150 MAANDAG 14 APRIL 1930. XX. Voorstel in zake de verbetering van den Lagen Rijndijk, de omgeving van de Zijlpoort en de Haven en tot beschik baarstelling van de daarvoor benoodigde gelden, met be handeling tevens van de desbetreffende voorstellen van de heeren Scbiiller en Eikerbout. (Zie Ing. St. No. 65.) De heer Splinter zegt, dat de vraag is gesteld, of het niet mogelijk is de brug bij de Zijlpoort zoo te verbreeden, dat de trottoirs van 1.50 M. ook aan weerszijden van het beweeg baar gedeelte van die brug worden aangebracht. Uit een ge wijzigd plan, dat spreker voor zich heeft, blijkt, dat de moge lijkheid daartoe bestaat. Natuurlijk moet het brugdek vernieuwd en verbreed worden; ook de balans moet vernieuwd worden, omdat die anders niet zwaar genoeg zijn voor het nieuwe dek; verder moeten de stijlen eenige verzwaring ondergaan. Burgemeester en Wethouders wijzigen, aangezien dit een belangrijke verbetering van hun oorspronkelijk voorstel vormt, in dien zin hun voorstel; de meerdere kosten daarvan be dragen 15.000.—. De Voorzitter koppelt hieraan namens het College nog deze mededeeling, dat het College ook een kleine wijziging wenscht voor te stellen ten aanzien van de financiering. De uitgave zou bedragen hebben 80.600.waarbij dan nu nog komt 15.000.—, zoodat het in totaal ƒ95.600.wordt. Het College stelt nu voor, om in plaats van dit geheele bedrag te putten uit het Fonds voor Stadsverbetering, daaruit slechts een bedrag van 73.700.te nemen en het overige bedrag, 21.900. bestemd voor den aankoop van grond, te vinden uit geld- leening, zooals bij dergelijke zaken gebruikelijk is. In dien zin wordt het voorstel van Burgemeester en Wet houders, waarover de Commissie van Financiën nog even mondeling is gehoord en waarmede zij haar instemming heeft betuigd, gewijzigd. De heer Elkerbout meent, dat door de verbreeding van de brug een bevredigende toestand zal worden geschapen. Spreker wil over de zaak zelf niets zeggen en alleen zijn dank uitspreken voor het schoone plan, dat ten opzichte van den Lagen Rijndijk en de Zijlpoort, mede in verband met zijn voorstel, door Burgemeester en Wethouders is ingediend, waardoor inderdaad een oplossing van het vraagstuk wordt verkregen. De heer Groeneveld is ook ingenomen met het voorstel tot verbetering van de wegen van de Groote Havenbrug af tot de Spanjaardsbrug toe, maar heeft toch nog eenige bezwaren, die voornamelijk de omgeving van de Zijlpoort betreffen. Zooals bekend is, bestaat reeds een plan om de Zijlpoorts- brug geheel af te breken en de verkeerswegen in een andere richting te leiden. De uitvoering van dat plan zal zeker niet tot Sint Juttemis worden uitgesteld. Is het nu wel economisch om op het oogenblik voor een verbetering, die van tijdelijken aard is, zulke groote bedragen uit te geven. Volgens de teekening zal de toestand niet zoo fraai worden. Het is een noodmaatregel, die ƒ15.000.zal kosten voor het beweegbare gedeelte van de Zijlpoortsbrug, waarhij nog komt ƒ6000.voor de trottoirs langs het vaste gedeelte van die brug. Bovendien moet men er rekening mede houden, dat, wanneer de doorbraak, die immers in het voornemen ligt, van de Zijlpoortsbrug tot de Verversstraat wordt uit gevoerd, een grooter gedeelte van het terrein van de R. K. Be graafplaats zal noodig zijn. Daardoor zal het hek, dat thans op voorstel van Burgemeester en Wethouders zal worden geplaatst, over eenige jaren moeten worden afgebroken en door een ander worden vervangen. Zou het nu niet voordeeliger zijn thans reeds te beginnen met de uitvoering van dat plan, in plaats van dezen tijde lijken en kostbaren maatregel te treffen? Een ander bezwaar is, dat, vanaf den Lagen Rijndijk, aan den rechterkant van de Zijlpoort een afzonderlijke verkeers weg met trottoir komt; de voetgangers, die van den Lagen Rijndijk komen, zullen echter een heelen omweg moeten maken om op de Haven te komen te komen, wanneer zij het trottoir volgen. Nu hebben voetgangers de eigenschap om meestal den kortsten weg te nemen, al is die gevaarlijker; het grootste gedeelte zal dus van het trottoir geen gebruik maken. Bij de Morschpoort bestaat ook een dergelijke regeling, maar de voetgangers, uit beide richtingen, nemen steeds den rechten weg, door de poort heen. Spreker heeft er ook bezwaar tegen, dat voorgesteld wordt om voor ƒ20.000.van de firma Boot te koopen een terrein met een gebouw en om het te betalen, zonder dat men er evenwel nog gebruik van maakt, zonder dat men dus die wegverbetering reeds ter hand neemt. Spreker ziet geen enkele reden om die firma in het bezit van dat terrein te laten. Spreker zou gaarne willen, dat ook dit gedeelte tegelijk werd verbeterd, zooals het plan is; men weet vrij zeker, hoe de toestand daar zal worden, wanneer de Spanjaardsbrug wordt vernieuwd; er is geen reden om, nu men eenmaal bezig is, dat werk maar half af te makendat is ook het voor- deeligste. De heer Splinter is het met den heer Groeneveld eens, dat de Zijlpoortsbrug ten doode is opgeschreven, maar het is slechts de vraag, wanneer zij zal verdwijnen, en dat zal vol gens spreker nog een heelen tijd duren. Dat ligt niet aan spreker, zooals de heer Groeneveld nu zegt, maar dat is een geheel nieuwe zaak, die hier nog behandeld moet worden, en verder is het ook niet zoo eenvoudig; wanneer de gemeente over millioenen kon beschikken, zou het vlugger gaan dan op het oogenblik. Men moet daarom trachten er thans van te maken, wat er van te maken is. Toen de verbetering van de omgeving van de Zijlpoort werd overwogen, heeft spreker dadelijk gezegd de Zijlpoorts brug is niet te breed, laten wij, behalve op het beweegbare gedeelte van die brug, aan beide zijden een trottoir aanleggen. Spreker had gedacht, dat de voetgangers op dat gedeelte wel even het trottoir konden verlaten. Er gingen echter stemmen op, die vroegen, of het niet mogelijk was de trot toirs ook langs het beweegbaar gedeelte op dezelfde breedte te laten doorloopen. Spreker heeft daaromtrent met Gemeente werken overleg gepleegd en daarom vanmiddag voorgesteld in dien zin te besluiten. De heer Groeneveld zei: het is niet zoo'n fraaie toestand, maar de heer Eikerbout vond het een mooie oplossing, waar onder ook begrepen was de verbreeding van de brug. Spreker gelooft ook, dat, als het werk gereed is, de heer Groeneveld tevreden zal zijn. De voorgestelde uitstekende verbetering zal voor de eerst komende jaren voldoende zijn. Spreker erkent, dat de Zijlpoortsbrug ten doode is opge schreven, maar hoe lang zal zij nog blijven bestaan? Wanneer zal men beginnen met de uitvoering van het uitbreidingsplan, welks herziening zelfs nog behandeld moet worden? De heer van Stralen. Binnen vijf jaar. De heer Splinter meent, dat ieder zal gevoelen, dat dit niet binnen vijf jaar te doen is. De heer Groeneveld heeft gezegd, dat de voetgangers niet rechts zullen houden, maar als zij het doen, is het toch geen groote omweg. Spreker kan zich althans niet voorstellen, dat de voetgangers om die reden van de trottoirs geen gebruik zouden maken, vooral waar het verkeer voor hen en voor personen met kinderwagens door de trottoirs minder gevaarlijk zal worden. Het is de bedoeling den weg tot de Spanjaardsbrug op de volle breedte door te trekken, zoodra de N.V. Scheepsbouw- en Reparatiewerf »de Hoop" v/h Gebr. Boot de opstallen op den grond, die door de gemeente wordt gekocht, heeft afge broken en den scheidingsmuur heeft geplaatst. Burgemeester en Wethouders zijn bereid met de firma v/h Gebr. Boot overleg te plegen. Men zal moeten wachten, totdat deze firma eerst de gebouwen heeft laten zetten, waarin zij het schaft lokaal en de werkplaatsen kan onderbrengen. Daarvoor is inderdaad geen termijn gesteld, maar aangezien de firma op spoed heeft aangedrongen, mag men verwachten, dat zij ook zelf spoed zal betrachten. Zij zal zelf een scheidings- en grondkeeringsmuur plaatsen. De heer Groeneveld is op het laatste punt door den Wethouder bevredigd, maar toch vraagt spreker zich af, of bet niet veiliger zou zijn een termijn te bepalen. Wat de Zijlpoortsbrug betreft is spreker toch niet geheel zeker, dat men den voordeeligsten weg kiest. Hetgeen de Wethouder voorstelt is natuurlijk een verbetering, maar die toch ƒ15.000.— (n.l. van het beweegbare gedeelte) en ƒ6000.(n.l. van het 'vaste gedeelte) kost, waarbij nog komen de kosten voor de afscheiding van de begraafplaats, die later afgebroken moet worden bij den doorbraak voor den nieuwen verkeersweg. Spreker denkt, dat daardoor ƒ30.000.die nu worden uitge geven, absoluut verloren zijn. De heer Splinter zegt, dat die afscheiding het bestaande hek is, dat weer teruggeplaatst wordt. Laat de heer Groene veld dan voorstellen om de verbetering van die brug niet aan te nemen, dan kost het ƒ15.000.minder. o De heer Groeneveld heeft in de stukken gelezen, dat de gemeente, over de geheele lengte van de afscheiding, een hek van dezelfde zwaarte zal leveren als het bestaande inrijhek. Dit moet op een stevigen voet komen, er moeten plantsoentjes gemaakt worden, die moeten later worden opgeruimdspreker

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 12