MAANDAG 30 JUNI 1930. 201 Zitting van Maandag 30 Juni 1930. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. A. VAN DE SAN DE BAKHUYZEN. Te behandelen onderwerpen: 1° Benoeming van een leeraar in de Staatswetenschappen aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus en aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (118) 2° Voorstel om het ontslag van den heer A. L. van Beeck als leeraar aan het Gymnasium, ingaande 1 September a.s., voor den tijd van één jaar op te schorten. (114) 3° Voorstel tot aanvaarding van de vergunning voor den aanleg en de exploitatie van een hoogspanningslijn, ten behoeve van de levering van electrischen stroom in de buurtschap »het Oude Dorp" te Oegstgeest. (H5) 4° Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1929, in verband met de kosten van pensioenen, wachtgelden, on gevallenverzekering van ambtenaren enz. (116) 5° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 21 November 1921 (Gem. Blad No. 24), betreffende het bedrijf van den Districts-Keuringsdienst van waren. (117) 6° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 30 Mei 1921 (Gem. Blad No. 3), op den Districts- Keuringsdienst van Waren. (117) 7° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 13 Maart 1922 (Gem.Blad No. 8), op de invordering van rechten voor diensten, als bedoeld in artikel 2, sub 12, van het meermalen gewijzigd Koninklijk Besluit van 18 Maart 1921 (Staatsblad No. 592), verricht door den Keuringsdienst van Waren in het keuringsgebied Leiden. (117) Tegenwoordig zijn 30 leden, n.l. de heeren: van Eek, Vallentgoed, Meijnen, Coster, Eikerbout, Koole, Verweij, Zitman, Kooistra, mevr. Braggaar—de Does, de heeren de Meij, van Rosmalen, van Tol, van Es, Wilmer, Bergers, Manders, Bosman, Tepe, Reimeringer, Splinter, Goslinga, Romijn, de Reede, van der Reijden, van Stralen, Kuivenhoven, Groeneveld, Huurman en Wilbrink. Afwezig: de heeren Donders en Parmentier wegens uit- stedigheid en de heer Schüller. De notulen van het verhandelde in de vergadering van 16 Juni 1930 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen: Dispositie van Gedep. Staten, ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten a. tot wijziging van de begrooting, dienst 1929, in verband met de verhooging van het subsidie aan de Vereeriiging tot Bestrijding van de Tuberculose; b. tot ontbinding van de huurovereenkomst met A. van Laarhoven betreffende de bovenwoning Nieuwsteeg 4a en tot verhuring van die woning aan J. A. Jansen; c. tot aanvaarding van het legaat, door wijlen Mr. Dr. J. C. O ver voorde vermaakt ten behoeve van het Stedelijk Museum »de Lakenhal"; d. tot afstand van een strook grond aan het Gangetje aan mevrouw J. H. E. Driessen geb. Hoogenstraaten; e. tot overname van grond, stoepen, voortuinen enz. aan den Maresingel, hoek Haarlemmerweg. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Verder deelt de Voorzitter nog mede, dat op 19 Juni j.l. heeft plaats gehad de opneming van de boeken en kas van den Gemeente-ontvanger, waarvan proces-verbaal is opgemaakt, dat aan de Gedeputeerde Staten is toegezonden en in de Leeskamer ter inzage is nedergelegd. Aan de orde is alsnu 1. Benoeming van een leeraar in de Staatswetenschappen aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus en aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. No. 118.) De Voorzitter verzoekt den heer van Rosmalen, mevrouw Braggaarde Does, den heeren Manders en Vallentgoed het stembureau te vormen. Wordt benoemd de heer Mr. M. V. Polak met 21 stem men; de heer Mr. J. van der Scheer verkreeg 5 stemmen. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. II. Voorstel om het ontslag van den heer A. L. van Beeck als leeraar aan het Gymnasium, ingaande 1 September a. s., voor den tijd van één jaar op te schorten. (Zie Ing. St. No. 114.) De heer Vallentgoed vindt de toelichting van dit voor stel zeer sober en zou gaarne meer inlichtingen van Burge meester en Wethouders willen ontvangen. De heer Tepe begrijpt eigenlijk niet goed, welke nadere inlichtingen de heer Vallentgoed zou willen ontvangen. Allen, die in dezen tot adviseeren geroepen zijn, verklaren, dat de heer van Beeck nog zoo fit en zulk een goede leer kracht aan de school is, dat het een verlies voor de school zou beteekenen, indien hij deze verliet. Men mag hierbij niet vergeten, dat, indien men beschikt over een uitstekende leerkracht, die nog volkomen in staat is de stof te beheerschen en op voortreffelijke wijze les te geven, het wel jammer zou zijn, indien men hem liet ver trekken, terwijl men nog niet weet, wie later zijn plaats zal bezetten. Er zijn op dit terrein zeer zeker nog meer behoor lijke leerkrachten te vinden, maar op het oogenblik weet men zeker, dat men een voortreffelijke leerkracht heeft. Op die gronden hebben Burgemeester en Wethouders ge meend den Raad te moeten voorstellen gunstig op het ver zoek van den heer van Beeck te beschikken. De heer Meunen sluit zich van ganscher harte aan bij de woorden van den heer Tepe en meent, dat de Raad, in het belang van het Gymnasium, niet beter kan doen dan dankbaar van de mogelijkheid gebruik maken, om den heer van Beeck nog een poos voor het onderwijs te behouden. De heer van Beeck is iemand van buitengewone begaafdheid, die in hooge mate wordt gerespecteerd door zijn leerlingen. De heer van Beeck verdient het, dat de Raad zijn verzoek inwilligt. De heer Manders zegt, dat, indien de heer Vallentgoed meer inlichtingen wenscht te ontvangen, hij die niet anders kan krijgen dan van meer personen. Spreker is daarom gaarne bereid de inlichtingen te geven, die hij verstrekken kan. De heer van Beeck is in sprekers oogen een zeer hoogstaand opvoeder; niet alleen door de leerlingen, maar ook door anderen wordt hij zeer gerespecteerd, hetgeen b.v. hieruit blijkt, dat hij elk jaar zitting heeft in de commissie voor het Staatsexamen tot toelating voor de studie aan een Universiteit. Het zou werkelijk voor het onderwijs een groot verlies zijn, indien de heer van Beeck voor het Gymnasium niet be houden werd. De heer Vallentgoed heeft kennis genomen van de stukken en van de aanbevelingen, maar ook zonder dat zou hij wel overtuigd zijn, dat het een gemis zou zijn voor het Gymnasium, indien het verzoek van den heer van Beeck niet toegestaan werd. Spreker legt er echter den nadruk op, dat van zulk een aanblijven zoo weinig mogelijk gebruik gemaakt moet worden. Spreker geeft toe, dat de heer van Beeck een uit stekend leeraar is; een andere zaak is echter, dat men zich zooveel mogelijk moet houden aan den gestelden limiet. Immers, door die functie langer te vervullen, onthoudt men haar aan een ander; door die functie door een ander te doen vervullen, misschien op minder goede wijze, misschien op dezelfde, komt er een zekere rouleering. Spreker zal zich niet tegen dit voorstel verzetten, maar vestigt er de aandacht op, dat van deze bepaling zoo weinig mogelijk gebruik moet worden gemaakt. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. III. Voorstel tot aanvaarding van de vergunning voor den aanleg en de exploitatie van een hoogspanningslijn, ten behoeve van de levering van electrischen stroom in de buurtschap »het Oude Dorp" te Oegstgeest. (Zie Ing. St. No. 115.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IV. Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1929, in verband met de kosten van pensioenen, wachtgelden ongevallenverzekering van ambtenaren, enz. (Zie Ing. St. No. 116.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 1