38
wijze Mevrouw de weduwe O vervoorde zich voorstelt de
beschikking ten uitvoer te brengen.
Wij zullen U wel niet behoeven te zeggen, dat wij, even
als de Commissie voor het Stedelijk Museum, met groote
dankbaarheid van dit legaat hebben kennis genomen en dat
wij wijlen den heer Overvoorde bijzonder erkentelijk zijn
voor zijn bewijs van groote belangstelling in het museum.
Wij geven Uwe Vergadering dan ook in overweging dit
voor het museum waardevolle legaat van wijlen Mr. Dr.
J. C. Overvoorde, onder betuiging van groote waardeering
voor de gemeente te aanvaarden en ons te machtigen aan
Mevrouw de weduwe OvervoordeGordon den dank van
Uwe Vergadering over te brengen voor de wijze, waarop zij
zich voorstelt de beschikkingen van haren overleden echtge
noot ten uitvoer te brengen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 84. Leiden, 8 Mei 1930.
Bij Uw besluit van 30 September 1929 (Ingek. Stukken
No. 165) werd de aan de afdeeling Leiden van de Vereeni-
ging tot Verbetering van het Lot der Blinden in Nederland
tot wederopzeggens toegekende subsidie van 1500.voor
1929 nader bepaald op ten hoogste 3000.aangezien was
gebleken, dat de afdeeling met een bijdrage van 1500.
niet kon volstaan.
Blijkens de thans ingediende rekening 1929 en begrooting
1930 is ook een subsidie van 3000.niet voldoende om
de kosten van de werkverschaffing te dekken.
De rekening 1929, waarin is verantwoord de gemeentelijke
subsidie ad 3000.wijst een tekort aan van 321.91J,
terwijl de begrooting 1930, ditmaal evenwel zonder dat
geraamd is de gemeentelijke subsidie, met een nadeelig saldo
van ruim 6000.sluit. Het aantal blinden, waarover de
werkverschaffing zich thans uitstrekt bedraagt 11, tegen 10
in 1929.
Het tekort, dat over 1930 wordt verwacht, is derhalve
ongeveer f 3000.hooger dan dat over 1929, hetgeen
voornamelijk wordt veroorzaakt door de aanstelling van een
bedrijfsleider en voorts doordat geen particuliere bijdragen
en geen tegemoetkoming van de Centrale Vereeniging wer
den geraamd.
In verband hiermede verzocht het bestuur der afdeeling
de gemeentelijke subsidie te verhoogen tot 6000.
Hoewel ons College zich niet ontveinst, dat de geldelijke
steun, dien de afdeeling behoeft, aanzienlijk grooter is, dan
aanvankelijk werd verwacht, acht ons College met het oog
op het groote nut van de werkverschaffing als middel tot
verzorging van de blinden alleszins termen tot verdere
verhooging van de subsidie aanwezig. Werkverschaffing
heeft het dubbele voordeel, dat de menschen nuttig worden
bezig gehouden en dat zij voor hun levensonderhoud niet
een beroep behoeven te doen op de burgerlijke armenzorg.
De verhooging van de subsidie ware echter te beperken
tot 5000.o. i. moet ook in het vervolg getracht worden
buiten de contributie der leden, bijdragen van particulieren
en van de Centrale Vereeniging te verkrijgen; voorts zou
het resultaat van den verkoop der vervaardigde artikelen,
die thans niet veel meer dan den kostprijs der grondstoffen
opbrengen, wellicht wat kunnen worden verbeterd.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging:
a. met wijziging van Uw besluit van 19 November 1928
het aan de afdeeling Leiden van de Vereeniging tot Ver
betering van het Lot der Blinden in Nederland tot weder
opzeggens toegekende subsidie van 1500.voor 1930
nader te bepalen op ten hoogste f 5000.
b. vast te stellen den hierbij overgelegden begrootingsstaat
model E, dienst 1930, groot 3500.
Dit bedrag kan worden afgeschreven van den post voor
onvoorziene uitgaven, waarop thans nog 34.762.71 beschik
baar is.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 85. Leiden, 8 Mei 1930.
Wy twijfelen er niet aan, of Uwe Vergadering zal met ons
College van oordeel zijn, dat het gewenscht is de aan de
gemeente toebehoorende huisjes aan de Geeregracht nis 52,
54 en 56, op de in de Leeskamer liggende teekening in rood
aangeduid, te doen afbreken.
Door deze amoveering zal een betere verbinding worden
verkregen van de Geeregracht met het Plantsoen en de
Jan van Houtkade, terwijl de Plantsoenaanleg daar ter
plaatse tevens eenigszins kan worden verfraaid.
Wij hebben daarom het bestuur van de Stichting tot
Beheer en Exploitatie van Woningen te Leiden, bij welke
stichting de bedoelde huisjes in beheer zijn, verzocht de
woningen binnen een redelijken termijn te doen ontruimen.
Deze ontruiming heeft inmiddels plaats gehad en bij den
dienst van Gemeentewerken wordt een plan uitgewerkt voor
de nieuwe situatie ter plaatse.
Aangezien de straatjeugd echter begonnen is haar verniel
zucht aan de verlaten huisjes bot te vieren, verdient het
aanbeveling spoedig tot amotie over te gaan.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging, in
afwachting van een nadere credietaanvrage betreffende de
verbetering van den toestand ter plaatse, reeds thans te
besluiten de perceelen gelegen aan de Geeregracht, Nis
52, 54 en 56 te doen afbreken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 86. Leiden, 8 Mei 1930.
Bij besluit van 1 October 1928 (Ingek. Stukken No. 185)
stelde Uwe Vergadering een bedrag van 12.000.be
schikbaar voor de verbreeding en verbetering van het ge
deelte van den Maresingel vanaf de eerste bocht ten Westen
van de uitmonding van de Pasteurstraat ongeveer tot het
rioolgemaal voorbij den spoorwegovergang, terwijl bij Uw
besluit van 15 Juli 1929 (Ingek. Stukken No. 110) een bedrag
van 19.500.beschikbaar werd gesteld ten behoeve van
de normalisatie van het gedeelte van den Maresingel van
nabij de spoorbrug tot nabij het Prins Hendrikplein. Het
eerstgenoemde gedeelte is reeds voltooid, terwijl het tweede
gedeelte binnenkort tegelijk met de verbreeding van de
Maresingelgracht tot uitvoering komt. Er zijn aldus van den
Maresingel twee gedeelten overgebleven, in welker normalisatie
nog niet is voorzien, te weten het gedeelte van den Haarlemmer
weg tot nabij de Pasteurstraat en het gedeelte van nabij het
Prins Hendrikplein tot nabij de Julianastraat. Aangezien
de rioleeringswerkzaamheden in beide gedeelten zijn afge-
loopen, achten wij nu den tijd aangebroken, om ook de
verbetering van deze beide stukken ter hand te nemen,
tengevolge waarvan alsdan de geheele Maresingel zal zijn
genormaliseerd. Die verbetering zal op dezelfde wijze plaats
hebben als elders op dien singel en bestaan in het aan
brengen van een bitumineuze verharding op gewalste onder
laag tot de als normaal voor den rijweg aangenomen breedte
van 8.30 M. met den aanleg van een tegeltrottoir van wis
selende breedte.
Voor de verbreeding van de hierbedoelde gedeelten be
hoeft de gemeente de beschikking over eenige openbare
stoepen en over eenige voortuinen. Omtrent de overne
ming, resp. den aankoop daarvan is met de eigenaren,
behalve met die van perceel Sectie K No. 1451 omtrent
aankoop van het vóór de rooilijn gelegen gedeelte van den
voortuin van dat perceel, op de gewone voorwaarden over
eenstemming bereikt, terwijl de openbare stoepen, behoorende
tot de perceelen Sectie K Nis 114 tot en met 117, om de
in de stukken vermelde reden nog niet aan de gemeente
in eigendom kunnen worden overgedragen, doch wel reeds
als trottoir aangelegd.
De totale kosten van de verbetering van deze twee ge
deelten van den Maresingel, daaronder begrepen de kosten
van overneming resp. aankoop van de benoodigde openbare
stoepen en voortuintjes, alsmede die van voorzieningen aan
de waterleiding, worden door den Directeur der Gemeente
werken op 27.000.begroot, welk bedrag ware te putten
uit het „Fonds voor Stadsverbetering, werkverschaffing en
andere sociale doeleinden"; de kosten wegens het verleggen
van kabels (de gasbuizen behoeven niet verlegd tewordeD)
zullen voor de Lichtfabrieken 3.340.bedragen, welk
bedrag voorshands uit de aanwezige middelen van de fabrieken
kan worden gevonden.
In verband met een en ander kan het hieronder afge
drukte voorstel van den heer Schüller, in Uwe zitting van
9 December 1927 om praeadvies in onze handen gesteld,
hiermede als afgedaan worden beschouwd.
Overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabri
cage en onder verwijzing naar de overgelegde rapporten en
teekeningen geven wij alsnu Uwe Vergadering in over
weging
a. door vaststelling van den hierbij overgelegden begroo
tingsstaat ten behoeve van de normalisatie van het gedeelte
van den Maresingel van den Haarlemmerweg tot de bocht
ten Zuiden van de Pasteurstraat en van het gedeelte van