112
VRIJDAG 24 JANUARI 1930.
heeft, dat zijn voorstel in handen van Burgemeester en Wet
houders wordt gesteld om praeadvies.
De heer Groeneveld vraagt, ot de Voorzitter dan aangeven
kan, wanneer dat praeadvies zal verschijnen.
De Voorzitter kan dat niet zeggen. Laat de heer Groeneveld
dat maar eens aan den heer van Eek vragen, die in een gemeente
bestuur gezeten heeft; die zal ook weten, dat dit niet te
zeggen valt.
Wordt zender hoofdelijke stemming besloten het voorstel van
den heer Wilmer en dat van den heer Groeneveld in handen van
Burgemeester en Wethouders te stellen om praeadvies.
Volgnr. 477 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De volgnrs. 478 tot en met 48ö worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter stelt namens het College voor in te voegen
een nieuw volgnr. 486a, luidende: Lidmaatschap van het
Instituut Stad- en Landschap van Zuid-Holland" en daarop
uit te trekken25.
Het doel van deze vereeniging, die in deze omgeving ook
zeer nuttig werk doet, is om gemeentebesturen, die niet be
schikken over een gemeente-architect en bouwplannen hebben,
waardoor het landschap zeer ontsierd zou worden, in de ge
legenheid te stellen tegen een zeer klein bedrag advies van
architecten in te winnen, om in die plannen de noodige ver
anderingen te brengen. Deze in Rotterdam opgerichte ver
eeniging ondervindt zeer veel steunbijna alle groote gemeenten
geven een klein subsidie. Waar verschillende gemeenten in
de omgeving van Leiden van dit Instituut gebruik maken, zoo
zendt Katwijk alle bouwplannen er heen, is er voor Leiden wel
reden om een klein subsidie te geven.
Het nieuw ingevoegd volgnr. 486a en de volgnrs. 487 tot
en met 502 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
Bij volgnr. 503 wordt de begrooting van het Burgerlijk
Armbestuur zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
goedgekeurd, waarna ook dit volgnr. zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
De volgnrs. 504 tot en met 509 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Bij volgnr. 510 wordt de begrooting van de Stedelijke Werk
inrichting zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd, waarna ook dit volgnr. zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 511, luidende: Subsidie aande
Afdeeling Leiden van de Vereeniging tot Verbetering van het
Lol der Blinden in Nederland1500.
Hierbij komt tevens aan de orde een voorstel van mevrouw
Braggaarde Does, luidende:
»Ondergeteekende stelt voor, in plaats van een, twee ge
delegeerden aan de vereeniging tot verbetering van het lot
der blinden toe te voegen, met adviseerende stem.''
Mevrouw Braggaar—de Does zegt dank aan Burgemeester
en Wethouders voor de toezegging gedaan in het sectie-
verslag om door middel van een 2de circulaire de hoofden
van de gemeentediensten aan te sporen gebruik te maken
van artikelen door de Leidsche blinden vervaardigd.
Het antwoord, spreekster gegeven in het sectieverslag op
haar vraag, betreffende het betrekken van artikelen gemaakt
door blinden te Rotterdam, is niet juist, daar zij niet ge
sproken heeft over werk, betrokken van de Vereeniging tot
Bevordering van het lot der Blinden afd. Rotterdam, maar
wel over werk gemaakt door blinden te Rotterdam, b.v.
bezems ad 78 cent per stuk.
Spreekster kan tot haar genoegen constateeren, dat door
de hoofden van gemeentediensten meer bestellingen aan de
Vereeniging tot Bevordering van het lot der Blinden gedaan
worden.
Bestreden werd spreeksters mededeeling, dat het aankoopen
bij de inkoopcentrale te duur geschiedde, maar dat men daar
kocht, omdat de Centrale op crediet leverde. Wel werd erkend,
dat de Centrale iets duurder was, maar als men bij de
Centrale voor een bepaald artikel 18.moet betalen, dat
men in een magazijn te Rotterdam voor 9.kan krijgen,
dan noemt spreker dat geen kleinigheid.
Gezegd is, dat van koopen op crediet geen sprake was,
doch dat men geen levering tegen rembours wenschte, maar
het is spreekster bekend, dat de inkoop-Centrale om af
rekening vroeg de laatste 3 of 4 bestellingen, welke ongeveer
800.bedroeg.
Er was dus wel sprake van koopen op crediet.
Spreekster zou haar voorstel zoodanig willen wijzigen, dat
eraan werd toegevoegd, dat de gedelegeerden uit den Blinden-
bond werden benoemd. Zij acht het zeer gewenscht twee
gedelegeerden te benoemen, omdat zij dan op vergaderingen,
waar ingrijpende besluiten moeten worden genomen, elkaar
kunnen aanvullen en met elkander overleggen. De positie van
de gedelegeerden moet dan ook anders worden, want de
tegenwoordige wordt meer beschouwd als boodschapper dan
als adviseur. Maakt de gedelegeerde een zakelijke opmerking,
dan zegt het bestuur, dat niet van alles verstand heeft, dat
dat door hem wordt uitgemaakt.
Op een bestuursvergadering van de Vereeniging tot Ver
betering van het lot der Blinden werden, ondanks een aan
merking van den gedelegeerde op een fout betreffende een
loonkwestie, de notulen dier vergadering toch goedgekeurd;
ook werd geen oproeping gedaan voor de vergaderingen van
20 en 21 December, waar over de werkzaamheden en het loon
gesproken werd.
Een bezoek aan de werkplaats der blinden geeft spreekster
aanleiding tot het vragen van een betere huisvesting voor
deze menschen. Ook zou zij verbetering van loon willen
vragen, daar volgens de haar verstrekte gegevens Haarlem
20.Rotterdam 20.(met kindertoeslag en procenten),
Amsterdam f 20.(met procenten), den Haag 24.betalen,
terwijl in Leiden 10.grondloon wordt betaald en de
blinden door stukwerk maar tot 15.kunnen komen.
Leiden staat dus ver ten achter en er zal voor deze
menschen nog veel moeten gedaan worden om hun lot dragelijk
te maken.
De Voorzitter deelt mede, dat mevrouw Braggaar haar voor
stel in dien zin heeft gewijzigd, dat het thans als volgt luidt
»Ondergeteekende stelt voor, inplaats van een, twee leden
van den blindenbond, met adviseerende stem, toe te voegen
aan het bestuur der vereeniging tot verbetering van het lot
der blinden."
De heer Goslinga meent, dat, waar de Leidsche afdeeling
van de Vereeniging tot bevordering van het lot der blinden
in Nederland, welke met financiëelen steun van de gemeente
aan blinden werk verschaft, pas ongeveer een jaar aan het
werk is, het gemeentebestuur eens rustig moet afwachten
hoe die vereeniging haar taak vervult en haar niet met critiek
tusschen de beenen moet loopen, zooals mevrouw Braggaar
dat voortdurend heeft gedaan. Die menschen stellen hun tijd
en werkkracht beschikbaar om in bet lot der blinden verbetering
te brengen, offeren zich daarvoor geheel belangeloos op en
doen daarvoor veel goed werk. Doordat men een subsidie
geeft aan dit werk, is het nog niet gerechtvaardigd om reeds
van den aanvang af met allerlei critiek te komen, b.v. op den
inkoop van materiaal, waardoor men het werk van die ver
eeniging bemoeilijkt. Daarmede moet de Raad zich niet
bemoeiendat kan hij toch niet beoordeelendat bestuur is
verstandig en weet wel wat het doet en zal toch geen ƒ18.
betalen, als het iets voor f 9.kan krijgen; misschien was
de qualiteit wel veel beter. Die vereeniging is er niet om
zaken te maken, maar zorgt, dat zij uitkomt met de contri
buties en het subsidie van de gemeente. Het gaat den Raad
toch niet aan of die vereeniging op crediet koopt! De werk
plaats is niet ideaal, maar alle begin is moeilijk; er wordt
aan gewerkt om die vereeniging een betere werkplaats te
bezorgen; dat zal, zoo eenigszins mogelijk, gebeuren met
behulp van de werkverschaffing. Hoe kleiner dergelijke dingen
worden opgezet, hoe beter ze groeien; hoe grootscheepscher
de opzet is, des te moeilijker gaat het.
Aan het subsidie is echter niet de voorwaarde verbonden,
dat een gedelegeerde uit den Blindenbond in het bestuur
zitting heeft; spreker zou sterk tegen een dergelijke voorwaarde
zijn; op instigatie van den Voorzitter is die vereeniging zoo
welwillend geweest een van de leden van den Blindenbond
als adviseerend lid in het bestuur op te nemen als trait
d'union tusschen Blindenbond en dit Instituut. Waarvoor is
het noodig, dat er 2 gedelegeerden komen? Men zou even goed
een paar werkloozen in een crisiscomilé of een paar onder
steunden in Maatschappelijk Hulpbetoon kunnen opnemen.
Deze werkverschaffing aan de blinden werkt zeer goed; het
bestuur is zeer tevreden; de producten worden geregeld
afgezet; de tegenstand, die er was, is overwonnen; de klanten
komen steeds terug. Langzamerhand kan ook verbetering
gebracht worden in de loonen; in Amsterdam is men ook
niet begonnen met f 24.in Haarlem en Rotterdam ook
niet; daar is men ook klein begonnen en later gegroeid.
Voor de critiek van mevrouw Braggaarde Does was niet
de minste grond; wanneer zij iets in het belang der blinden
wil doen, doet zij het verstandigst door er over te zwijgen.