MAANDAG 16 JUNI 1630.
177
één jaar vervroegd kunnen worden, maar is het feit, dat 30 man
oen jaar eerder aan het werk gesteld kunnen worden, dan
van zoo groote beteekenis, dat men met zoo'n buitengewonen
ophef zegt: wij behoeven op de kosten niet te zien. Noch
Leiden, noen de hoogere besturen, tot wie de heer van Eek
zich wil wenden, zullen veel aan de economische inzinking,
waaraan op het oogenblik de gansche wereld ten prooi is,
kunnen veranderen. Dat de arbeidersklasse economisch op
hetzelfde peil zich zal kunnen handhaven door maatregelen
van overheidswege, is een illusie, waaraan de heer van Eek
zelf geen geloof' kan hechten. Zeer zeker, er kunnen van
Regeeringswege maatregelen genomen worden, om het leed
zooveel mogelijk te beperken, door b.v. daarvoor in aanmerking
komende werken vervroegd te doen uitvoeren, maar gezien
de houding van het College tot op het oogenblik, vraagt spreker
zich af, waarom de S.O.A.P. op het oogenblik op zoo agressieven
toon in dit stadium der zaak tegenover het College moest
gaan staan. Gezien het verleden van het College en zijn toe-
zeo-mngen van nu, heeft spreker absoluut geen behoefte in
dezen °de leiding van de heeren van Stralen en van Eek te
volgen.
De heer Parmentier zegt, dat het betoog van den heer
van Eek, hoewel lang en heftig, zakelijkheid miste. Inderdaad
heeft de Wethouder zeer juist dit adres betiteld als het in
trappen van een open deur. Evenmin als de heer Wilbrink
accepteert spreker de bewering van den heer van Eek, dat
adressanten vau deze dingen niets wisten. Desociaal-democraten
hebben een vertegenwoordiger in de Commissie van Fabricage,
en ook een goeden vertegenwoordiger, die echter geen stap
kan doen zonder zijn fractie. De bewering van de heeren,
dat zij van deze dingen niet op de hoogte zijn, kan spreker
dus niet accepteeren.
Het zakelijke in het betoog van den heer van Eek was
buitengewoon mager. Had hij aangetoond, dat het antwoord
van Burgemeester en Wethouders onjuist was en met name
door hem genoemde werken vlugger hadden kunnen worden
uitgevoerd, dan zou hij zakelijk hebben geredeneerd, maar
spreker wijst er op, dat de vertegenwoordiger van de sociaal
democratische fractie in de Commissie van Fabricage zich
tot dusverre in het algemeen volkomen tevreden heeft betoond
over den vluggen gang van zaken bij Gemeentewerken en
over de uitvoering van verschillende werken.
De heer Schüller voegt spreker toe, dat dit niet waar is,
maar spreker houdt zijn bewering staande. De heer Schüller
mag op een klein onderdeel van een afwijkende meening
hebben doen blijken, maar nooit en te nimmer heeft hij in
de Commissie van Fabricage over een enkel onderwerp een
meening uitgesproken, zooals die in het adres is neergelegd.
Was hij niet tevreden .geweest over den gang van zaken,
dan zou hij allicht in de Commissie hebben gevraagd, of dit
ot dat werk niet wat vlugger kon worden uitgevoerd.
Waar de zaak zoo staat, vraagt spreker, of er geen aan
leiding voor het College is, om over de indiening van dit
adres te spreken als over het intrappen van een open deur.
De heer Schüller wil in de eerste plaats iets zeggen over
de van verschillende zijden gebruikte uitdrukking, dat de
indiening van dit adres is het intrappen van een open deur.
Volgens den heer Parmentier zou spreker in het algemeen
zijn meegegaan met den gang van zaken bij Gemeentewerken,
maar spreker wijst er op, dat verleden week een vergadering
heeft plaats gehad, waarin het er fel toe is gegaan en
waarin Gemeentewerken door de commissieleden behoorlijk
onder handen is genomen.
De heer Parmentier: Over dit adres?
De heer Schüller antwoordt, dat de heer Parmentier er
in den Raad nu niet om heen moet draaien; spreker ver
klaart, dat de heer Parmentier meerdere malen in de Com
missie van Fabricage de werkwijze van Gemeentewerken be-
critiseerd heeft, en in bedoelde commissie-vergadering ging
het wederom over de werkwijze van Gemeentewerken in het
algemeen.
De Voorzitter doet opmerken, dat de heer Schüller zich
vergist of den heer Parmentier niet goed heeft verstaan. Deze
heeft het niet gehad over de werkwijze bij Gemeentewerken,
maar over den haast, welke gemaakt werd met werken, die
door Gemeentewerken moesten worden voorbereid.
De heer Schüller houdt staande, dat de heer Parmentier
heeft beweerd, dat spreker zich zou hebben neergelegd bij den
gang van zaken bij Gemeentewerken.
Als de heeren het verlangen, zal spreker eens de notulen
van de vergaderingen van de Commissie van Fabricage mee
brengen, om daarmede aan te toonen, hoe in de diverse com
missie-vergaderingen over den gang van zaken bij Gemeente
werken en wat daaraan vastzit door diverse commissieleden
gecritiseerd is. Nooit heeft spreker zich met dien gang van
zaken kunnen vereenigen. Bij de behandeling van de begrooting
heeft hij o. a. gezegd, dat een van de oorzaken van het lang
uitblijven van verschillende werken was gelegen in het feit,
daterniït voldoende technisch personeel aan Gemeentewerken
verbonden was. Het werd toen door den Wethouder ontkend,
maar nu deelt de Wethouder mede, dat alléén voor versnelde
uitvoering van de centrale rioleering aanstelling van 1 ingenieur
en 3 opzichters extra noodig zou zijn. Dit is wel een bewijs,
dat spreker het toen juist gezien heeft. Dat het niet alleen
aan Gemeentewerken ligt, dat de zaken zoo lang traineeren,
maar ook aan het College, blijkt b.v. ook uit het groote
tijdsverloop tusschen indiening en eventueele behandeling
van het uitbreidingsplan; dat uitbreidingsplan is geheel in
overeenstemming en in nauw contact met Burgemeester en
Wethouders samengesteld. Indien het dus door de ontwerpers
wordt aangeboden, is het a. h. w. gekauwd en meegekauwd
door Burgemeester en Wethouders; die zijn er in doorkneed;
er is dus nog maar zeer korte studie noodig, om de algemeene
lijnen vast te stellen, en het is spreker dan ook onbegrijpelijk,
waarom het zoo lang onderweg is. Aan de Commissie van
Fabricage heeft het niet gelegen. Spreker herinnert verder
aan het stroeve werken van Burgemeester en Wethoudersinzake
de legesgelden van Bouw- en Woningtoezicht, ten aanzien
waarvan hij den heer Parmentier in de Commissie gelijk heeft
gegeven, en aan het voorstel tot heffing van meer vergoeding
voor benzinepompen, dat ook reeds een klein jaar in onderzoek
is, nadat de Commissie van Fabricage haar advies aan Bur
gemeester en Wethouders heeft uitgebracht. Ook voor een
onderzoek voor het hebben van reclames op gemeentegrond
enz. hebben Burgemeester en Wethouders onbegrijpelijk lang
noodig. Dit betreft geen uitvoering van werken, maar brengt
geld op voor de gemeente, in Utrecht b.v. jaarlijks ƒ60.000.—.
Dit voorstel ligt hier reeds een jaar bij Burgemeester en
Wethouders.
Spreker heeft zoo juist bij den heer de Meij geïnformeerd,
maar dien is er totaal niets van bekend, dat het plan van
de veemarkt bij de Commissie voor den Markt- en Havendienst
zou zijn, zooals de Wethouder mededeelde.
Spreker heeft reeds meermalen aangedrongen op snellere
uitvoering van de centrale rioleering; in het bestek is voor
geschreven, dat de arbeiders daar niet langer mogen werken
dan 8| uur per dag; desondanks heeft spreker tot zijn spijt
•moeten constateeren, dat reeds gedurende een aantal weken
deze arbeiders overuren gemaakt hebben, hoewel terzelfdertijd
een 30 werldooze grondwerkers bij de Arbeidsbeurs stonden
ingeschreven. Hieruit blijkt, om het voorzichtig te zeggen,
dat Burgemeester en Wethouders blijkbaar den ernst der
werkloosheid niet inzien. Toen spreker er naar informeerde,
verleden week Woensdag in de commissievergadering, kreeg
hij ten antwoord, dat noch de Wethouder, noch de Directeur
het wist, maar dat de zaak zou worden onderzocht. Hij heeft
daarop gezegd, dat de zaak niet behoefde te worden onder
zocht, omdat de betalingsstaten uitwezen en de Wethouder
en Directeur, die deze staten voor accoord teekenen, weten,
dat die arbeiders te lang hadden gewerkt. Nauwelijks was
hij van die vergadering thuis, of hij werd er per telefoon van
verwittigd, dat de arbeiders nog overuren maakten en dat
door de arbeidsinspectie proces-verbaal van die overtreding
der Arbeidswet was opgemaakt. Na den Wethouder in kennis
te hebben gesteld met hetgeen hem was verteld, is spreker
zelf naar het werk gegaan en heeft hij daar die overtreding
van de wet geconstateerd. Daarna heeft hij den Directeur
van Gemeentewerken opgebeld en deze wist alleen te ver
tellen: dan is de zaak in orde, want, als de arbeibsinspectie
proces-verbaal heeft opgemaakt, zullen wij er wel meer van
hooren. Dit antwoord was voor spreker typeerend, omdat het
aantoonde, hoe weinig de Directeur overtuigd is van de nood
zakelijkheid van werkverruiming ter bestrijding van de werk
loosheid.
Bovendien heeft spreker geconstateerd, dat juist van zoo'n
periode, waarin zonder toezicht wordt gewerkt, door den
aannemer misbruik wordt gemaakt en in strijd met het bestek
wordt gewerkt.
Het is te meer te betreuren, dat niet met ernst wordt ge
streefd naar werkverruiming, omdat op denzelfden dag, waarop
die commissie-vergadering plaats had, niet minder dan 178
arbeiders uit de bouwvakken aan de Arbeidsbeurs als werkloos
stonden ingeschreven. Waar bij de centrale rioleering één
werkje onder handen is, vraagt spreker, of hier nu kan worden
gesproken van een zoo snel mogelijk uitvoering.
De Wethouder noemde ook den Leidschen Hout, maar
typeerend is, dat Burgemeester en Wethoudeis, die zitting
hebben in het bestuur van deze stichting, in plaats van
moeite te doen om meer menschen tewerkgesteld te krijgen,
toelaten, dat een deel van de arbeiders wordt ontslagen.
Spreker ontkent ten stelligste, dat hij telkens in de
commissie-vergaderingen zou zeggen, dat hij, alvorens zijn