MAANDAG 19 MEI 1930. 159 De beer Manders vraagt, of er bezwaar tegen bestaat het adres ter visie te leggen. De Voorzitter zegt, dat het in het Raadsverslag wordt opgenomen. De heer Manders krijgt het dus gedrukt voor zich. De heer Manders meent, dat er niets meer door den Raad over gezegd kan worden, wanneer het in de Handelingen komt. De heer Splinter merkt op, dat de heer Manders nader hand op deze zaak kan terugkomen. De heer Manders is gaarne bereid zich met het voorstel van orde van den Voorzitter te vereenigen, indien de Raad later onder dezellde omstandigheden op deze zaak kan terug komen. De Voorzitter zegt, dat de heer Manders altijd nog een interpellatie over deze zaak kan aanvragen. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. 5°. Verzoek van G. Tegelaar, caféhouder aan de Haarlemmer straat 311, om vergoeding wegens geleden bedrijfsschade, ten gevolge van den bouw van de nieuwe Havenbrug. De Voorzitter stelt voor het verzoek als ongezegeld ter zijde te leggen. De heer Kooistra kent den inhoud van het adres niet. Het zou niet den eersten keer zijn, indien de Raad een onge zegeld adres in behandeling nam. Waarom kan dit hier niet het geval zijn? De Voorzitter zegt, dat zekere stukken gezegeld moeten zijn, b. v. wanneer een gunst gevraagd wordt. Wanneer zulk een stuk niet gezegeld is, moet spreker daarop de aandacht van den Raad vestigen, omdat, wanneer de Raad daarop be slist of beschikt, hij in een zware boete kan vervallen. De heer Kooistra zegt, dat hierbij zeker geen gunst ge vraagd wordt. De Voorzitter zegt, dat deze persoon zich alsnog meteen gezegeld verzoek tot den Raad kan wenden. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 6°. Schrijven van A. H. van der Vooren, ten geleide van een gedicht en een kistje sigaren. De Voorzitter doet voorlezing van het gedicht en stelt voor, de kist sigaren ter oprooking, onder dankzegging aan den gever, te aanvaarden. Het gedicht luidt als volgt: DE ROOKENDE RAAD. Vroede vaad'ren dezer stede, Sta mij toe als mijne plicht Dat 'k mij met een woord van hulde Tot Uw hoog College richt. Vroede vaad'ren, 'k heb gelezen, Het stond immers in de krant, Dat U aan een goed sigaartje Heel Uw raadshart hebt verpand. Vroede vaad'ren van ons Leiden, Dat was eerst een wijs besluit, Als sigarenhand'laar spreek ik Mijn oprechte hulde uit. D'uitspraak, die Uw hoog College In dit ernstig uur ons gaf, Steekt toch wel heel gunstig bij Uw And're Raadsbesluiten af. 'k Mag mijn hulde U niet onthouden En ik doe dat hoort toch zoo U een fijne kist sigaren Voor 't College nu cadeau. 't Beste, dat voor U geschikt is, Geurig en bijzonder fijn, Kon natuurlijk hier niet anders Dan dit merk «Oud Leiden" zijn. Het stadhuis staat op het deksel Netjes, zooals het behoort, Zonder palen, zonder schutting, 't Stadsschoon is dus niet vermoord. Weet U, hoe ze te verdeelen? Wie vóór 't voorstel stemde twee, D'and'ren één, van 't overschotje Krijgt de pers dan nog wat mee. Vroede vaad'ren dezer stede, Gij zijt onze steun en stut Voor U schijnt het rooken nuttig, Daarom rookt ze in het Nut! Troubadour. Wordt zonder beraadslaging ot hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeeseer en Wethouders be sloten. 7°. Voordracht van Curatoren van het Gymnasium ter be noeming van een Secretaris van dat College. Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken. Allereerst stelt de Voorzitter alsnu aan de orde II. Voorstel tot verlenging van de tijdelijke opdracht aan Mej. Dr. W. L. W7rede, tot het geven van onderwijs in de natuurlijke historie aan het Gymnasium. (Zie Ing. St. No. 81). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. III. Idem alsvoren aan Prof. Dr. G. J. Thierry, tot het geven van onderwijs in het Hebreeuwsch. (Zie Ing. St. No. 81.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IV. Praeadvies op het verzoek van P. J. Hoogendam, om eervol ontslag als onderwijzer aan de school Schuttersveld B. (Zie Ing. St. No. 73.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. V. Praeadvies op het verzoek van L. van der Laan, om ontslag als lid van de Gemeentelijke Commissie voor Maat schappelijk Hulpbetoon. (Zie Ing. St. No. 72). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. Thans stelt de Voorzitter aan de orde I. Benoeming van een lid van het bestuur der Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. No. 71.) Do Voorzitter verzoekt den heeren van Stralen, Manders, de Reede en Romijn het stembureau te vormen. Wordt benoemd met 30 stemmen de heer S. van Nootende heer Dr. J. C. M. Timmermans verkreeg 1 stem. Ibis. Benoeming van een lid van het bestuur der Veree- niging tot bevordering van den Bouw van Werkmanswo ningen. (Zie Ing. St. No. 92.) Wordt benoemd met 30 stemmen de heer G. P. E. Weijer; de heer Mr. C. J. Goudsmit verkreeg 1 stem. Iter. Benoeming van een lid van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon. (Zie Ing. St. No. 93.) Wordt benoemd met 30 stemmen de heer Th. C. Stijnman de heer P. Heemskerk verkreeg 1 stem. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. Vi. Praeadvies op het verzoek van het bestuur van het genootschap «Mathesis Scientiarum Genitrix" om het koste loos gebruik van eenige lokalen van de Stadsgehoorzaal, voor het houden van de algemeene vergadering en van de ten toonstelling van door de leerlingen vervaardigde werkstukken. (Zie Ing. St. No. 74.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 3