GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 51 DieEKOHEir «TIIKEES. N°. 113. Leiden, 12 Juni 1930. In verband met de voorgenomen bebouwing van de bouw terreinen op den boek van en aan den Eijnsburgerweg, den Warmonderweg en de van Oldenbarneveldspaat, moet de langs die bouwterreinen gelegen grond, op bijgaande situatie teekening A in roode kleur aangeduid, aan de gemeente in eigendom worden afgestaan. Er bestaat in casu aanleiding om niet, gelijk in soortgelijke gevallen gebruikelijk is, betaling van de volledige kosten van straataanleg op den over te dragen grond te vorderen. Door verbreeding toch van den Warmonderweg tusschenden Eijnsburgerweg en de van Oldenbarneveldstraat, zoodanig, dat dit weggedeelte geheel aansluit aan het verdere gedeelte, zal ook het vrij drukke verkeer over dien weg worden gebaat. En aangezien derhalve door die wegverbetering ook het algemeen verkeersbelang wordt gediend, meenen wij, dat in dit geval eenige tegemoetkoming in de aanlegkosten wel gewettigd is. Die tegemoetkoming zou billijkheidshalve naar den maat staf van een derde gedeelte van de aanlegkosten kunnen worden berekend. Aldus berekend zal ten behoeve van den straataanleg langs bouwterrein I ter nadere verrekening in de gemeente kas moeten worden gestort ƒ600.terwijl in de kosten van straataanleg langs bouwterrein II een bedrag ad/435. moet worden bijgedragen. Ten aanzien van bouwterrein III, gelegen op den hoek van den Eijnsburgerweg en den Warmonderweg, zou de zelfde gedragslijn kunnen worden gevolgd. Op ons verzoek heeft de eigenaar zich echter bereid verklaard om mede aan de gemeente in eigendom over te dragen een gedeelte van dat bouwterrein, ter plaatse van het samenkomen van den Eijnsburgerweg en den Warmonderweg, nader met den overigen grond in rood op situatieteekening B aangeduid. Door overdracht ook van dat stukje grond wordt eene afronding van de weggrens verkregen, welke wij in het belang van de veiligheid van het verkeer van en naar de stad van groot belang achten. In verband met dien afstand kan met betrekking tot den straataanleg langs bouwterrein III met een bijdrage van ƒ250.genoegen worden genomen. Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging te besluiten om kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen de strook grond, ter grootte van 400 M2, deel uitmakende van de perceelen kad. bekend gemeente Leiden, Sectie P, NX 1543, 1554 en 1555, op de overgelegde situatieteekening B in roode kleur aangegeven en gelegen langs den Warmonder weg en op den hoek van dien weg en den Eijnsburgerweg, nadat in de gemeentekas door de eigenaren dier perceels gedeelten is gestort resp. 600.435.en 250.als bijdrage in de kosten van straataanleg op den over te dragen grond. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N». 114. Leiden, 20 Juni 1930. De heer A. L. van Beeck, leeraar in geschiedenis en aardrijkskunde aan het Gymnasium, die op 29 Maart j.l. den leeftijd van 65 jaren heeft bereikt en aan wien op dien grond volgens het bepaalde bij artikel 6, sub 1, der ver ordening van 30 September 1929 (Gem.blad No. 22), regelende o.m. de jaarwedden van de leeraren aan het gymnasium, tegen het einde van den thans loopenden cursus eervol ontslag uit zijne betrekking zou moeten worden verleend heeft ver zocht hem in die betrekking te continueeren. Volgens het bepaalde sub 2 van aangehaald artikel kan het ontslag in dergelijke gevallen telkens voor den tijd van één jaar worden opgeschort, doch niet langer dan tot het einde van den cursus, waarin de leeraar den zeventigjarigen leeftijd heeft bereikt. Vermits het aanblijven van den heer van Beeck moet worden geacht te zijn in het belang van het Gymnasium, geven wij U, met verwijzing naar de bij de stukken gevoegde adviezen van den Inspecteur der Gymnasia en Curatoren van het Gymnasium, in overweging te besluiten het ontslag van den heer A. L. van Beeck als leeraar in geschiedenis en aardrijkskunde aan het Gymnasium alhier, ingaande 1 September a. s., voor den tijd van één jaar op te schorten. N°. 115. Leiden, 20 Juni 1930. Ingevolge art. 11 der voorwaarden, waaronder Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland aan onze gemeente ver gunning hebben verleend tot het plaatsen en exploiteeren van een hoogspanningslijn, uitgaande van het bestaande hoogspanningsstation „Eubenkamp" te Oegstgeest langs den Eijksstraatweg tot in de buurtschap „het Oude Dorp", een en ander ten behoeve van de levering van electrischen stroom in genoemde buurtschap, wordt de vergunning geacht niet gegeven te zijn, indien niet binnen drie maanden na dag- teekening van het besluit van Gedeputeerde Staten door Dwe Vergadering eene verklaring is ingezonden, houdende, dat de Eaad der Gemeente Leuien de vergunning onder de daarbij gestelde voorwaarden aanvaardt. Aangezien o. i. tegen die aanvaarding geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging tot het inzenden van die ver klaring te besluiten. De betreffende vergunning gelieve IJ in de Leeskamer aan te treffen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 116. Ingevolge van Leiden, 20 Juni 1930. de begrootingsvoorschriften moeten de kósten die van het verleenen van wachtgelden Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. en van de ongevallen- en invaliditeitsverzekering, alsmede de daartegenover staande ontvangsten, nadat zij op de daarvoor bestemde verzamelposten zijn geraamd, over de verschillende hoofdstukken en paragrafen der begrooting worden verdeeld. De uitgaven ter zake OAmr 1929, welke in totaal waren geraamd op 642.196.hebben bedragen 635.913.26 en zijn dus 6.282.74 beneden de raming gebleven. De ont vangsten, in totaal geraamd op 326 506.hebben be dragen 327.203.715 of 697.715 meer. De over 1929 ten laste van de gemeente gekomen pensioen kosten enz. hebben derhalve/6.282.74 ƒ697.715 ƒ6.980.455) minder bedragen dan geraamd is. In verband echter met de bovenbedoelde verdeeling moeten verschillende wijzigingen in de begrooting voor 1929 worden aangebracht. Hieronder treft U een overzicht aan van de voor elk der bovengenoemde onderwerpen in totaal geraamde en uitge geven of ontvangen bedragen met vermelding of de uit gaven en ontvangsten meer of minder hebben bedragen, dan geraamd was. Bovendien vindt U aan het slot van den hierbijgaandeu begrootingsstaat, model D, de bij de ver schillende verzamelposten behoorende verdeelingsstaten, waarin de op de diverse hoofdstukken en paragrafen der gemeentebegrooting ter zake gedane uitgaven en ontvangsten zijn aangegeven. Uitgaven. Volgn. 200. Verzekering tegen onge vallen en invaliditeit De uitgaven ter zake, geraamd op 6.000.hebben bedragen 7.148.64. (Zie den verdeelingsstaat behoorende bij volgn. 200.) De, inge volge art. 41, 3e lid, der Invalidi teitswet, over 1929 verschuldigde wiskundige reserves, waarvoor geen gelden waren uitgetrokken, ver- eischten eene uitgaaf van 523.67. Voorts overtrof de uitkeering van premie aan het Gemeentelijk Fonds, waaruit de schadeloosstellingen enz. ingevolge de Invaliditeitswet wor den gekweten, de raming ad 2.650—, met 307.35. Ten slotte bedroegen de kosten van rentezegels voor los personeel meer dan geraamd was. Volgn. 201. Wachtgelden Op dit volgnummer hebben geen uitgaven plaats gehad. Volgn. 202. ZJitkeeringen als be doeld in art. 6 der verordening rege lende het verleenen van wachtgeld aan gemeenteambtenaren De uitgaven hebben bedragen ƒ11.683.93; geraamd was/11.263. Zie den verdeelingsstaat behoorende bij volgn. 202. Volgn. 203. Pensioenen De uitgaven geraamd op ƒ210.688. 1.148.64 420.93 1.740.— 5.790.84 Meer. Minder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 1