DINSDAG 2 SEPTEMBER 1930.
275
dat de radio-distributie over de geheele stad in één hand
moet zijn.
Burgemeester en Wethouders zijn toen op het denkbeeld
van de gemeentelijke distributie gekomen. Wanneer de radio
distributie in handen van de gemeente is, kan men meer en
doelmatiger rekening houden met de belangen van alle daarbij
betrokkenen. Indien de distributie in handen van een of meer
particulieren is, moet de gemeente ambtenaren belasten met
de noodige contróle op den aanleg en het ontzien van de
belangen van riiet-aangeslotf nen, zonder dat daartegenover
eenig voordeel van beteekenis voor de gemeente staat.
Bovendien gold nog een andere overweging. Wanneer de
gemeente de radio-distributie aan particulieren overlaat, kan
zij hun alleen eenige eischen stellen ten aanzien van de
zekerheid van aanleg, maar kan zij hen niet dwingen het net
aan te leggen op de wijze, als zij het gaarne zou wenschen.
Men kan van de particulieren ook niet het allerbeste en
-duurste eischen. Bij de distributie door particulieren kan het
voorkomen, gelijk het is voorgekomen in het Kooikwartier,
dat de ontvangst van heri, die een eigen toestel bezitten, wordt
geschaad of de werking van particuliere telefoonlijnen wordt
gestoord. Dit zal echter bij de gemeentelijke radio-distributie
uitgesloten zijn,, omdat de belangen van alle ingezetenen der
gemeente evenveel ter harte gaan.
De gemeente zal zich niet bemoeien met den verkoop van
luidsprekers, zoodat bij de gemeentelijke radio-distributie ook
door den middenstand iets verdiend kan worden, hetgeen bij
radio-distributie door particulieren vrijwel uitgesloten is.
Spreker begrijpt zeer goed, dat de installateurs de radio
distributie gaarne geheel en al zouden keeren, hetgeen zij
ook in den Bosch hebben gemeend te kunnen doen, omdat
toegegeven moet worden, dat de distributie hun belangen
schaadt. De radio-distributie is echter niet te weren, tenzij
men overeei komstig het voorstel van den heer Donders de
verleende vergunningen tot het spannen van draden over den
openbaren weg intrekt en geen nieuwe vergunningen meer
uitreikt. In dat geval zou men alleen blokcentrales kunnen
krijgen. Spreker meent echter, dat een werkstad als Leiden
een dergelijk standpunt niet kan innemen, aangezien de radio
distributie een zaak is voor den kleinen man.
De argumenten, die de heer Donders heeft aangevoerd, acht
spreker weinig steekhoudend en het bevreemdt hem, dat een
scherpzinnig man als de heer Donders die argumenten heeft
gebruikt. Met den heer van Eek stelt spreker de vraag
waarom zouden de abonné's geen geschikte candidaten zijn voor
het lidmaatschap van de verschillende omroepvereenigingen?
Er zijn reeds 250.000 abonné's op de Radiobode, die ƒ6.
per jaar kost. Wanneer de radio-distributie er komt, is dat
weer een nieuw veld voor het werven van leden, contribuanten
of abonné's. Waarom zou dat niet het geval zijn? Maar ook
afgezien daarvan, vermoedelijk komt er een Rijkswet, om van
iederen radio-bezitter, maar ook van iederen abonné op een
centrale, een belasting te heffen va--. 50 cent per jaar. Het
Rijk zou de opbrengst van die belasting besteden om de
omroepvereenigingen, die dat heeft de heer Donders terecht
betoogd groote onkosten moeten maken, te steunen. Burge
meester en Wethouders meenen, dat die belasting ook uit
het bedrag van 24.— per jaar zou kunnen worden gevonden.
De heer Donders zal toegeven, dat men er bij de gemeente
nog zekerder van is, dat die 50 cent per abonné zal worden
betaald, dan bij een particulier. Mocht die wet er niet komen,
dan bestaat altijd de mogelijkheid van een vrijwillige bijdrage
aan de omroepvereenigingen. De Raad zou dan, bij de vast
stelling van de begrooting van het bedrijfje, daartoe moeten
besluiten. De gemeente 's Hertogenbosch betaalt op het oogen-
blik twee en een halve Zwitsersche franc (ƒ1.20) voor de
uitzendingen van Daventry, uit fatsoensoverwegingen. Welke
particulier zou dat onverplicht doen? In elk geval, de be
zwaren van den heer Donders, voorzoover zij gelden, gelden
voor een gemeentelijk bedrijf in veel mindere mate dan voor
een particulier bedrijf.
De heer van Es stelde vier mogelijkheden. De eerste was
gemeentelijke distributie, waarover aanstonds nog nader. De
tweede mogelijkheid was niets, maar daar is de heer van
Es zelf ook tegen. Tegen de derde mogelijkheid, particuliere
distributie, had de heer van Es veel bezwaar en de vierde,
het handhaven van den status quo, is wettelijk onmogelijk,
als in strijd met artikel 34 van het Radioreglement.
Ten aanzien van de gemeentelijke distributie merkte de
heer van Es op, dat de wet de gemeente daartoe niet ver
plicht. Dat is geen bezwaar tegen de gemeentelijke radio-
distributie, het is alleen het constateeren van een feit.
De heer van Es acht verder de exploitatierekening te gunstig.
Waar haalt hij dat vandaan? Burgemeester en Wethouders,
dit ook aan den heer Wilbrink, hebben de exploitatie-rekening
niet te gunstig opgezet en niet oppervlakkig. Daarbij is nog
20% uitgetrokken voor onvoorzien. Men is daarbij te werk
gegaan naar de ervaring in andere plaatsen. Bovendien, het
gaat hedenavond om het principe. De exploitatie en de kosten
berekening zal nog eens behoorlijk bekeken kunnen worden
in de Gascommissie.
De heer Wilbrink heeft eenige ongelijksoortige grootheden
met elkaar vergeleken door een vergelijking te treffen tusschen
het leggen van de kabels voor de radio-distributie en die voor
de electriciteitsvoorziening.
De heer Wilbrink merkt op, dat hij juist heeft gezegd,
dat men die vergelijking niet kan maken.
De heer Goslinga kan zich niet vereenigen met het argument,
dat het personeel der gemeente op dit gebied geen of te
weinig ervaring heeft. Het College heeft zich laten voor
lichten in plaatsen, waar de gemeentelijke radio-distributie
bestaat, en acht de ingenieurs van de gemeente volkomen in
staat om deze eenvoudige zaak te behandelen. De technische
en de financieele zijde van het vraagstuk zullen in de Gas
commissie nader bekeken worden.
Op gezag van den open brief heeft de heer van Es gezegd,
dat de kosten van het gemeentelijk distributiebedrijf tweemaal
zoo groot zullen zijn, maar spreker dient bij enkele punten
van dien brief een kantteekening te maken.
Men heeft gewezen op Amersfoort. In die gemeente zijn
2800 abonné's, die per jaar 67.000,aan abonnements
gelden betalen. De onkosten bedragen 28.000.— per jaar,
zoodat het batig saldo 39.000.is.
Men beweert, dat Amersfoort een dichtbevolkte gemeente
is. Amersfoort telt echter 1603 inwoners per K.M.2 en Leiden
5600. Amersfoort is 2350 H.A. en Leiden 1250 H.A. groot.
Leiden telt 70000 inwoners, Amersfoort 37000. In Amersfoort
kostte het net 60.000.waarom zou het in Leiden ƒ300.000.
kosten
In den open brief heeft men gezegd, dat de gemeente
Dordrecht spijt heeft van haar besluit. De heer Sanders,
Wethouder van Dordrecht, heeft spreker medegedeeld, dat
dat niet waar is. Het net komt daar binnen een maand gereed
en een groot aantal abonné's wacht op aansluiting, zoodat
men het bedrijf met de beste verwachtingen zal openen.
De tienaderige dienst-telefoonkabel, die in Den Bosch is
gelegd, is een glijbaantje geweest om de zaak aan het rollen
te brengen, maar speelt in het distributienet van Den Bosch
een buitengewoon ondergeschikte rol.
Men heeft gesproken over het risico van de gemeente erl
daarbij gewezen op de daling in de prijzen der toestellen.
Burgemeester en Wethouders gelooven niet, dat de prijzen
zoo laag zullen worden, dat het voor tal van smalle beurzen
niet voordeeliger zou zijn aansluiting aan het radio-distributie-
net te verzoeken. Iedere luisteraar, die een eigen ontvang
toestel bezit, moet ook de kosten van het onderhoud betalen.
In 's-Hertogenbosch hebben tal van personen, die een eigen
toestel hadden, hun toestel opgeruimd, omdat de distributie
zoo buitengewoon secuur werkt.
Nu zegt men, en ook Ter Meer deelt dat mede in zijn
stukdaarvoor is zooveel personeel noodig. Spreker is in
's-Hertogenbosch geweest en hij heeft gezien, dat het personeel
uit nul personen bestaat: de geheele radio-distributie werkt
automatisch. Van Zondagsarbeid van eenige beteekenis is geen
sprake. Bij storingen op Zondag kan arbeid noodig zijn, maar
de gemeente heeft het zeker meer in haar macht om den
Zondagsarbeid te beperken, wanneer zij zelf de radio-distributie
exploiteert, dan wanneer een particulier het doet, want dan
heeft de gemeente niets daarover te zeggen. De heer van Es
spreekt dit tegen, maar bij de Lichtfabrieken en de andere
gemeentelijke bedrijven is de Zondagsarbeid eveneens tot een
minimum gereduceerd. Bovendien, het is reeds bij interruptie
opgemerkt, er zijn op Zondag toch ook kerkdienst-uitzendingen.
Daarvoor is toch eenige arbeid noodig en dan moet spreker
tegenover den heer van Es toch opmerken, dat de N. C. R. V.
zich niet ontziet dien arbeid te laten verrichten, maar hem
beschouwt als aibeid, verricht in het Koninkrijk Gods, tot
verbreiding van het Evangeliewoord. Natuurlijk is spreker
sterk voor Zondagsrust, maar de gemeente zal beter zorgen
voor de Zondagsrust van de monteurs dan een particulier.
Het gemeentelijk bedrijf staat onder het voortdurend t. ezicht
van den Raad, maar over een particulier bedrijf heeft de
Raad niets te zeggen.
De heer van Es is tegen een gemeentebedrijf, wanneer dat
niet absoluut noodzakelijk is. Spreker is dat met hem eens,
maar dit gemeentebedrijf is wel noodzakelijk, omdat het een
monopolistisch bedrijf geldt. Sprekers partij heeft steeds op
het standpunt gestaan, en haar geheele geschiedenis is daar
om het te bewijzen, dat monopolistische bedrijven in handen
van de overheid moeten komen. Wanneer het belang, niet
van een stand, niet van den middenstand of van den fabrikant,
maar het belang van één man staat tegenover dat van de
andere 69.999 Leidenaars, dan acht spreker zich volmaakt
gerechtigd om voor te stellen, het bedrijf in handen van de
gemeente te nemen. De revenuen komen dan ook in de ge
meentekas.