67
kunnen worden verkregen zij het ook meestal met op
offering van groote bedragen doch met den heer Dudok
zijn wij van oordeel, dat in de eerste plaats gelet moet
worden op een goede ligging van het nieuwe Stadhuis in
het stadsplan, mede in verband met het nieuwe hoofd-
verkeerswegenplan, zooals dit in het ontwerp-uitbreidings-
plan is opgenomen.
De drie met het oog hierop in aanmerking komende ter
reinen, welke op de hierbij gevoegde teekeningen zijn aan
geduid, zijn de volgende:
1°. Het terrein tussehen Breestraat, Koornbrugsteeg, Visch-
markt en Maarsmanssteeg (plan Breestraat I),
2°. het terrein tussehen Beestenmarkt, Steenstraat, Rijns-
burgersingelgracht, le Binnenvestgracht en Nieuwe Beesten
markt (plan a),
3°. het terrein tussehen Lammermarkt. Korte Scheistraat
en Rijnsburgersingelgraeh' (plan b)
De overige in het rapport-Dudok genoemde terreinen
steken wat ligging, vorm of oppervlakte betreft dermate
ongunstig bij de hier vermeide terreinen af, dat wij meenen
ze hier buiten beschouwing te kunnen laten.
Van de drie genoemde terreinen achten wij het plan a
(Beestenmarkt) het meesr geëigend voor den bouw van het
Stadhuis zonder den onden gevel. De regelmatige vorm
van het terrein toch is zeer geschikt voor den bouw van
een monumentaal gebouw terwijl de ligging aan twee in
het uitbreidingsplan ontworpen verkeerswegen, n.l. die in
de richting NoordZuid (TurfmarktNieuwe Beestenmarkt)
en die in de richting OostWest (LangegrachtLammer
marktMorschsingel) gunstig is. Bovendien krijgt men op
dit terrein de gelegenheid tot verbreeding van de Steenstraat,
welke thans veel te nauw is.
Op deze gronden achten wij dit terrein te verkiezen boven
de beide andere.
Het terrein aan de Breestraat toch, hoe zeer uit histo
risch oogpunt ook voor den Stadhuisbouw aangewezen, leent
zich minder voor den bouw van een geheel nieuw gebouw.
Wordt n.l. van den oud<n gevel geen gebruik gemaakt, dan
zal het gebouw achteruit geplaatst dienen te worden, waar
door de bouwdiepte tussehen Breestraat en Vischmarkt zeer
gering wordt. Dit maakt het noo lig het terrein uit te
strekken tot Hoornbrug- en Maarsmanssteeg, tengevolge
waarvan dit een minder gunstigen vorm verkrijgt en aan
merkelijk duurder wordt.
Tegen het plan b (Lammermarkt) bestaat bij ons eveneens
bezwaar. Weliswaar is dit terrein ongeveer even goed gelegen
als dat aan de Beestenmarkt ten opzichte van de verkeers
wegen, doch de vorm van het terrein is minder gunstig en
het ligt in een minderwaardige omgeving, terwiji o. i. de
situatie van een daar te bouwen Raadhuis minder domi-
necrend zal zijn dan bij plan a.
Achten wij dit laatste derhalve het meest verkieselijke,
een ernstig bezwaar is gelegen in de hooge kosten, welke
aan verkrijging van het terrein zullen zijn verbonden. De
Directeur der Gemeentewerken taxeert deze op ƒ1.513.388.
die, verbonden aan het plan Breestraat I op ƒ1.827.900.
en de kosten van het plan b op 104.278Bij het laatste
plan dient tevens in aanmerking te worden genomen, dat
de daarin vallende perceelen voor het grootste gedeelte
reeds eigendom der gemeente zijn. Bij deze schattingen zijn
aangehouden de bedragen, welke de gemeente bij onteigening
vermoedelijk zou moeten betalen, terwijl reeds aan de ge
meente toebehoorende perceelen voor de bij aankoop bestede
bedragen in rekening zijn gebracht.
Ondanks het aanmerkelijke kostenverschil, meenen wij
niettemin plan b, dat o. i. een veel minder gunstige oplossing
zou geven, niet te mogen aanbevelen.
Een lid onzer commissie kan zich hiermede niet vereenigen
en zou het terrein Lammermarkt willen aanwijzen. Zijn
meening is in bijgaande minderheidsnota weergegeven.
Ten slotte wijzen wij er op, dat voor het ontwerp met
behoud van den ouden gevel (plan Breestraat II, zie de
eveneens hierbij gevoegde trekening) blijkens mededeeling
van den heer Dudok volstaan kan worden met aankoop
van de op die teekenii g roodgekleurde perceelen. De kosten
daarvan zullen, op den boven aangegeven voet getaxeeid, be
dragen 563.700.d.w.z. rond 1.260.000.minder dan
ne van plan Breestraat I, rond 950 000.minder dan die
van plan a en rond 460.000.meer dan die van plan b.
Bij vergelijking van de genoemde kostenbedragen worde
bovendien in het oog gehouden, dat de bouwkosten van een
nieuw Stadhuis bij aanvaarding van plan a of plan b in
verband met de naar alle zijden vrijkomende ligging van
het gebouw aanmerkelijk meer zullen bedragen dan bij bouw
aan de Breestraat (zoowel bij plan I als bij plan II), in welk
geval het Stadhuis een aan twee zijden ingesloten ligging
verkrijgt Daartegenover staat, dat bij aanvaarding van
plan a of p'an b het terrein van het oude Stadhuis aan de
Breestraat, dat gunstig is gelegen voor verschillende doel
einden en aldus een belangrijke waarde vertegenwoordigt,
beschikbaar komt.
Op grond van bovenstaande geven wij Uw College in over
weging den Raad voor te stellen voor het maken van het
plan voor een nieuw Raadhuis zonder behoud van den
ouden gevel als bouwterrein aan te wijzen het terrein ge
legen tussehen Beestenmarkt, Steenstraat, Rijnsburgersingel-
gracht, le Binnenvestgracht en Nieuwe Beestenmarkt (plan a),
zooals op de overgelegde teekening is aangegeven.
De Commissie van Fabricage,
J. Splinter Gz., Voorzitter.
J. Bool, Secretaris.
Leiden 30 Mei 1930
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden.
Ondergeteekende kan zich niet vereenigen met het stand
punt der meerderheid. Zijn voornaamste bezwaar is dat bij
de uitvoering van plan a een bedrag van 1.513.388 moet
worden uitgegeven alleen voor het verkrijgen van het terrein.
Waar de gemeente menigmaal reeds niet over voldoende
financieele middelen beschikt om te voldoen aan haar sociale
verplichtingen, acht hij zich niet gerechtigd mede te werken
tot het doen van zulk een groote uitgave, die niet nood
zakelijk is om de gemeente in het bezit te stellen van een
goed raadhuis.
Hij geeft dus de voorkeur aan plan b, waardoor het ge
meentegeld hoofdzakelijk zal gebruikt worden voor den
eigenlijken bouw van het raadhuis.
Wat het argument betreft, dat dan het raadhuis in een
minder gunstige omgeving komt te liggen, merkt onderge
teekende op, dat de omgeving van plan a en b ongeveer
gelijk is, dat de omgeving van minder beteekenis is, omdat
het raadhuis volgens plan b geheel vrij komt te liggen en
de omgeving zich geleidelijk zal aanpassen aan die van het
nieuwe raadhuis.
Die aanpassing zal te sneller geschieden, omdat in die
omgeving in de naaste toekomst groote verkeerswegen zullen
worden aangelegd.
Hoogachtend,
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.
J. H. SCHÜLLER
Lid van de Commissie van Fabrikage.