128
kosten, met dien verstande, dat zij een bedrag van 7.500.
niet zal overschrijden. Aan de vereeniging mag derhalve,
met inachtneming van genoemd maximum, nimmer een
hooger bedrag worden uitgekeerd dan het exploitatie-tekort
bedraagt.
Terwijl nu de bijdrage in de verpleegkosten van on- en
minvermogenden tot; nog toe steeds tot het volle bedrag
benoodigd bleek, wezen de exploitatierekeningen van het
Herstellingsoord over 1927 en 1928 slechts een tekort aan
van resp. 4.094.48 en 3.741.97J, zoodat de uitkeering
over deze jaren tot die bedragen beperkt moesten blijven.
Deze omstandigheid, n.l. de uitkeering van een lager
bedrag dan 7.500.waartoe wij op grond van het
raadsbesluit waren verplicht, was aanleiding tot een nader
overleg tusschen het bestuur der vereeniging en ons College
omtrent de bestaande subsidieregeling
Het bestuur wees er ons op, dat het gunstige resultaat van
beide jaren meer aan toevallige omstandigheden was te
danken en geen maatstaf kon zijn voor volgende jaren,
omdat integendeel door uitbreiding van de werkzaamheden
vooral tengevolge van de oprichting van een internaat
voor 10 kinderen de uitgaven de tendenz van stijging
vertoonden.
Niettegenstaande sedert 1928 ook rijkssubsidie wordt
ontvangen (ten bedrage van 18f cent per verpleegdag per
kind) kon de begrooting 1929, welke tot basis voor de
besprekingen in zake wijziging van de subsidie diende, slechts
sluitend worden gemaakt door als gemeente-subsidie een
bedrag van 9.000.te ramen, terwijl de inmiddels ver
schenen rekening over dat jaar een zoo aanzienlijk tekort
heeft, dat dit door de gezamenlijke gemeentebijdragen van
7.500.— en 1.000 niet zal kunnen worden opgeheven.
En de begrooting voor 1930 is weer opgemaakt naar de
rekeningcijfers 1929. De kosten der inrichting over de laatste
jaren bedroegen:
1927 18.184.24
1928 22.730.02|
1929 (begrooting) 23.500.
1929 (rekening) 29.738.26J
1930 (begrooting)29.000.
De oorzaak van deze stijging is in tusschen niet alleen te
zoeken in toeneming van werkook is van invloed geweest
de omstandigheid, dat, naar inmiddels was gebleken, de
vereeniging over vroegere jaren van de provincie te veel
subsidie had genoten en het te veel ontvangene moest
worden gerestitueerd.
Terwijl de provinciale bijdrage in werkelijkheid maar
20% van de exploitatie-uitgaven bedraagt, werd bij een
bedrag aan uitgaven van omstreeks 20.000.gedurende
eenige jaren 7.600.per jaar ontvangen. Voortaan moest
dus niet slechts op een belangrijk lagere bijdrage van dat
lichaam worden gerekend, maar bovendien moest de rekening
met restitutie ter zake worden belast. De provincie ver
klaarde zich intusschen bereid het terug te storten bedrag
te fixeeren op 9.000.en genoegen te nemen met jaar-
lijksche aflossingen van 1.000.
De uitbreiding met een internaat, waardoor wel de capa
citeit van de inrichting aanzienlijk werd verhoogd, doch ook
de exploitatie werd verzwaard, en het aanbrengen van ver
schillende verbeteringen, als het aanleggen van centrale
verwarming, vorderde voorts niet alleen het kapitaaltje,
dat de vereeniging ha l weten te vormen, maar deed boven
dien nog een tekort op de kapitaalrekening ontstaan van
rond 5.400.
Gelet op het hoogst sympathieke doel, dat de vereeni
ging nastreeft, bestaat er naar ons oordeel onder deze
omstandigheden wel aanleiding, om den jaarlijkschen gelde-
lijken steun der gemeente eenigszius uit te breiden en om
de vereeniging ook met betrekking tot haar kapitaalsuit
gaven, hoezeer die ook zonder voorafgaand overleg met de
gemeente werden gedaan, tegemoet te komen.
Nadere overweging van de tot nog toe geldende wijze
van subsidieering heeft ons ook tot het inzicht geleid, dat
veranderit g daarvan mede wenschelijk is.
In de plaats van de tegenwoordige subsidie van 7.500.
en de bijdragen ad 1.000.zouden wij n.l. wenschen te
zien gesteld, ingaande 1 Januari 1929, één enkele subsidie
tot wederopzeggens, welke zich regelt naar de verpleegkosten
van de uit Leiden afkomstige kinderen en wel een subsidie
ten bedrage van 40 van den verpleegprijs volgens de
exploitatierekening, met dien verstande, dat het maximum
der subsidie overeenkomstig de begrooting 1929 der
vereeniging wordt verhoogd tot 9.000.Aldus wordt
eenerzijds tusschen het belang der gemeente bij de inrich
ting en den geldelijken steun een rechtstreeksch verband
gelegd en worden anderzijds de financiëele vooruitzichten
der vereeniging, die, gelijk bleek, voortaan ook rijkssteun
zal genieten, verbeterd. Daarnaast behoort de bepaling te
blijven gelden, dat de subsidie in elk geval beperkt blijft
tot het exploitatie-tekort.
Ten laste van de exploitatie zal intusschen mogen worden
gebracht de aan de provincie te restitueeren, te veel genoten
subsidie. In die terugstorting zullen derhalve de vereeni
ging zelve (uit contributies, verpleegkosten) en verder alle
subsidiëerende lichamen, mitsdien ook de provincie en de
gemeente, bijdragen, hetgeen, wat de laatsten betreft, ratio
neel is, vermits de schuld aan de provincie feitelijk tot het
exploitatie-tekort van vroegere jaren behoort.
Aangezien de gemeente eenerzijds over de jaren 1927 en
1928 in totaal ei n som van 7.163.54 minder aan suosidie
heeft uitgekeerd dan het maximum bedrag en anderzijds
bij de voorgestelde regeling in het aan de provincie terug
te betalen bedrag van 9.000.voor 40% of ƒ3.600.
deelneemt, zou door haar ten slotte een bedrag van rond
3.550.worden gekort. Wij stellen Uwe Vergadering nu
voor, dit bedrag ter beschikking van de vereeniging te stellen
als bijdrage in eens in de kosten van uitbreiding der in
richting; hiermede zal de gemeente ook het restant van de
ingehouden sommen aan de vereeniging ten goede hebben
doen komen en zal dus van eenig voordeel uit de toege
paste kortingen geen sprake zijn.
Op het nader verzoek van de vereeniging om de subsidie
voor 1929 te bepalen op ten hoogste 11.000.in plaats
van op 9.000.en om de bijdrage in eens te stellen op
het bedrag van het kapitaal tekort, derbalve op 5.466.05J,
moet naar onze meening niet worden ingegaan. Hoewel wij
allen lof hebben voor het zeer nuttige werk, dat de ver
eeniging in den strijd tegen de tuberculose onder de leer
plichtige kinderen verricht, zoo is ons College nochtans van
oordeel, dat de grens van den financieelen steun der ge
meente bereikt is bij een uitkeering in eens van 3.550.
en een verhooging van de subsidie tot 9.000.(op de basis
van de begrooting 1929, die leidraad bij de besprekingen
is geweest); indien de rekening dan nog niet sluitend is te
maken, zal de vereeniging moeten trachten de ontbrekende
middelen op andere wijze te verkrijgen, hetzij van particu
liere zijde, hetzij door bezuiniging als anderszins.
Met betrekking tot den overgelegden begrootingsstaat
merken wij nog op, dat de subsidie over 3928 als voorschot
op goede rekening voorloopig tot het volle bedrag was uit
betaald. De door de vereeniging te restitueeren som van
3.758.02 J kan derhalve op den begrootingspost tegenover
de daarop te brengen totale uitgaaf van ƒ4.550.in ont
vangst worden uitgetrokken. Van den post voor „Onvoor
ziene Uitgaven", waarop thans nog ƒ3.659.70 beschikbaar
is, moet dan nog ƒ791.97J worden afgeschreven.
Onder verwijzing naar de in dc Leeskamer ter visie lig
gende stukken geven wij Uwe Vergadering alsnu in over
weging
I. met wijziging, resp. intrekking van de raadsbesluiten
van 15 Mei 1922 en 27 Augustus 1923, aan de Vereeniging
„Herstellingsoord de Leidsche Buitenschool" tot weder
opzeggens, ingaande 1 Januari 1929, een jaarlijksche subsidie
te verleenen ten bedrage van 40 van de verpleegkosten
volgens de exploitatierekening van de uit Leiden afkomstige
kinderen, met dien verstande, dat de subsidie een bedrag
van 9.000.per jaar niet zal te boven gaan, noch meer
zal bedragen dan het tekort der exploitatierekening, en
zulks onder de volgende voorwaarden:
a. de vereeniging verbindt zich, onverminderd het bepaalde
sub voortdurend 35 plaatsen in het Herstellingsoord voor
te Leiden wonende leerlingen van openbare en bijzondere
scholen, tegen het minimum tarief ter beschikking van
Burgemeester en Wethouders van Leiden te stellen; de
aanwijzing der te plaatsen leerlingen zal door Burgemeester
en Wethouders geschieden na gepleegd overleg met de Ver
eeniging tot bestrijding der Tuberculose;
b. de tarieven en de voorwaarden van opneming, alsmede
wijziging van de statuten en van het huishoudelijk regle
ment der vereeniging moeten aan Burgemeester en Wet
houders van Leiden worden medegedeeld;
c. de gemeente heeft het recht zich door een of twee ge
delegeerde leden, door Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen, in het bestuur der vereeniging te doen vertegen
woordigen
d. jaarlijks moet een rekening en verantwoording van
het afgeloopen jaar en een begrooting voor het volgende
jaar ter goedkeuring aan Burgemeester en Wethouders van
Leiden worden toegezonden;
e. jaarlijks moet een verslag omtrent de exploitatie van
de „buitenschool" over het afgeloopen jaar aan Burgemeester
en Wethouders van Leiden worden ingediend;
de gemeentelijke subsidie strekt mede om de vereeni
ging in staat te stellen te Leiden wonende kinderen van
on- en minvermogenden kosteloos te verplegen of hen in de
kosten van verpleging tegemoet te komen. Omtrent de aan
wijzing van deze kinderen en de hoegrootheid van de te