MAANDAG 24 FEBRUARI 1930. 119 XIV. Voorstel tot verhuring van de perceelen land nabij den Hoogen Morschweg, Sectie P Nis 281 en 282, aan P. Glasbergen. (Zie Ing. St. No. 38.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders beslotep. XV. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van: a. het strookje grond aan de DoezastraatSectie E No. 1261 ged.: b. de strookjes grond aan de Rijn- en Schiekade, Sectie M, Nis 1800 en 216 ged.; c. het strookje grond aan de Breestraat, Sectie G, No. 1298 ged. (Zie Ing. St. No. 28). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVI. Voorstel: a. tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van de sloot en de strook grond, liggende voor de per ceelen Haarlemmerweg No. 41 tot en met 43; b. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de demping en rioleering van de sub a bedoelde sloot en het bestraten van den grond. (Zie Ing. St. No. 29.) De heer van Tol zegt, met genoegen van dit voorstel kennis te hebben genomen, omdat hier een eerste stap wordt gedaan tot verbetering van den Haarlemmerweg. Hij hoopt, dat deze stap spoedig door meerdere zal worden gevolgd, en verzoekt Burgemeester en Wethouders om na de aanneming van dit voorstel zoo spoedig mogelijk tot demping van de sloot, waarvan daarin sprake is, over te gaan, opdat men nog vóór den zomer van de ondraaglijke lucht, welke die sloot verspreidt, verlost zal zijn. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVII. Voorstel tot aankoop van het winkelhuis en pakhuis met erven aan de Lammermarkt Nis 21 en 23 en tot beschik baarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 30). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVIII. Voorstel tot aankoop van verschillende perceelen grond en water aan de Os- en Paardenlaan en de Lusthoflaan en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 31.) De heer Kooistra meent te weten, dat, al staat het niet rechtstreeks in het voorstel vermeld, de bedoeling is op dezen grond van gemeentewege te gaan bouwen. De heer Splinter antwoordt, dat Burgemeester en Wethou ders daaromtrent nog niets hebben beslist;sprekers persoon lijke meening is, dat daar inderdaad van gemeentewege woningen moeten worden gebouwd. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIX. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 28 October 1929, in zake de onteigening van de perceelen aan de Koppenhinksteeg, Sectie I, Nis 2206, 122 en 2306. (Zie Ing. St. No. 32.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XX. Voorstel om, met intrekking van het Raadsbesluit van 28 October 1929: a. met de erven Hazenberg een overeenkomst aan te gaan in zake den afkoop van alle zakelijke rechten op een of meer perceelen behoorende tot het grondencomplex «Zuiderzicht"; b. in verband met den sub a bedoelden afkoop, te wijzigen de begrooting van het Gemeentelijk Grondbedrijf en de Gemeentebegrooting, beide dienst 1930. (Zie Ing. St. No. 33.) De heer Schüller heeft tegen deze transactie op zich zelf geen bezwaar, maar wijst er op, dat blijkens Ingekomen Stuk No. 314 van 8 October 1923 en het verhandelde in de Raads vergadering van 15 October 1923 deze gronden op dien datum zijn aangekocht vrij van alle lasten, zoodat, al neemt de Raad dit voorstel aan, z. i. die som van 2000.zal moeten worden verhaald op den verkooper van die gronden in 1923, omdat het gekochte achteraf is gebleken niet vrij van alle lasten te zijn. De Voorzitter kan de vraag van den heer Schüller op dit oogenblik niet beantwoorden met de mededeeling, dat Burge meester en Wethouders hebben besloten een vordering in te stellen teneinde dit bedrag op dien verkooper van 1923 te verhalen. Hij wil de zaak echter gaarne in het College eens bespreken. De heer Schüller wil genoegen nemen met het antwoord van den Voorzitter, maar vraagt alsnog de toezegging, dat Burgemeester en Wethouders den Raad met hun gedachten- gang op de hoogte zullen stellen. De Voorzitter antwoordt, dat daartegen geen bezwaar bestaat. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXI. Voorstel tot verkoop van een gedeelte berm langs den Haarlemmertrekvaartweg, kad. bekend gemeente Noord- wijkerhout, Sectie C No. 833 ged. (Zie Ing. St. No. 84). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXII. Voorstel tot verkoop van het perceel bouwterrein op het Raamland aan de Fruinstraat, hoek Cobetstraat, Sectie M, No. 4208 ged. (Zie Ing. St. No. 35). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXIII. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 29 Augustus 1927 (Gem. Blad No. 12), regelende de samenstelling en den werkkring van de Commissie van Bij stand voor het Onderwijs. (Zie Ing. St. No. 36.) De algemeene beschouwingen worden geopend. De heer Meijnen kan niet meegaan met dit voorstel tot incidenteele uitbreiding van deze Commissie en wel op de volgende 5 gronden, die hij het vorige jaar in den Raad heeft ontwikkeld en die hij daarom thans alleen nog wil noemen. In de Commissie worden, ook bij haar tegenwoordige samenstelling, de zaken objectief beoordeeld; voor de tegenstelling pro of contra openbaar onderwijs is geen aanleiding; ver tegenwoordiging van alle Raadsfracties in die Commissie wordt ook door de benoeming van een zesde lid niet bereikt. Waarom wel uitbreiding van deze Commissie, maar niet van andere? Bovendien acht spreker incidenteele uitbreiding midden in een zittingsperiode ongewenscht. De heer Tepe zegt, dat een opsomming van de argumenten, die voor het College deri doorslag gegeven hebben bij dit voorstel, absoluut overbodig is, daar zij in de stukken ver meld staan. Dit voorstel is allerminst gedaan, omdat het College of spreker als Voorzitter van bedoelde Commissie van oordeel zou zijn, dat tot op heden in de Commissie voor het Onderwijs de zaken niet op voldoend objectieve wijze zouden zijn bezien, nog minder uit vrees, dat dit bij de tegenwoordige samenstelling in de toekomst zou gebeuren. De overweging heeft echter bij het College, en speciaal bij spreker, die nu eenmaal in deze Commissie ervaringen opgedaan heeft, ge golden, dat men toch niet kan tegenspreken, dat waarschijnlijk ten aanzien van geen enkel ander onderwerp bij de be handeling in den Gemeenteraad de politieke hartstochten zoozeer plegen op te laaien als bij het onderwijs. Men kan nu wel zeggen, dat daarvoor'geen reden meer is, sinds de gelijkstelling tot stand gekomen is, maar of er reden is of niet, het feit is, dat de politieke hartstochten ontketend worden, zoodra onderwijszaken aan de orde komen. Bovendien wordt niet het geheele onderwijsgebied door de gelijkstelling beheerscht, zoo b.v. het bewaarschoolonderwijs. Zeer zeker kan nog verschil van gevoelen bestaan, waardoor de politieke strijd ontketend kan worden. Bovendien bestaat er niet alleen nu eenmaal in de practijk een tegenstelling tusschen voor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 3