166
huurovereenkomst, aan de afdeeling Leiden van vorenbe-
bedoelden Bond op denzelfden voet in beheer gegeven als
dat aan den Hoogen Rijndijk, aanvankelijk voor een zoodanig
tijdvak, dat de exploitatietermijn voor beide terreinen gelijk
tijdig eindigt, dus tot 1 Januari 1932.
In de nieuwe overeenkomst, geldende voor beide terrei
nen, wordt de verplichting opgenomen, dat het veld aan
den Zoeterwoudsehen Singel kosteloos ter beschikking van
de Politie-Sportvereeniging wordt gesteld voor de beoefening
o. m. van het voetbalspel en beh >udt de gemeente zich weer
het recht voor van kosteloos gebruik ten behoeve van
scholen in de gemeente. Het onderhoud van het eigenlijke
speelveld van laatstgenoemd terrein komt voor rekening
van de gemeente.
De subsidie van ten hoogste 1000.per jaar, die de
afdeeling thans ontvangst voor het terrein aan den Hoogen
Rijndijk (raadsbesluit van 25 November 1929, juncto raads
besluit van 27 Juni 1927; zie Ingek. Stukkeu No. 196 van
1929 en No. 135 van 1927) zal voortaan voor beide terrei
nen tezamen gelden, vermits deze subsidie steeds voor slechts
een gedeelte benoodigd bleek te zijn. Een opgemaakte
exploitatie-begrooting doet verwachten, dat met een bedrag
van 1000.voor de gecombineerde exploitatie kan worden
volstaan.
Voorts zal de genoemde subsidie van 800.per jaar
tot 350.worden verminderd, zulks met het oog op de
omstandigheid, dat de gemeente voortaan in het onderhoud
van het eigenlijke speelveld aan den Zoeterwoudsehen Sin
gel zal voorzien en de subsidie derhalve alleen nog benoo
digd is voor de spelcursussen.
Ook de subsidie ad 1200.per jaar, welke de Politie-
Sportvereeniging krachtens raadsbesluit van 9 December
1927 geniet, kan, nu daaruit in den vervolge geen terrein-
huur behoeft te worden voldaan, worden verminderd en
wel met 100.
In overeenstemming met het advies der Commissie van
Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over
weging te besluiten:
I. door vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat,
model D., dienst 1930, een bedrag van 2.000.te onzer
beschikking te stellen ten behoeve van het in orde brengen
van het sportterrein aan den Zoeterwoudsehen Singel in
dien zin, dat het ook gebezigd kan worden voor de beoefe
ning van het voetbalspel;
II. medewerking te verleenen aan de tusschentijdsche
beëindiging met ingang van een door ons College te bepalen
datum van de o vei eenkomst met de afdeeling Leiden van
den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding in
zake de verhuring van het sportterrein aan den Zoeter
woudsehen Singel;
III. vast te stellen de overgelegde ontwerp-overeenkormt
tusschen de gemeente Leiden en de afdeeling Leiden van
den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding ïn
zake de exploitatie van het Zuidelijk Speelterrein bij de
Wilhelminabrug en van het sportterrein aan den Zoeter
woudsehen Singel;
IV. a. het raadsbesluit van 11 Juli 1921 in dien zin te
wijzigen, dat de toegekende subsidie aan de afdeeling Leiden
van den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding
wordt verlaagd van 800per jaar tot 350.per jaar;
b. het raadsbesluit van 9 December 1927 in dien zin te
wijzigen, dat de subsidie aan de Leidsche Politie-Sport
vereeniging voor de door haar te houden cursussen tot
beoefening van de sport door hare leden, wordt verlaagd
van ten hoogste 1200.per jaar tot ten hoogste ƒ1100.
per jaar;
een en ander met ingang van een door ons College te
bepalen datum.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 264. Leiden, 15 December 1930.
Van de N.V. Leidsche Auto-Boxen-Garage is een verzoek
ingekomen, om haar ten behoeve van den auto busdienst
„Stadsverkeer" een subsidie uit de gemeentekas te ver
leenen. Deze dienst, welke door de Vennootschap in September
1928 werd aangevangen, omvat de routes: a. Station
Tuinstad wijkb. StationKooipark en c StationVan
Oldenbarneveldtstraat en omgeving.
De aanleiding tot het verzoek is gelegen in de omstandig
heid, dat sedert het begin van de onderneming een aan
zienlijk verlies is geleden en ook thans nog niet een
sluitende rekening kan worden gemaakt.
In de rapporten van de Commissie van Financiën, welke
in de Leeskamer ter visie zijn gelegd, worden omtrent dit
verlies cijfers medegedeeld.
Zooals uit deze stukken blijkt, zijn de financiëele resul
taten door de toeneming van het aantal passagiers ge
leidelijk belangrijk verbeterd, doch men dient daarbij te
bedenken, dat het vervoer langzamerhand zijn hoogtepunt
en daarmede een zekere stabiliteit heeft bereikt. Het zou
derhalve te optimistisch zijn, op grond van de stijging van
de maand ontvangsten, die sedert den aanvang van den
dienst valt te constateeren, binnen korten tijd reeds een
zich bedruipende exploitatie te verwachten; integendeel
moet althans in de eerste jaren nog op een verlies worden
gerekend.
Het spreekt vanzelf, dat de financieele uitkomsten van
invloed zouden kunnen zijn op de instandhouding van den
dienst.
Met de Commissie van Financiën is ons College van oor
deel, dat deze, thans goed functionneerende, autobusdienst
in een behoefte voorziet en dat het algemeen belang daarbij
in zoodanige mate is betrokken, dat ter verzekering van
het voortbestaan van het bedrijf het verleenen van finan-
cieelen steun uit de gemeentekas gewettigd is. tiet ontbre
ken van een dergelijk vervoermiddel zou ongetwijfeld een
hoogst onbevredigende toestand zijn.
Eveneens kunnen wij ons vereenigen met de door de
Commissie in overweging gegeven regeling van de subsidie.
Zonder aan het toekennen van financieelen steun terug
werkende kracht te verleenen in dien zin, dat het reeds
geleden verlies geheel of gedeeltelijk in eens wordt vergoed,
moet h. i. bij de bepaling van vorm en bedrag der bijdrage,
wel met dat verlies rekening worden gehouden, omdat immers
juist in dat verlies de moeilijkheden voor de verdere ont
wikkeling van het bedrijf zijn gelegen. De subsidie moet dus
ook de functie hebben die moeilijkheden weg te nemen.
De Commissie stelt daartoe voor, om gedurende ten hoogste
10 jaren, gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1930, een
subsidie te verleenen van 1| cent per afgelegden K.M.,
hetgeen naar de tegenwoordige dienstregeling en routes neer
komt op 6000.per jaar. Deze regeling biedt, gelijk
men in het rapport der Commissie kan lezen, verschillende
voordeelen, waarvan wel de voornaamste zijn, dat eenerzijds
de vennootschap op een geleidelijke versterking van hare
inkomsten kan rekenen wat hare positie, b.v. met het oog
op aanschaffing van nieuwe auto's, zal vergemakkelijken
en dat anderzijds de gemeente meer verzekerd is van het
voortbestaan van den dienst, terwijl voorts een bijdrage per
K.M. de activiteit van het bedrijf, b v. ten aanzien van
vermeerdering van de trajecten, zal prikkelen.
Al is liet toekennen van de subsidie ook in casu een een
zijdige overheidsdaad, zoodat er geen contractueele verhouding
ontstaat en de gemeente formeel vrij blijft de subsidie
tusschentijds te beëindigen, wel wordt bij de totstand
koming van deze regeling een moreele band geschapen,
volgens welken de vennootschap zich verplicht gedurende
10 jaren deD dienst in stand te houden en de gemeente,
om gedurende dien tijd de subsidie uit te keeren, indien
de exploitatie-uitkomsten daartoe aanleiding geven.
Een jaarlijksch bedrag van 6.000.is in het licht van
de vroegere en de geraamde toekomstige exploitatie-resul
taten aannemelijk ook rechtvaardigt het belang, dat de
gemeente bij het voortbestaan van den dienst heeft, deze
uitgaaf.
De voorwaarden aan het subsidie-besluit te verbinden,
kunnen zich tot een vijftal beperken, aangezien die, welke
verder zouden zijn vereischt, reeds voldoende zijn verzekerd
door den inhoud van de ingevolge de verordeningen op het
Rijden en op de Straatpolitie verleende vergunningen.
Onder mededeeling, dat adressante met een en ander
accoord gaat, geven wij Uwe Vergadering alsnu in over
weging
a. aan de N. V. Leidsche Auto-Boxen-Garage ten be
hoeve van den lokalen autobusdienst „Stadsverkeer" tot
wederopzeggens, doch ten hoogste gedurende den tijd van
10 jaren, gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1930, een
jaarlijksche subsidie toe te kennen van U/2 cent per afge
legden K.M. binnen het gebied van Leiden, onder voor
waarde
1'. dat de subsidie niet zal te boven gaan het verlies,
dat de docr ons College goedgekeurde balans en verlies- en
winstrekening, na uitkeering van een redelijk dividend,
aanwijst;
2°. dat van den lokalen autobusdienst een administratie
wordt gehouden, geheel afgescheiden van het bedrijf, dat
de vennootschap verder nog mocht uitoefenen;
3°. dat aan de gemeente op de door ons College te bepalen
wijze de gelegenheid wordt gegeven in de boeken van de
Vennootschap het totaal aantal afgelegde K.M. te contro
leeren
4°. dat de tarieven de goedkeuring van ons College behoeven;