116
VRIJDAG 24 JANUARI 1930.
De heer de Reede zegt, dat ook wel beweerd is, dat het
Slachthuis niet is begonnen met de prijsverlaging, hoewel
aan spreker is verteld, dat het dit gedaan heeft voordat de
particulieren den prijs hadden verlaagd.
De heeren Reimerjnger en van der Reijdf.n zeggen, dat
dit niet waar is.
De heer de Reede wil dit op gezag van de heeren nu wel
aannemen, maar dat moet toch uitgezocht worden. Het gaat
riiet aan een auto aan te schaften voor f 3000.en haar
later aan den kant te zetten.
De heer Splinter zegt, dat het toch ook niet aangaat om
de geheele ijsfabriek te laten verloopen.
De heer de Reede zegt, dat de heer Splinter als zakenman
weet, dat hier andere factoren werkendaar is hij zelf ook
zakenman voor.
De heer van der Reijden zegt, dat de heer de Reede toch
weet, dat spreker altijd voorstander is om het particulier
initiatief te bevorderen. Nu was dit voor spreker en voor
den heer Rergers als leden der Commissie van Beheer een
moeilijk/gevaltoen de gemeentelijke ijsfabriek werd opge
richt, was er geen concurrentie. Toen de heer van Tuin ver
gunning had gekregen om ook een ijsfabriek op te richten,
heeft spreker er in de Commissie op gewezen, dat men dien
persoon niet mocht afbreken, daar hij vergunning had ge
kregen. Verschillende plannen zijn toen geopperd om die
zaak in der minne te schikken, o.a. om den heer van Tuin de
gemeentelijke ijsfabriek te doen overnemen. Er is nu besloten
om een auto te koopen, niet om de particulieren te onder
drukken, maar alleen om de ijsfabriek in de gelegenheid te
stellen het ijs ook te bezorgen bij de grossiers buiten de
stad, b.v. in Noordwijk.
De begroeting van het Openbaar Slachthuis wordt zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna ook dit volgnr. (158)
zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 154, luidende: ))Uitkeering van
het Grondbedrijf89.616.
waarbij in behandeling komt de begrooting van het Grond
bedrijf.
De heer Schüller heeft in de sectie-vergadering de vraag
gesteld, waar het antwoord blijft met betrekking tot de in
richting van het grondbedrijf.
Burgemeester en Wethouders antwoorden daarop, dat deze
vraag hun niet duidelijk is en zij, zonder nadere aanduiding
van de bedoeling van den steller, daarop niet kunnen ant
woorden. Na het verzenden van het rapport heeft spreker in
de Commissie nog eens gevraagd waar het antwoord blijft.
Zijn vraag is toch zeer duidelijk. Op 7 Augustus 1929 werd
door de Commissie van het Grondbedrijf besloten naar aan
leiding van de volgende vraag, door spreker gesteld, n.l. of
het geen aanbeveling zou verdienen om het nadeelig saldo
op den gewonen dienst van het bedrijf voortaan uit leenings-
geld te vinden en derhalve de boekwaarde der gronden telken
jare met dat saldo te verhoogen, terwijl taxatie van de werke
lijke waarde dan uiteraard ter controle periodiek zou moeten
geschieden, Burgemeester en Wethouders te adviseeren over
dit denkbeeld de Commissie van Financiën te hooren. Over
dit advies heeft de Commissie van het Grondbedrijf taal noch
teeken ontvangen.
Of de Commissie van Financiën over deze zaak gehoord is,
is spreker niet bekend, maar, waar Burgemeester en Wet
houders het advies van de Commissie van het Grondbedrijf
kennen, zijn zij in staat spreker van antwoord te dienen.
Eventueele tekorten van deze afdeeling bij te passen, zonder
te weten of de gronden in waarde zijn gestegen of verminderd,
is een verkeerd systeem.
De Voorzitter antwoordt, dat deze zaak bij de Commissie
van Financiën in onderzoek is.
De begrooting van het Grondbedrijf wordt zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd, waarna volgnr. 154 eveneens
zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 155 wordt de begrooting van den Reinigings-
en Óntsmettingsdienst zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd, waarna ook dit volgnr. zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Volgnr. 156 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 157, luidende: Uitkeering van
het bedrijf der Gemeentelijke Bank van Leening wegens:
a. rente5000.
enz. enz.,
waarbij tevens in behandeling komt de begrooting van de
Gemeentelijke Bank van Leening.
De Voorzitter stelt, in aansluiting aan het medegedeelde
bij den aanvang van dit hoofdstuk, namens Burgemeester
en Wethouders voor de rente over het aan de Gemeentelijke
Bank van Leening verstrekte bedrijfskapitaal, thans 5£ #/o
bedragende, ingaande 1 Januari 1930, te bepalen op 5% per jaar.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De begrooting van de Gemeentelijke Bank van Leening
wordt eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
goedgekeurd, waarna tenslotte ook volgnr. 157 zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 158 wordt de begrooting van het Gemeentelijk
Waschbureau zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
goedgekeurd, waarna ook dit volgnr. zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
De volgnrs. 159 tot en met 161 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Na volgnr. 161 wordt ingevoegd een nieuw volgnr. 161a,
luidende: itBeschikking over een gedeelte van de Reserve voor
Algemeene Doeleindenen op dit volgnr. uitgetrokken een
bedrag van 38.594.
Het nieuw ingevoegde volgnr. 161a en volgnr. 162 worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
Thans komen aan de orde de aangehouden volgnrs. 624en 141.
Volgnr. 624 Onvoorziene Uitgavenwordt zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgnr. 141, Plaatselijke belasting naar het inkomenver
laagd met 183.594.—, wegens lagere raming van het 2/3
gedeelte van de bij de vaststelling van het vermenigvuldigings-
cijfer geraamde opbrengst van het belastingjaar 1930/31, én
verhoogd met 2543.in totaal aldus op f 1.701.562.—
uitgetrokken, wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De geheele begrooting van den gewonen dienst in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van ƒ7.689.337.wordt vervolgens
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De uitgaafposten van den Kapitaaldienst, de volgnrs. 729
tot en met 742 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen.
Op het nieuw ingevoegde volgnr. 742a luidende: y>Kosten
van het maken van een betonschoeiing langs de Jan van Gogen-
kade met bijkomende werken", wordt uitgetrokken een bedrag
van 11.250.—.
De volgnrs. 742a en 743 tot en met 786 worden achtereenvol
gens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgnr. 787 in verband met de verlaging van volgnr. 163
van den gewonen dienst met 145.000.voor Memorie
uitgetrokken, en de volgns. 788 tot en met 791 worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
De ontvangposten van den Kapitaaldienst, de volgnrs. 625
tot en met 639, worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgnr. 640, verhoogd met f 4313.wegens ontvangst van
de eerste bijdrage van den gewonen dienst ter zake van het
maken van een betonschoeiing langs de Jan van Goyenkade,
en de volgnrs. 641 tot en met 723 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgnr. 724 in verband met de wijziging van volgnr. 163
van den gewonen dienst voor Memorieuitgetrokken, en de
volgnrs. 725 tot en met 728 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De geheele begrooting van den Kapitaaldienst in ontvang
tot een bedrag van 8.161.251.en in uitgaaf tot een
bedrag van 7.917.432.wordt tenslotte eveneens zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt ten
slotte besloten, ook in het vervolg de Raadsvergaderingen in
het gebouw »Tot nut van 't Algemeen" aan het Steenschuur
te houden.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.