MAANDAG 14 APRIL 1930. 155 De heer Kooistra meent, dat dit het optreden van de gemeente toch niet rechtvaardigt. De heer Manders zegt* dat de aanslagbiljetten voor de schoolbelasting een beetje later uitgereikt zijn wegens den brand; nu hebben verschillende rnenschen reeds een termijn betaald, waaraan volgens het aanslagbiljet evenwel een kleinig heid ontbrak; zij hebben b.v. betaald in plaats van de helft en dan krijgen zij direct een aanmaning, die 0.25 kost. Spreker verzoekt daarbij een beetje soepelheid te betrachten. De Voorzitter zal dit aan den Wethouder van Financiën vragen. De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot des avonds te 8£ uur. Voortzetting van de geschorste openbare vergadering des avonds te 8£ uur. Thans zijn afwezig de heeren van Es en Vallentgoed. De Voorzitter doet de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat en wordt voortgezet de behandeling van punt 18 der agenda. a. Algemeene beschouwingen worden niet meer gehouden. b. Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De Voorzitter verzoekt den leden van het stembureau, hunne medewerking wederom te willen verleenen. c. Wordt benoemd in den rang van Hoofdambtenaar tot administratief hoofdambtenaar bij den dienst der Gemeente werken, met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum, met 29 stemmen de heer G. P. E. Weijer; 2 biljetten waren in blanco. De Voorztter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. De Voorzitter stelt thans nogmaals aan de orde de behan deling van de vraag, waar voortaan de Raadsvergaderingen zullen worden gehouden. Bij onderzoek bleken er twee mogelijkheden te bestaan: zij kunnen worden gehouden in de zaal, waarin de Raad thans vergadert, of in de Lakenhal. Worden zij in de Lakenhal gehouden, dan zal ook de zoogenaamde Zilverzaal ter beschikking van den Raad worden gesteld; de publieke tribune zal komen op de plaats, waar vroeger Burgemeester en Wethouders zaten, en Burgemeester en Wethoudeis zullen met hun rug naar den Ouden Singel komen te zitten, terwijl een schut zal geplaatst worden voor den tegenwoordigen ingang. Met algemeene stemmen heeft de Commissie voor de Lakenhal besloten het rooken in het gebouw niet toe te staan. De kosten van het maken van eenige banken en betere zitplaatsen voor de leden zullen ƒ3000.bedragen. De ge meente heeft ten allen tijde de beschikking over de locali- teiten van de Lakenhal. Het College meent, dat met de vergaderplaats in het gebouw van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen alleen genoegen kan worden genomen, indien de gemeente eiken Maandag de beschikking over eenige lokalen in dat gebouw heeft. Het College heeft van het bestuur der Maatschappij een brief ontvangen, waarin staat: »De zalen 1-2-4 zijn iederen Maandag den geheelen dag te uwer beschikking, onverschillig of er gemeenteraadszitting wordt gehouden of niet, zoodat u ook steeds des Maandags andere vergaderingen of commissiebijeenkomsten kunt houden en ook nog des Zaterdags b.v. een vergadering kunt uitschrijven voor den daarop volgenden Maandag. Wij verhui en dan deze zalen in het geheel niet meer voor Maandag aan anderen. In dit geval zal de prijs van deze zalen te zaïnen bedragen ƒ1000.— per jaar, te voldoen in driemaandelijksche tei mijnen." De kosten zouden minder zijn, indien met de maatschappij een r egeling werd getroffen, waai bij de gemeente alleen de beschikking over de zalen verkrijgt, wanneer ze die rioodig heeft. Dat zou echter een hoogst nadeelige regeling voor den Raad zijn, die er zeker van moet zijn, dat hij eiken Maandag in deze zalen kan vergaderen. De kosten van het in orde brengen van deze zalen zullen ƒ4000.bedragen. De heer Parmentief. Het meubilair zullen wij later in het nieuwe stadhuis kunnen gebruiken. De Voorzitter veronderstelt wel, dat het meubilair op de een of andere wijze in het nieuwe raadhuis gebruikt zal kunnen worden, maar weet natuurlijk niet, of het geschikt zal zijn voor de latere raadzaal. Het College van Burgemeester en Wethouders wenscht de beslissing in dezen aan den Raad te laten, doch is in zijn geheel vóór het houden van de raadsvergaderingen in de Lakenhal. Den heer Wilbrink bevalt het hier, al is het dan niet weel derig, toch nog altijd beter dan in de doode deftigheid van de Lakenhal; spreker houdt zeer veel van een gemoedelijk tehuis, waar men zich thuis voelt; in de vergaderingen in de Lakenhal heeft spreker zich nooit erg thuis gevoeld. Het doet niet aangenaam aan, als men wat gehaast nog wil binnen komen en de opmerking ontvangt: Mijnheer, eerst uw sigaar uitdooven. Wanneer men de Raadszittingen moet bijwonen, die altijd veel tijd vergen, waarvoor men soms moeilijk uit zijn werkzaamheden kan uitbreken, mag er wel een beetje gezelligheid zijn. Spreker gelooft, dat de Raadsleden het met hem eens zullen zijn, dat men zich wat meer vrij moet kunnen bewegen; hoewel de Lakenhal een eigen gebouw is van de gemeente en de Raad zich er dus meer thuis moet gevoelen, prefereert spreker een huurhuis, waar men zich vrijer kan bewegen en dat meer gezelligheid brengt. Spreker zal er dus vóór stemmen om in dit gebouw te blijven ver gaderen, zoolang de Raad nog geen werkelijk eigen tehuis heeft. De heer Donders zou gaarne naar de Lakenhal willen terugkeeren, omdat hij daarin alleen voordeelen ziet. In de eerste plaats mist de zaal, waarin de Raad thans vergadert, ieder decorum, waarop de vergaderzaal voor een Raad van een behoorlijke gemeente, als Leiden toch nog altijd is, aan spraak mag maken. De heer Wilbrink zegt, zich nooit thuis gevoeld te hebben in de Lakenhal, maar dat zal zich dan wel beperkt hebben tot de voordeur, want spreker heeft er tijdens de debatten in die zaal nooit iets van bemerkt. In de tweede plaats heeft men de quaestie van de kosten. Wanneer mert deze zaal en de nabijgelegen vertrekken eeniger- mate gaat oplappen, want het zal nooit meer zijn dan de ergste naaktheid wegnemen, dan kost dit ƒ4000.ineens en bovendien elk jaar 1000.Hoe lang deze jaarlijksche uit gave zal voortduren, weet niemand, maar vast staat, dat, wanneer de Raad naar de Lakenhal terug gaat, de uitgave ineens ƒ1000.minder bedraagt, terwijl niet telken jare ƒ1000.huur behoeft te worden betaald. Nu heeft de heer van Eek, overigens niet ten onrechte, meermalen gewezen op de noodzakelijkheid om de soberheid in acht te nemen. Thans kart de Raad in dit opzicht een voorbeeld stellen. Het is mogelijk, dat men het bedrag van 1000.dat voor het in orde brengen van deze zalen meer zal moeten worden uitgegeven, alsmede de jaarlijksche huur van 1000. niet zoo belangrijk vindt, maar spreker meent, dat de Raad ook in dezen de soberheid heeft te betrachten, temeer waai de geheele gemeentedienst op zeer sobere wijze is onder gebracht in het voormalige Hópital Wallon. Bovendien gaat de Raad, als besloten wordt in de Lakenhal de vergaderingen te doen plaats hebben, er in alle opzichten op vooruit. Immers de vergaderzaal is veel decoratiever en met de conversatiezaal is dit, in het plan van den Wethouder, eveneens het geval. De z.g.n. zilver zaal is daartoe uitnemend geschikt en thee of andere verfrisschende dranken zullen daar ook wel te verkrijgen zijn. Het eenige, waarin men achteruit gaat, is het rookverbod, dat op de Lakenhal rust, maar dat moeten de Raadsleden zich dan maar in het algemeen belang getroosten. Spreker meent bij herhaling, dat de Raad een voorbeeld moet geven in het betrachten van de soberheid en daarom de goedkoopste oplossing moet aanvaarden, die tevens verreweg de beste is. De heer Schüller meent, dat de Raad in de lokalen van het gebouw van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen best zal kunnen vergaderen. Het doen van de grootere uitgaven voor de inrichting en de huur is alleszins gerechtvaardigd. Men vergete n.l. niet, dat in de Lakenhal geen ventilatie is, terwijl in de zaal van't Nut vier ventilatoren zijn aangebracht. Wil men in de Lakenhal ventileeren door het openzetten van een raam, dan zit men in den tocht, wat voor velen onaangenaam is. In de tweede plaats spreekt men in de Lakenhal, ook als de zitplaatsen anders zijn ingedeeld, niet gemakkelijk. Dat bezwaar doet zich vooral in den begrootingstijd gevoelen. De zalen van 'tNut zijn, vooral als zij wat opgeknapt worden, veel gemoedelijker. Ook de zaal van de Lakenhal maakt niet den indruk van een raadszaal, zcoals men die in Leiden heeft gehad en hoopt weer te krijgen. In de geheele gemeente is geen waardige zaal voor den Raad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 17