38
DINSDAG 21 JANUARI 1930.
Veel werk, waarvan het bestek voorschrijft drie of viermaal
verven, wordt dan ook in een of tweemaal afgedaan.
Doet de serieuse vakman dat ook?
Om deze vraag te beantwoorden moet men zich stellen
in de plaats van den adspirant-aannemer.
Hij toch wordt bij de huidige concurrentie in prijs gesteld
naast den prutser en den knoeier. Wanneer hij inschrijft en
rekent naar hetgeen wordt voorgeschreven, dan kan hij wel
thuis blijven, en tochhij kan niet ledig zitten, als hij
voor zijn gezin wil zorgen. Hij waagt een kansje, krijgt het
werk, moet nu zorgen voor een boterham, met het bekende
gevolg (minderwaardig werk).
De opzichter, die met het toezicht op zulk werk is belast,
heeft dan ook een allesbehalve benijdenswaardige taak.
Handhaaft hij het bestek, dan weet hij, dat hij het huis
houden treft van den schilder-aannemer. Verslapt hij zijn
toezicht, dan wordt zijn principaal de dupe en zal die later
constateeren, dat goedkoop duurkoop is geweest.
HÜ weet niet of er pijpaarde dan wel terpentijn gebruikt
is in de grondlagen. Ook kan hij als het glas in de ramen
zit niet nagaan of de sponningen in de werkplaats wel tweemaal
goed in de grondverf zijn gezet, en dit is toch vooral een
eerste vereischte. Eerst later zal hij het bemerken b.v. wanneer
de verf van de ramen en de kozijnen loslaat."
Dit is een vei klaring van den Frieschen Patroonsbond. De
theorie dus, dat de concurrentie het onfeilbare middel zou zijn om
te komen tot de meest economische wijze van uitvoering van
verschillende werkzaamheden, is aan de hand van depractijk
gebleken geenszins houdbaar te zijn. Hiertoe hebben ook
trouwens in andere opzichten de particuliere aannemers mede
gewerkt en wel door het doen van z.g. schijn-inschrijvingen,
waarbij de inschrijvers in onderling overleg den prijs voor
het werk bepalen, waarbij dan van de ver onderstelling wordt
uitgegaan, dat in den regel het werk aan den laagsten inschrijver,
ook al is deze met zijn prijs boven de raming, wordt gegund.
Het 10e congres der Duitsche gemeenten, dat 27 en 28 Mei
1925 te Keulen plaats vond, sprak zich na een door Dr. Lucken
(Kiel) gehouden referaat, op voorstel van de burgerlijke partijen,
met steun van de sociaal-democraten ten volle uit vóór
eigen beheer.
De vraag, of de bewering juist moet worden geacht, dat
het particulier bedrijf economischer werkt dan het Overheids
bedrijf, werd door genoemd referaat ontkennend als volgt
beantwoord
»Het materiaal, aangevoerd door het particulier kapitaal,
over de niet economische gemeentebedrijven, houdt tegenover
wetenschappelijke onderzoekingen geen stand. Spreker komt
tot het resultaat, dat het bewijs niet is geleverd, dat de ge
meentebedrijven oneconomischer zijn dan de particuliere".
Aan de hand van deze uitspraken van uiterst deskundigen
kan dan ook de bewering, dat de leiding en het beheer van
het particuliere bedrijf in superioriteit staat boven het Over
heidsbedrijf behoorlijk worden weerlegd.
Spreker leest een staat voor van 32 schilderswerken, welke
de gemeente den Haag in eigen beheer heelt uitgevoerd. De
begrootingssom daarvoor was in totaal ƒ6037.40; door deze
werken in eigen beheer uit te voeren, is daarop bespaard
ƒ3639.20. Dat deze besparing niet verkregen is door de loonen
van het personeel te drukken, blijkt hieruit, dat gemiddeld
45.per week werd verdiend.
De heer Spi.intek vraagt, hoe de qualiteit van het werk was.
De heer Schüller. Uitstekend, mijnheer Splinter.
Spreker zegt, dat het voor de aannemers, die hier zijn,
misschien niet aangenaam is, dat hij dergelijke feiten noemt.
Ook het stucadoorswerk in den Haag bleek voordeeliger in
eigen beheer gedaan te kunnen worden dan bij aanbesteding;
bij aanbesteding kostte het per M2. ƒ6.50, in eigen beheer
4.50. Verder werd volgens het verslag 1924 van het Provin
ciaal ziekenhuis Duin en Bosch ƒ3000.bespaard door het
uitwendig schilderen der gebouwen in eigen beheer te doen
uitvoeren.
Tal van voorbeelden, het schildersbedrijf betreffende, zou
spreker nog kunnen geven, maar hij zal dat nalaten.
Spreker wil thans nog wijzen op enkele andere werkzaam
heden, geschikt voor uitvoering in eigen beheer, en op enkele
uitwassen bij aanbestedingen.
Een groot bezwaar tegen aanbesteding vormen de hooge
prijzen, welke in vele gevallen zijn toe te schrijven aan de
in de aannemerswereld maar al te goed bekende z.g. »opzet-
contracten", welke vóór de aanbesteding in vaak zeer geheime
vergaderingen van aannemers worden vastgesteld. Uit hetgeen
daaromtrent zoo nu en dan bekend wordt, krijgt men den
indruk, dat op die manier de prijs van den laagsten inschrijver
Somtijds met 10 tot 20% wordt verhoogd. Spreker wil slechts
in herinnering brengen het ernstige corruptie-geval, dat eenige
jaren geleden te Gouda is voorgevallen in verband met den
bouw van 104 volkswoningen. De inschrijvingen voor deze
aanbesteding waren zoo abnormaal hoog, dat de laagste
inschrijver met 926.783 nog ver boven de raming uitging,
terwijl een lagere som niet was te verkrijgen.
Op voorstel van Burgemeester en Wethouders werd daarom
door den Raad besloten om met den laagsten inschrijver
een overeenkomst aan te gaan, dat eventueele winst voor 90%
aan de gemeente ten goede zou komen, terwijl de overige
10% v°or den aannemer zou zijn.
Het winstaandeel, dat de aannemer toen verkreeg, bedroeg
70.000.Het laat zich begrijpen welk exorbitant hooge
winst de laagste inschrijver zou gemaakt hebben als het werk
hem zou zijn opgedragen.
Het teekent zeer de mentaliteit, welke heerscht in het
particuliere bouwbedrijf, als men kennis neemt van de volgende
passage uit een rapport in 1923 door een Commissie van
Raadsleden te Nijmegen uitgebracht. Deze Commissie had tot
taak na te gaan of het bouwen in eigen beheer vlugger,
goedkooper en degelijker is dan het bouwen op andere wijze.
Het luidt als volgt:
»De meerderheid der Commissie is van oordeel, dat de
drang om in eigen beheer te bouwen uit de tijdsomstandig
heden is voortgekomen.
Op snelle wijze moest worden voorzien in den woningnood,
terwijl er gebrek was aan arbeidskrachten en materiaal.
De aannemers dekten zich zooveel mogelijk, waardoor
dikwijls groote winsten zijn gemaakt."
Ook hieruit blijkt, dat juist in die periode het particulier
initiatief in zijn taak belangrijk tekort schoot en, indien het
bouwde, het abnormale winsten verlangde voor zijn diensten.
Een groot aantal gemeenten heeft dan ook met succes in
eigen beheer gebouwd, vaak gedwongen door het stelsel
matig prijsopdrijven door particuliere aannemers, en geleid
door slechte ervaringen opgedaan bij aanbestedingen.
In dit verband wijst spreker op het voorstel van Burge
meester en Wethouders van Hilversum, om het te bouwen
Raadhuis in eigen beheer uit te voeren. (Gemeenteblad van
Hilversum van 14 Oct. 1927).
Aan de toelichting tot dit voorstel ontleent spreker het
volgende:
»Reeds eerder schreven wij, dat deze bedragen zijn ge
baseerd op uitvoering in eigen beheer.
De ervaring, de laatste jaren bij uitvoeren van belangrijke
werken in eigen beheer opgedaan, heeft ons geleerd, dat
hieraan de voorkeur is te geven boven aanbesteden.
In dit verband wijzen wij op den bouw van de scholen aan
de Fabriciuslaan en de Jan van der Heijdenstraat en de uit
breiding van laatstgenoemde school, welke in eigen beheer
zijn uitgevoerd en waarvan de kosten beneden de raming
zijn gebleven.
Daarentegen hebben de kosten van den bouw van het
scholencomplex nabij het verzorgingshuis, welk werk is aan
besteed, de begrooting overschreden.
Bovendien mag niet over het hoofd worden gezien, dat het
bij een zoo belangrijk werk als den bouw van een nieuw
Raadhuis, niettegenstaande een minutieus uitgewerkt ontwerp,
gedurende den bouw wenschelijk zal blijken veranderingen
aan te brengen.
Bij aanbesteding kosten deze veranderingen uit den aard
der zaak veel meer dan in geval van uitvoering in eigen
beheer.
Om die redenen stellen wij U daarom tevens voor ons te
machtigen den bouw van het nieuwe Raadhuis in eigen beheer
te doen uitvoeren".
Uitdrukkelijk staat hierin, dat blijkens de ervaring eigen
beheer de voorkeur verdient boven aanbesteding; eveneens
is zeer juist, dat veranderingen tijdens den bouw bij aan
besteding veel meer kosten dan bij eigen beheer.
Practisch is gebleken, dat de Overheid de concurrentie met
de aannemers niet alleen glansrijk kan doorstaan, maar in
vele gevallen goedkooper en solieder werkt; de bewijzen zijn
aanwezig, dat bij aanbesteding de gemeenschap vaak op
ergerlijke wijze wordt benadeeld door te hooge inschrijvingen,
onderlinge prijsafspraken enz.
In een door het gemeentebestuur van Hilversum uitgegeven
boekje schrijft het gemeentebestuur, dat door 768 woningen
in eigen beheer te bouwen, de gemeente ongeveer ƒ300.000.
heeft bespaard. Dit is eenige jaren geleden gebeurd.
De heer Splinter: Dus in de crisisjaren.
De heer Schüller. Neen mijnheer Splinter, niet in de crisis
jaren, maar in den tijd van hoog-conjectuur.
Spreker zegt, dat in 1921 in 's Gravenhage de bouw van
een gemeentelijke bewaarschool aanbesteed is; de laagste
inschrijving was 100.000.dit werd te hoog geacht en
het is toen in eigen beheer uitgevoerd, met als resultaat.dat
een architectonisch buitengewoon geslaagd gebouw is verrezen
voor 73.000.In Hengelo werden 12 noodwoningen in
eigen beheer gebouwd, die beter waren dan 54 andere, die