276
DINSDAG 2 SEPTEMBER 1930.
Het voorstel van den heer van Es is dus niet voor aan
neming vatbaar. Het komt in strijd met art. 34 van het
Radioreglement en het komt practisch neer op geen distributie.
Het voorstel van den heer Donders, een distributie, die zich
beperkt tot een hoekje van de stad, zou een bedrijf scheppen,
dat geen levenskracht heeft. Laat men dan elkander eerlijk
in de oogen zien en zeggen: wij willen geen radio-distributie.
Als de Raad Burgemeester en Wethouders uitnoodigt alle
vergunningen in te trekken en geen nieuwe meer te ver-
leenen, dan zullen Burgemeester en Wethouders daaraan
voldoen, omdat zij hun bevoegdheid tot het verleenen van
die vergunningen ontleenen aan een verordening van den Raad.
Die bevoegdheid hebben Burgemeester en Wethouders niet
krachtens een of andere wet, maar ingevolge een door den
Raad vastgestelde verordening. De Raad is in dezen de hoogste
macht en Burgemeester en Wethouders moeten aan een uit-
noodiging van den Raad gehoor geven, willen zij niet, dat
de Raad de machtiging intrekt ot de bevoegdheid aan hen
ontneemt.
Wil men niet, dat in deze gemeente een radio-distributie-
bedrijf bestaat, dan moet men stemmen voor het voorstel
van den heer Donders. Het denkbeeld om de zaak te laten
uitsterven is niet voor verwezenlijking vatbaar.
Ook is het niet mogelijk om, zooals de heer Wilmer
wenscht, dat de Raad zal doen, in dezen een afwachtende
houding aan te nemen.
Indien de Raad besluit niet over te gaan tot het exploiteeren
van een gemeentelijk distributiebedrijf, wordt een machtiging
gegeven aan particulieren, die de Raad niet in zijn macht
heeft.
Indien de Raad geen voorstel aanneemt om Burgemeester
en Wethouders te verzoeken geen vergunning tot het spannen
van draden over den openbaren weg te verleenen, zullen zij
die vergunning ook niet weigeren, ömdat zij het onjuist
vinden door het weigeren van de vergunning het voor hen,
die een machtiging van den Minister ontvangen, onmogelijk
te maken tot het spannen van draden over te gaan. Neemt
de Raad een dergelijk voorstel wel aan, dan zullen Burge
meester en Wethouders de vergunning wel weigeren.
Men moet thans kiezen tusschen gemeentelijke exploitatie
of particuliere exploitatie.
De heer Wilmer heeft naar sprekers meening een zeer
juiste opmerking gemaakt, toen hij zei: zoolang de particuliere
distributie niet in strijd komt met het algemeen belang, kan
ze toegelaten worden.
Spreker meent, dat ze wel in strijd komt met het algemeen
belang en daarom ook niet kan worden toegelaten.
De heer Zitman heeft er reeds terecht op gewezen, dat de
door den heer Wilmer voorgestelde termijn van één jaar te
kort is. Niemand zal bereid gevonden worden in dat geval
zijn geld in het bedrijf te steken.
De aanneming van het idee van den heer Wilmer beteekent
dan ook het einde van het particuliere bedrijf. Maar de aan
neming van het voorstel van den heer Zitman, waarbij de
termijn op vier jaar wordt gesteld, komt practisch neer op
het toestaan van het particuliere bedrijf in zijn vollen omvang.
Spreker bestrijdt de bewering van den heer van Eek, dat
bij dit voorstel een socialistisch principe naar voren komt.
Als er iets socialistisch in zou zijn, hebben de sociaal
democraten dat van de anti-revolutionriairen overgenomen.
De heer van Eek zal echter moeten toegeven, aldus spreker,
dat lang voordat de sociaal-democraten in de vertegen
woordigende lichamen een plaats van eenige beteekenis in
namen, andere partijen er naar streefden de monopolistische
bedrijven tot gemeentebedrijven te maken. Er is natuurlijk
niets tegen, dat het College ook eens iets voorstelt, waarvan
de sociaal-democraten voorstanders zijn.
In antwoord op de opmerkingen van den heer Wilbrink
wijst spreker er op, dat, indien door het gemeentelijke radio
distributiebedrijf winst wordt gemaakt, de Raad de bevoegd
heid heeft om aan die winst een bepaalde bestemming te
geven en haar b.v. te gebruiken voor tariefsverlaging of at-
schrijving.
De behandeling van de begrooting van dit bedrijf zal op
dezelfde wijze plaats hebben als de behandeling van de andere
bedrijfsbegrootingen.
Er zal niets in het geheim gebeuren. De Raad heeft daar
over te beslissen.
De heer Wilbrink heeft gesproken over de kosten bij ver
huizing. In 's-Hertogenbosch heeft men deze regeling: iemand,
die aangesloten is en die verhuist naar een woning, waar
geen aansluiting is, behoeft in zijn nieuwe woning niet nog
eens de kosten van aansluiting te betalen. Iemand daaren
tegen, die komt te wonen in een huis, waar aansluitiug is,
maar die te voren geen abonné was, moet wel de kosten van
aansluiting betalen. Dat stelsel werkt heel gunstig en het is
duidelijk, dat dit op den duur geen strop voor het bedrijf is.
De heer Huurman vraagt, hoe lang dat bedrijf bestaat.
De heer Goslinga antwoordt, dat het drie jaren werkt. De heer
Wilbrink sprak van honderden K.M. kabel, die gelegd moeten
worden. Dat valt nogal mee. Er ligt 100 K.M. waterleiding
in de stad, en de waterleiding komt toch ook overal. Waar
dus die honderden K.M. van den heer Wilbrink op berusten,
is voor spreker duister. Laat men nu eens de lengte van de
waterleiding met 3 vermenigvuldigen, dan zou men 300 K.M.
kabel noodig hebben en er is een offerte van een particuliere
maatschappij voor 500.per K.M. Dan komt men dus aan
anderhalve ton, maar 300 K.M. is zeker te veel. De heer
Huurman meent, dat de kosten van het straatwerk er bij
komendat is niet juist, de prijs is inclusief straatwerk.
Trouwens, men moet zich niet voorstellen, dat straks de
Haarlemmerstraat zal worden opgebroken, om een radiokabel
te leggen. De kabel zal gelegd worden achter langs de goot-
lijsten van de huizen.
De heer Wilbrink merkt op, dat dit alleen kan, voorzoover
de eigenaren dat goed vinden.
De heer Goslinga verwacht practisch geen moeilijkheden.
De kabels zullen alleen gebruikt worden voor het oversteken
van straten en grachten. De gemeentelijke ingenieurs, die
een reusachtig net hebben aangelegd voor de distributie van
electriciteit over 33 gemeenten, met een bevolking van over
de 200.000 zielen, zullen heusch wel in staat zijn zoo'n
onnoozel kabelnetje in de stad te leggen. De heer Wilbrink
zal wel niet het tegendeel willen beweren. Ook de prijzen
vallen mee. Een meter kabel kost een dubbeltje, terwijl de elec-
trische kabel 2.50 kost.
De heer Parmentier heeft gezegd, dat een aansluiting alles
bij elkaar ineens f 80.kost. Dat is niet juist. De aan
sluiting zal 10.kosten, misschien iets meer, maar dat
bedrag kan men in gedeelten betalen. In 's-Hertogenbosch
kost de aansluiting 17.50, maar wanneer men dat bedrag
niet ineens wil storten, kan men volstaan met 6.en 12
maandelijksche termijnen van f 1.Het abonnement is
24.per jaar, maar dat behoeft men zeker niet ineens en
vooraf te betalen. Met den verkoop van luidsprekers zal de
gemeente zich niet bemoeien, maar men kan die ook op af
betaling krijgen.
De heer Eikerbout vond het vreemd, dat Burgemeester en
Wethouders een nieuw bedrijf voorstellen, terwijl er reeds
zooveel bezwaar is geweest tegen het Waschbureau. Als dat
argument was gekomen bijvoorbeeld van den heer Parmentier,
zou het begrijpelijk zijn geweest, maar de heer Eikerbout
heeft de bezwaren tegen het Waschbureau nooit gedeeld.
De heer Parmentier merkt op, dat de heer Eikerbout de
redeneering van den Wethouder heeft gevolgd.
De heer Goslinga zegt, dat de heer Eikerbout steeds ge
stemd heeft voor bet Waschbureau, en wanneer hij nu bezwaar
maakt tegen dit gemeentelijk bedrijf, dan is dat den kemel
doorslikken en de mug uitzuigen.
Het gaat in dezen niet om de houding, die spreker heeft
aangenomen, maar wel om de houding van den heer Eikerbout,
die zijn opmerkingen niet tot spreker mocht richten, omdat
hij steeds een voorstander van het gemeentelijk Wasch
bureau is geweest.
De heer Elkerbout zegt, dat hij steeds een voorstander van
het gemeentelijk Waschbureau is geweest, terwijl de Wet
houder er voorheen tegen was. Maar nu komt de Wethouder
met nietige zaken voor den dag, die niet op den weg ]van de
gemeentelijke bemoeiing liggen.
De heer Goslinga komt thans tot het doorzenden van de
buitenlandsche programma's. Het Radioreglement verplicht
den distribuant niet daartoe en Burgemeester en Wethouders
wenschen het daarom van den gang van het bedrijf te laten
afhangen, of zij daartoe zullen overgaan, aangezien daaraan
meer kosten zijn verbonden. Sprtker verwijst in dit verband
naar het bedrijf in den Bosch, waar men is begonnen met
het doorzenden van de Nederlandsche programma's, in het
voorjaar daaraan de programma's van Daventry heeft toege
voegd en in het najaar ook de programma's van Berlijn of
Parijs zal doorzenden. De kosten bedragen ƒ1.20 per abonné
per jaar per bui'enlandsch station, maar zullen den abonné's
niet extra in rekening worden gebracht.
Spreker wijst er met nadruk p, dat de Raad thans voor
een belangrijke beslissing staat en naar zijn overtuiging de
belangen der ingezetenen de aanneming ian het voorstel van
Burgemeester en Wethouders vorderen.
De heer Splinter wenscht een enkel woord te zeggen over
de vergunning, die aan de heeren Ter Meer en Kroonbergis
gegeven. Indertijd kwamen vijf aanvragen voor een vergunning
tot het spannen van draden over den openbaren weg bij