167
5°. dat wijziging, vermindering of uitbreiding van de
routes alsmede van de dienstregeling eveneens de goedkeu
ring van ons College behoeven;
b. vast te stellen den overgelegden begrootingsstaat model
D, dienst 1930, groot 6000.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 265. Leiden, 15 December 1930.
In Uwe Vergadering van 1 December j.l. werd bij de
behandeling van ons voorstel, om ook dit jaar wederom de
gebruikelijke Kerstgave aan de steuntrekkende werkloozen
uit te keeren door Uw medelid, den heer van Stralen, in
overweging gegeven deze Kerstgave te verhoogen en meerdere
werkloozen, t. w. kastrekkers, daarin t- doen deelen. Zijn
later schriftelijk geformuleerd voorstel luidt als volgt:
„Ondergeteekende stelt voor de Kersttoeslag te verleen en
tot 50 van het steunbedrag en dezen toeslag ook uit
te keeren aan die werkloozen die nog trekkende zijn uit de
werkloozenkas doch na uittrekking in aanmerking voor
gemeentelijke steun komen."
Kaar aanleiding van dit voorstel merken wij het volgende op
Toen in 1925 besloten werd tot het verleenen van een
Kersttoeslag op de steunbedragen, was de werkloosheid
langduriger dan thans. Dit is op te maken uit het bedrag
aan steun, dat over de eerste 10 maanden van 1925 werd
uitgekeerd, n.l. ƒ116.613.05 tegen ƒ55.958.60 over de eerste
10 maanden van dit jaar. De steunbedragen waren toen ook
geringer, n.l. 13.voor man en vrouw,
1.voor elk kind tot een maximum van
8 kinderen,
met een maximum van 65% van het loon, terwijl geen
huurtoeslag werd verleend en van alle gezinsinkomsten
op het steunbedrag in mindering werd gebracht.
Thans is de regeling aldus:
13.50 voor man en vrouw,
1.25 voor elk kind beneden 14 jaar, tot een
maximum van 7 kinderen,
met een maximum van 70% van het loon.
Huurtoeslag: het huurbedrag boven 4.— tot een maxi
mum van 2.
Yan de gezinsinkomsten zijn de eerste 5.vrij, van de
rest wordt 2/3 in mindering gebracht.
De normale steunbedragen (d. w. z. de steunbedragen als
er geen gezinsinkomsten zijn) variëeren dus thans van
13.50 voor een echtpaar zonder kinderen tot 22.25 voor
een gezin met 7 kinderen. Hierbij komt eventueel een huur
toeslag van maximaal 2.en de gebruikelijke wekelijksche
kolenbon voor 1 H.L. parelcokes.
Een Kersttoeslag van 25% op de steunbedragen variëert
derhalve van rond 3.405.50 voor de normale gevallen.
Bij gezinsinkomsten daalt het steunbedrag vaak tot geringe
bedragen van b.v. 1.en 2.Hoe lager steun, hoe
meer gezinsinkomsten er zijn. Een gezin b.v. van man,
vrouw en 4 kinderen beneden 14 jaar, dat/2.—steun trekt,
heeft een aftrek van 13.50 4 x 1.25) 18.50 2.
of 16.50; van 16.50 is 24.75. Er zijn in dat geval
dus 29.75 24.75 5.gezinsinkomsten. Zoo'n gezin
krijgt behalve de ƒ2.steun ook nog den huurtoeslag
benevens de kolenbon. Bij steunbedragen beneden 1.
wordt noch huurtoeslag noch kolenbon verstrekt.
Vermits het totale steunbedrag in de week van 2227
December geschat wordt op ƒ4000.(in de week van 1722
November bedroeg het 2856.komt 25% Kersttoeslag
op 1000.
Bij de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk
Hulpbetoon zal het steunbedrag in de Kerstweek zeker ook
4000.bedragen, zoodat ook daar de 25 1000.
kost. Inmiddels heeft deze Commissie Dinsdag 2 December
een voorstel, om den toeslag op 50 te brengen, met
5 tegen 2 stemmen verworpen, eensdeels uit overweging,
dat het niet aanging vooruit te loopen op 's Baads beslis
sing, andersdeels, omdat door deze Commissie voor eenigen
tijd besloten is, om aan de ouders, die gesteund worden en
wier kindereu schoolvoeding genieten, voor het gemis daar
van in de Kerstvacantie 1.per kind per week toeslag
te geven. Deze maatregel zal, aangezien het aantal gesteunde
partijen groot is (reeds meer dan 700), ongetwijfeld ook
ongeveer 1000.— kosten.
Ten opzichte van een verdubbeling van de Kerstgave
voor de steuntrekkende werkloozen kan ons College niet
gunstig adviseeren. Onze steunregeling is behoorlijk en steekt
niet ongunstig af bij die van andere gemeenten. Hetzelfde
kan gezegd worden van de Kerstgave. Er zijn enkele ge
meenten, waar ook 25% toeslag wordt gegeven, maar ner
gens wordt meer gegeven, wel minder. Ook in de uitgebreid
heid van de werkloosheid kan geen motief worden gevonden
om de uitkeering te verhoogen. Evenmin als aan de beperkt
heid van de werkloosheid in 1929 een argument kon worden
ontleend, om de Kerstgave te verkleinen.
Wat nu de uitbreiding van de Kerstgave betreft tot kas
trekkers, meenen wij, dat deze in haar algemeenheid moet
worden ontraden. Zij toch, die met Kerstmis nog in de
werkloozenkassen loopen, zijn over 't algemeen nog slechts
kort werkloos en kunnen niet geacht worden reeds een
bijzonderen overheidssteun van noode te hebben. Nu zijn
er evenwel steeds een aantal gevallen, die door de bepaling,
dat men in de Kerstweek steuntrekkend moet zijn, om voor
den toeslag in aanmerking te komen, juist den toeslag mis-
loopen, omdat zij, vlak na Kerstmis in den steun komend,
niet voldoen aan het gestelde criterium. Om het aantal
dezer gevallen aanzienlijk te beperken, is er onzerzijds geen
bezwaar om hen, die met Kerstmis reeds eenige weken onaf
gebroken werkloos zijn, doch nog niet van hun kas zijn uitge
trokken, te doen deelen in de Kerstgave.
Als grens meenen wij te moeten stellen 1 December en
als datum van beoordeeling 20 December. Door deze uit
breiding worden alle schrijnende grensgevallen weggenomen,
al zullen er natuurlijk altijd personen blijven, die erbuiten
vallen. Dit is evenwel het geval in elke regeling.
Wij stellen U mitsdien voor aan Uw besluit van 1 Decem
ber j.l. in zake den Kersttoeslag toe te voegen het vol
gende
„Voor een extra ondersteuning (Kerstgave) van 25 op
de gewone steunuitkeeringen komen eveneens in aanmer
king de gehuwden, kostwinners en alleenstaande personen,
die op Zaterdag 20 December 1930 trekkend zijn van hun
werkloozenkas en reeds van 1 December 1930 af onafgebroken
werkloos zijn geweest, voorzoover deze werkloozen, na uit
getrokken te zijn, voor steunuitkeering in aanmerking zouden
komen."
De kosten van deze uitbreiding zijn moeilijk te ramen.
Wij meenen evenwel, dat er een bedrag van 400.mee
gemoeid zal zijn, doch kunnen uit den aard der zaak daar
voor niet instaan.
Besumeerende geven wij dus üwe Vergadering in over
weging het voorstel-van Stralen af te wijzen, doch aan te
nemen het hierboven door ons geformuleerde voorstel tot
uitbreiding van den Kersttoeslag voor kastrekkers.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.