3
N°. 79. Leiden, 7 Mei 1930.
Onder mededeeling, dat ons College zich met liet hieronder
afgedrukt voorstel van de Commissie van Beheer over de
gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Bhijngeest" kan
vereenigen, geven wij Uwe Vergadering in overweging ge
noemde Commissie te machtigen tot het doen vergrooten
van den varkensstal op het terrein van het sanatorium
„Bhijngeest" voor de som van 4500.te betalen uit de
middelen van het afschrijvings- en vernieuwingsfonds dier
inrichtingen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 23 April 1930.
Bij ons schrijven van 16 October j.l., No. 3/16, deelden
wij Uw College mede, dat wij, in verband met de gunstige
financiëele resultaten van de varkensmesterij, voornemens
waren daaraan eenige uitbreiding te geven, waartoe de bouw
van nieuwe varkenshokken noodig zou zijn. Op 17 October
d. a. v. besloot U op ons verzoek den Directeur der Gemeente
werken op te dragen daarvan bestek en teekening te doen
opmaken, aan welke opdracht inmiddels gevolg is gegeven.
De kosten van uitvoering van dit werk, met inbegrip van
die van voorbereiding en toezicht, worden door genoemden
Directeur op ƒ4500.geraamd.
Met het ontwerp-bestek kunnen wij ons behoudens enkele
kleine wijzigingen vereenigen, zoodat wij Uw College thans
in overweging geven den Baad voor te stellen onze Com
missie te machtigen tot het doen vergrooten van den varkens
stal op het terrein van het sanatorium „Bhijngeest" voor
de som van ƒ4500.te betalen uit de middelen van het
Afschrijvings- en Vernieuwingsfonds onzer inrichtingen.
De Commissie van Beheer over de Gestichten
„Endegeest", „Voorgeest" en Bhijngeest",
Aug. L. Beimebingeb, Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, Secretaris.
Aan Heeren Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 80. Leiden, 7 Mei 1930.
Ons vereenigende met het hieronder afgedrukt voorstel van
de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest",
„Voorgeest" en „Bhijngeest" geven wij Uwe Vergadering in
overweging te bepalen, voor zooveel noodig met afwijking
van het bepaalde in artikel 24 van de verordening van 5
Maart 1928 (Gem. Blad No. 6), regelende den rechtstoestand
van de verplegers in dienst van de gestichten „Endegeest",
„Voorgeest" en „Bhijngeest", dat te beginnen met het jaar
1930 de aan genoemde inrichtingen verbonden hoofdverplegers
en de waarnemende hoofdverplegers recht hebben op een
jaarlijksche vacantie van vier en twintig, de overige ver
plegers op een van achttien werkdagen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 22 April 1930.
Wij hebben de eer Uw College mede te deelen, dat sedert
geruimen tijd bij onze Commissie aanhangig is een voorstel
tot wijziging van de verordening van 5 Maart 1928 (Gemeente
blad No. 6), regelende den rechtstoestand van de verplegers
in dienst van de gestichten „Endegeest, Voorgeest en Bhijn
geest". Verdient het eenerzijds aanbeveling met de indiening
van dit voorstel nog te wachten, totdat de Baad de in
verband met de inwerkingtreding van de Ziektewet noodige
besluiten heeft genomen, anderzijds is op één punt een
spoedige beslissing zeer gewenscht. Tot de door onze Com
missie voor te stellen wijzigingen van bovengenoemde ver
ordening behoort nl. ook een wijziging van artikel 24, waarin
de duur der vacantie is geregeld.
Volgens die regeling hebben de hoofd verplegers en de
waarnemende hoofdverplegers recht op een jaarlijksche
vacantie van achttien, de overige verplegers op een van
twaalf werkdagen. Met den Geneesheer-Directeur achten wij
deze regeling niet meer voldoende en zouden wij, te beginnen
met 1930, den duur der vacantie gaarne gesteld zien op
resp. vier en twintig en achttien werkdagen. De taak van
het verplegend personeel in een krankzinnigengesticht en in
een sanatorium toch is een moeilijke en inspannende, terwijl
zij den laatsten tijd nog is verzwaard door de steeds ruimere
toepassing van de zgn. arbeidstherapie. Naar onze meening
wettigen deze omstandigheden aan het personeel onzer
inrichtingen een langere vacantie te geven dan aan het
overige gemeentepersoneel
De hieraan verbonden kosten kunnen op 3.000.per
jaar worden gesteld.
Zal deze regeling echter nog dit jaar in werking kunnen
treden, dan is een spoedige beslissing gewenscht, ook al
omdat in verband daarmede het personeel met een 3-tal
verplegers (verpleegsters) moet worden uitgebreid.
Op grond van een en ander en onder mededeeling, dat
ter zake met de organisaties van het verplegend personeel
overleg is gepleegd, geven wij Uw College beleefd in over
weging den Baad zoo spoedig mogelijk voor te stellen te
bepalen, voor zooveel noodig met afwijking van het bepaalde
in artikel 24 van de verordening van 5 Maart 1928, (Gemeente
blad No. 6), regelende den rechtstoestand van de verplegers
in dienst van de gestichten „Endegeest, Voorgeest en Bhijn
geest", dat te beginnen met 1930 de aan genoemde
inrichtingen verbonden hoofd verplegers en de waarnemende
hoofdverplegers recht hebben op een jaarlijksche vacantie
van vier en twintig, de overige verplegers op een van acht
tien werkdagen.
In ons binnenkort in te dienen voorstel tot wijziging van
bovengenoemde verordening, zal dan eventueel tevens artikel
24 in bovenstaanden zin worden gewijzigd.
De Commissie van Beheer over de Gestichten
„Endegeest", „Voorgeest" en „Bhijngeest",
Aug. L. Beimebingeb, Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 81. Leiden, 8 Mei 1930.
In verband met de ziekte van Mej. Dr. C. B. Bakker
werden de lessen in natuurlijke historie aan het Gymnasium
tijdelijk opgedragen aan Mej Dr. W. L. Wrede, voorts werd
de heer Prof. Dr. G. J. Thierry, wegens ziekte van den
leeraar H. Cohen, tijdelijk belast met het onderwijs in het
Hebreeuwsch aan die inrichting.
Aangezien de werkzaamheid dezer tijdelijke leerkrachten
langer dan drie maanden moest duren geven wij, met ver
wijzing naar de desbetreffende bij de stukken gevoegde
brieven van Curatoren van het Gymnasium en het eveneens
daarbij overgelegd advies van den Inspecteur der Gymnasia,
Uwe Vergadering in overweging de tijdelijke opdracht aan
Mej. Dr. W. L. Wrede tot het geven van onderwijs in
natuurlijke historie aan het Gymnasium, alsmede die aan
den heer Prof. Dr. G. J. Thierry tot het geven van onder
wijs in het Hebreeuwsch aan die inrichting, tot weder-
opzeggens, doch uiterlijk tot 15 Juli a.s. te verlengen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
v 0 82. Leiden, 8 Mei 1930.
Dp Commissie vari Financiën heeft de eer U mede te
leeleri dnt zij tegen de rekening over 1929 en de begrooting
voor 1930 van de Plaatselijke Schoolcommissie, geene be
denkingen heeft.
Zij stelt 17 derhalve voor deze stukken goed te keuren.
'.an den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 83. Leiden, 8 Mei 1930.
Bij zijn ter visie liggend schrijven deelt Notaris J. A. van
Hamel mede, dat wijlen Mr. Dr. J. C. Overvoorde aan de
gemeente ten behoeve van het Stedelijk Museum „de Laken
hal" heeft gelegateerd
1°. eene som van 10.000.voor aankoop van voorwer
pen ten behoeve van genoemd museum
2°. eene keuze uit des erflaters antiquiteiten, oud porcelein
of schilderijen
3°. ten behoeve van de Museum-bibliotheek des erflaters
verzameling catalogi van verzamelingen en veilingen en een
keuze uit zijn boek- en plaatwerken over museumwezen en
kunstgeschiedenis
een en ander onder de in het schrijven vermelde bepa
lingen. In het schrijven is tevens aangegeven, op welke