerscholen, de kweekschool voor onder
wijzers en onderwijzeressen en de aan die kweekschool ver
bonden afzonderlijke cursussen, de bewaarscholen, het ver
volgonderwijs en het onderwijs aan spraakgebrekkigen, een
gelijk voorschrift wordt vastgesteld als dat, hetwelk geldt
voor de vrouwelijke ambtenaren bedoeld in de hierboven
aangehaalde verordening regelende den rechtstoestand van
de ambtenaren der gemeente Leiden.
Op grond daarvan en onder overlegging van de te dezer
zake ingewonnen adviezen, bieden wij Uwe Vergadering
hierbij ter vaststelling aan de navolgende verordening
VERORDENING,
betreffende het verleenen van ontslag aan de vrouwelijke leer
krachten verbonden aan het gymnasium, de beide hoogere bur
gerscholen, de kweekschool voor onderwijzers en onderwijze
ressen en de aan die kweekschool verbonden afzonder
lijke cursussen, de bewaarscholen, het vervolgonder
wijs en het onderwij* aan spraakgebrekkigen, wegens
het aangaan van een huwelijk.
Artikel 1.
Aan de vrouwelijke leerkrachten, verbonden aan het gym
nasium, de beide hoogere burgerscholen, de kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen en de aan die kweek
school verbonden afzonderlijke cursussen, de bewaarscholen,
het vervolgonderwijs en het onderwijs aan spraakgebrek
kigen, die in het huwelijk treden, wordt, met ingang van
den dag waarop het huwelijk wordt voltrokken, ontslag
verleend.
Art. 2.
Deze verordening treedt in werking op den dag van hare
vaststelling.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 9. Leiden, 31 December 1930.
In verband met het aan de vakonderwijzeres in handels
kennis aan de Meisjesschool voor U.L.Ö. verleend eervol
ontslag, komt het ons gewenscht voor aan die school een
leerkracht te verbinden die niet uitsluitend bevoegd is om
onderwijs in handelskennis te geven, doch tevens de bevoegd
heid bezit om ook in andere vakken les te geven.
Voor benoeming van zoodanige leerkracht bieden wij U
de volgende voordracht aan:
1°. P. VAN DAM, onderwijzer te Eindhoven;
2°. W. HOOGEVEEN, hoofd der school te Hollum (Ameland)
3°. L. M. DE GBAAP, onderwijzer te Amsterdam.
Onder mededeeling, dat het advies van den Inspecteur van
het Lager Onderwijs in deze inspectie en het bericht van
het Hoofd der school in de Leeskamer ter inzage liggen,
geven wij U in overweging tot benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 10 Leiden, 31 December 1930.
Ter voorziening in de vacature, welke zal ontstaan aan
de o. 1. school aan de Haverstraat A na het verleenen van
het door Mej. J. Ephraïm gevraagd ontslag, bieden wij U
hierbij de navolgende voordracht aan voor de benoeming
van een onderwijzer aan genoemde school:
1°. C. DE BOER, onderwijzer te Assen;
2°. F. K. LINGSMA, onderwijzer te Medemblik;
3°. J. WOLFSLAG, onderwijzer te Lekkerkerk.
Onder mededeeling, dat de stukken, waaronder het advies
van den Inspecteur van het Lager Onderwijs in deze
inspectie, in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij U
in overweging tot benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.