272 DINSDAG 2 SEPTEMBER 1930. meer heeft dan aan een aansluiting bij de radio-distributie. De vrees dus, dat over enkele jaren de radio-distributie niet meer in een behoefte zal voorzien en dat de gemeente groote schade zal lijden, is voor spreker reeds aanleiding, dat hij zich zeer moeilijk met het voorstel zou kunnen vereenigen. Wat aangaat de particuliere radio-distributie: zoolang deze niet klaarblijkelijk in strijd komt met het algemeen belang, is er voor de gemeente geen reden, om die particuliere radio distributie te beletten. Het is mogelijk, dat in de toekomst die strijd met het algemeen belang zal blijken te bestaan, maar dat dit op het oogenblik zoo is, kan spreker niet inzien. Hij wenscht nog af te wachten, wat door den Wethouder en door andere leden zal worden aangevoerd, alvorens zijn stand punt definitief te bepalen. Voorloopig komt het hem voor, dat het beste zal zijn, niet over te gaan tot gemeentelijke radio distributie en met het verleenen van concessies aan particu lieren zeer voorzichtig te zijn, bijv. die vergunning voor niet langer dan een jaar te verleenen, om dan nog eens te zien, hoe de stand van zaken is. Dat zou de beste oplossing zijn van dit zeer moeilijke vraagstuk. Het is zeer moeilijk, want geen mensch kan voorspellen, hoe de toestand op dit gebied over enkele jaren zijn zal. Het is echter niet onwaarschijnlijk, dat over zeer korten tijd de radio-distributie zeer weinig zin meer zal hebben. De heer Zitman kan zich geheel vereenigen met het betoog van den heer Wilmer, doch vindt den termijn van een jaar te kort. De termijn dient ten minste vier jaar te zijn. De heer van Eck wenscht in de eerste plaats zich aan te sluiten bij het betoog van den heer Koole. Wanneer de gemeente besluit een bedrijf, dat tot nu toe door particulieren wordt geëxploiteerd, voortaan zelf te exploi- teeren, dient zij niet alleen het materiaal tegen taxatieprijs over te nemen, maar moet zij het bedrijf in volle werking, dus ook het personeel overnemen. Van een maatregel, die in het algemeen belang wordt genomen, mag een particulier niet onnoodig schade lijden. Spreker wenscht in de tweede plaats zijn sympathie te betuigen met de houding, die in dezen door Burgemeester en Wethouders is ingenomen. De radio is langzamerhand tot een levensbehoefte geworden. Het voordeel van de gemeentelijke radio-distributie is, dat iedereen er van kan profiteeren. Wanneer iemand den wensch uit aangesloten te worden, mogen de kosten, die aan die aansluiting voor de gemeente zijn ver bonden, b.v. in verband met den grooten afstand, geen reden zijn, om de aansluiting te weigeren. Spreker meent, dat het beter is, dat de gemeente zelf de radio-distributie in handen houdt, dan haar over te laten aan een of meer particulieren. De gemeente zal altoos trachten de exploitatie van een bedrijf zoo voordeelig mogelijk te doen plaats hebben, maar daarbij staat toch op den voorgrond het publiek zoo goed mogelijk van dienst te zijn. Een particulier zal ook menigmaal trachten het publiek zoo goed mogelijk te bedienen, maar op den voorgrond staat bij hem: het maken van winst. Men zegt: de gemeente exploiteert altijd duurder. Van de juistheid dezer stelling is spreker absoluut niet overtuigd, wan neer hij daarbij in aanmerking neemt, wat de gemeente verstrekt. Bij de gemeente zal op den voorgrond staan het leveren van goede waar. De heer Parmentier interrumpeert: de winst, maar het is onjuist, dat voor de gemeente de winst op den voorgrond staat. Dat zal wel zoo zijn bij den particulier en dat mag men hem niet kwalijk nemen. Kan hij bovendien goede waar leveren, des te beter, maar voor hem is het een zaak, die winst moet opleveren. De gemeente kan bovendien gebruik maken van de diensten van haar technische ambtenaren; zij kan beter zorgen voor de indeeling, zij kan waken tegen ontsiering van de stad, zij kan in alle opzichten waken voor het algemeen belang. Nu wordt gevraagd, of het thans de goede tijd is om te beginnen, omdat de toestellen zooveel goedkooper gaan worden. Spreker kan niet ontkennen, dat de techniek in volle ont wikkeling verkeert, maar hij ziet daarin geen reden om te wachten. Het is de vraag, of de goedkoopere instrumenten even goed zullen blijken te zijn als de duurdere, de zekerheid van de aansluiting zal vermoedelijk niet toenemen, integendeel men zal allicht meer dan nu te worstelen hebben met defecten, storingen en onregelmatigheden. De distributie zal altijd het voordeel behouden van grootere zekerheid. Voor een sterke vermindering van het aantal abonné's behoeft men dus niet te vreezen. De beperking tot twee stations is evenmin een bezwaar, want ook de toestelbezitters bepalen zich in den regel tot de Nederlandsche stations. Slechts enkelen hebben de liefhebberij om buitenlandsche stations op te roepen. Ook in dat opzicht is het voordeel van een eigen toestel gering. Het betoog van Mr. Donders heeft op spreker niet veel indruk gemaakt. Hij gaf cijfers van de hooge kosten, die de omroepvereenigingen moeten maken, en hij voegde daaraan toe, dat degenen, die bij een distributie aangesloten zijn, slechts bij uitzondering lid van een omroepvereeniging worden. Dit laatste kan spreker niet beamen en hij betwijfelt, of Mr. Donders hieromtrent cijfers zou kunnen geven. Ook de bezitters van eigen toestellen zijn niet verplicht tot een omroepvereeniging toe te treden, maar zij doen het toch, vrijwillig. De omroep vereenigingen zien haar ledentallen stijgen met duizenden en tienduizenden, omdat de menschen zooveel voelen voor de zaak, die behartigd wordt. Dat zal voor degenen, die bij een gemeentelijke radio-distributie zijn aangesloten, zeker in niet mindere mate het geval zijn. Juist omdat in Nederland de verschillende omroepvereeni gingen zich hebben gesplitst naar de onderscheiden richtingen (ook de A.V.R.O. heeft een bepaalde richting, al beweert zij het tegendeel), is er verband tusschen het uitdragen van de beginselen en het bevorderen van den bloei van de omroep vereenigingen. Het bezwaar van den heer Donders zal dan ook in de practijk niet zoo groot blijken te zijn. Spreker hoopt, dat Burgemeester en Wethouders aan de bezwaren van den heer Koole zullen tegemoet komen en in dezen geen onbillijkheid zullen begaan. Hij is een groot voor stander van het geheele beginsel, dat aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders ten grondslag ligt. Aan dat voorstel is een socialistisch tintje te bespeuren. Indien de bezwaren van den heer Koole worden wegge nomen, zal spreker met genoegen zijn stem aan dit voor stel geven. De heer Wilbrink kan het voorstel van Burgemeester en Wethouders niet met bijzondere sympathie begroeten. Spreker meent uit de toelichting en in het bijzonder uit de overgelegde begrooting te mogen afleiden, dat het Bur gemeester en Wethouders in dezen meer is te doen om de winst, die te maken valt, dan om de radio-distributie zelf. Het denkt namelijk met een bedrijfskapitaal van ongeveer 200.000.een jaarlijksche winst van 29.000.te maken. Indien de heer van Eck dit geen winst noemt, zal het voor den Raad niet moeilijk zijn bij de behandeling van de begroo ting den heer van Eck tot andere gedachten te brengen, wanneer gesproken wordt over de winst van de Lichtfabrie ken. In zooverre zou men dit debat als pure winst voor den Wethouder van Financiën kunnen beschouwen. De begrooting van dit bedrijf is echter te oppervlakkig, om rekening te houden met een eventueele winst, en spreker is zelfs bevreesd, dat men bij de gemeentelijke radio-distri butie nooit tot het maken van winst zal komen. Er wordt gerekend op 4000 aansluitingen. Verschillende leden hebben reeds gezegd, dat de toestellen goedkooper wor den. Er is een bedrag van f 125.genoemd, maar spreker verwacht nog wel lagere prijzen. Wanneer daarbij komen gemakkelijke betalingsvoorwaarden, dan zal een eigen toestel aantrekkelijker zijn dan aansluiting aan de distributie. De gemeente vraagt 24.per jaar, dus ongeveer 50 cent per week. Wanneer men voor 125.een toestel koopt, waar voor men 10.— moet storten en dat men verder met/1. per week afbetaalt, dan kan men overal terecht. Men spreekt nu van aanleg en onderhoud, maar de aanleg is in den prijs begrepen en onderhoud eischt practisch niets. Bij verhuizing neemt men zijn eigen toestel mede, maar bij de distributie moet men opnieuw aansluitkosten betalen. De heer Goslinga zegt van niet, maar dat is toch onbillijk, want de gemeente moet in dat geval dezelfde kosten maken als voor een nieuwe aansluiting. In het algemeen zullen de menschen dus streven naar het bezit van een eigen toestel en de handel zal hun dit zoo ge makkelijk mogelijk maken. Nu zal men zeggengij moet ook rekenen met de aller armsten. Maar die zullen geen 24.per jaar geven voor een aansluiting bij de centrale. Uit het groote aantal antennes, dat men ziet in de wijken, waar gemeentewoningen staan, waarin de allerarmsten zijn ondergebracht, kan men afleiden, dat de bewoners nu reeds in de gelegenheid zijn geweest een radio-installatie aan te schaffen, die belangrijk veel duurder is dan de installaties, die straks aan de markt zullen komen. Spreker vermoedt dan ook, dat het aantal aansluitingen niet binnen het jaar en zelfs in het geheel niet 4000 zal bedragen. Bovendien vergete men niet, dat voor deze 4000 aansluitingen zeer veel materiaal zal noodig zijn en men wel eenige honderden kilo meters draad zal moeten gebruiken. Spreker kan geen waarde hechten aan het argument, dat de aanleg van het net voordeelig kan geschieden, doordat hij tegelijkertijd plaats kan hebben met het leggen van de kabels en buizen van de Lichtfabrieken. Tot nog toe scheen het niet mogelijk te zijn de straat een keer voor verschil lende doeleinden op te breken, tenzij in een bijzonder geval (b. v. Maresingel), en spreker kan zich niet voorstellen, dat dit nu wel plotseling mogelijk zou zijn geworden. Bovendien zijn de afstanden, waarover kabels en buizen worden gelegd,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 12