GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
1
OOEKOIIEM STUKKEN.
N°. 1. Leiden, 7 December 1929.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
Edele Achtbare Heeren,
In de vacature in onze commissie ontstaan door het ver
trek uit Leiden van Mevrouw W. M. M. Proos Moolhuysen,
hebben wij de eer U het navolgende dubbeltal ter aanbeveling
te doen toekomen:
1. Mevr. J. C. DE CLEEde Bruyn, De Genestet-
straat 120a.
2. Mevr. C. WIJLAND-v. d. Burg, Pieter de la Court-
straat 39.
Met de meeste Hoogachting
van U. E. A.
Namens de PI. Schoolcommissie
Boot, Voorzitter.
F. H. A. Donders, Secretaris.
N°. 2. Leiden, 6 Januari 1930.
Bij zijn hiernevensgaand schrijven deelt de heer A. Bisschop
mede dat hij zich, wegens drukke werkzaamheden, genood
zaakt ziet te bedanken als lid van het Bestuur van de
Stedelijke Werkinrichting alhier.
Wij stellen Uwe Vergadering daarom voor aan den heer
A. Bisschop, overeenkomstig het advies van het Bestuur
van die inrichting, eervol ontslag te verleenen als lid van
het Bestuur van de Stedelijke Werkinrichting alhier, onder
dankbetuiging voor de als zoodanig aan die instelling bewezen
diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan het College van Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende heeft de eer Uw geacht College te be
richten, dat drukke werkzaamheden oorzaak zijn, dat hij
zijn functie als bestuurslid der Stedelijke Werkinrichting
niet naar behooren kan vervullen.
Eeden waarom hij zich genoodzaakt, ziet, voor de verdere
vervulling van deze functie te bedanken.
Met de meeste hoogachting,
Uw dw. dnr.
Leiden, 12 Dec. 1929. A. Bisschop.
N°. 3. Leiden, 6 Januari 1930.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij tegen de in haar handen gestelde begrootingen
voor het jaar 1930 van het Gereformeerde Minne- of Arme
Oude Mannen Vrouwenhuis en van het Heilige Geest- of
Arme Wees- en Kinderhuis geene bedenkingen heeft.
Zij stelt U derhalve voor tot goedkeuring hiervan te be
sluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 4. Leiden, 6 Januari 1930.
Gelijk wij Uwe Vergadering in Ingekomen Stukken No. 170
van het vorige jaar mededeelden, werd, in verband met de
verbouwing van het Gymnasium, de bovenverdieping van
het perceel Hartesteeg No. 5, hoek Nieuwstraat, den claviger
voorloopig als woning aangewezen.
Als gegadigde voor het nog leegstaande benedengedeelte van
dit perceel heeft zich aangemeld de Commanditaire Vennoot
schap „Eiga", die daarin een instrumentmakerij met kantoor
en teekenkamer wenscht te vestigen.
Belanghebbende is bereid bedoeld gedeelte van het pand,
dat van gemeentewege eenige inwendige herstellingen dient
te ondergaan, tegen een jaarlijkschen huurprijs van 675.
te huren tot 1 Mei 1931, met dien verstande,dat de huur daarna
telkens stilzwijgend met een jaar zal worden verlengd,
indien zij niet door één der partijen met inachtneming van
een termijn van drie maanden is opgezegd. Zij neemt verder
genoegen met de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden,
waaronder de bepaling, dat de gemeente de huur tusschen-
tijds met een termijn van drie maanden kan opzeggen.
Aangezien een huurprijs van ƒ675.ons aannemelijk
voorkomt, en ook overigens tegen de verhuring geen bezwaren
bestaan, geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming
met het advies der Commissie van Fabricage en onder ver
wijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken,
in overweging het beneden-gedeelte van het perceel aan de
Hartesteeg No. 5, hoek Nieuwstraat, ingaande op een nader
door ons College te bepalen datum., tot 1 Mei 1931 te ver
huren aan de Commanditaire Vennootschap „Eiga" te Leiden,
tegen een huurprijs van f 675.per jaar, met dien verstande,
dat de huur verder geacht wordt telkens voor den tijd van
een jaar tegen denzelfden huurprijs en onder dezelfde voor
waarden te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden
tevoren door één der partijen is opgezegd, zullende de huur
in elk geval eindigen op 30 April 1941, zonder dat eenige
opzegging daartoe wordt vereischt, en voorts onder de in
de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 5. Leiden, 6 Januari 1930.
Van de E.K. Muziekvereeniging „Perosi" alhier, is een
verzoek ingekomen, om voor het houden van hare
wekelijksche repetitiën een lokaal van het gebouw aan de
Pieterskerkgracht No. 9 te mogen huren.
In bedoeld gebouw is nog een lokaal beschikbaar, doch
dit is in zijn tegenwoordigen toestand niet verhuurbaar.
Aangezien dit voor de gemeente een financiëel nadeel
oplevert, verdient het aanbeveling het lokaal door het aan
brengen van eenige herstellingen en verbeteringen alsnog in
bruikbaren staat te brengen, waarvan de kosten worden
geraamd op 375.
Adressante is bereid den als regel voor deze lokalen ge-
bruikelijken huurprijs van 50.per jaar te betalen en
gaat accoord met de gestelde voorwaarden, waaronder deze,
dat de kosten van verwarming, verlichting en schoonhouden
ten laste van de huurster komen.
In overeenstemming met het advies van de Commissie van
Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging
met ingang van een door ons College te bepalen dag aan
de R.K. Muziekvereeniging „Perosi", te Leiden, tot weder-
opzeggens, doch uiterlijk tot 1 Januari 1940, te verhuren
een door ons College aan te wijzen lokaal van het voor
malig schoolgebouw aan de Pieterskerkgracht No. 9, onder
de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 6. Leiden, 6 Januari 1930.
In Uwe Vergadering van 3 Juni j.l. (Ingek. Stukken
No. 89) werd o. m. besloten ten behoeve van de verbreeding
van den Stationsweg eenige aldaar gelegen openbare stoepen
om niet bij de gemeente in eigendom over te nemen.
Inmiddels werd de gemeente in de gelegenheid gesteld
ook de open stoepen voor de perceelen aan den Stationsweg
Sectie A, No. 1220 (Luxor) en Nis 867,1286 en 1086 (de Euttens
Bierbrouwerij „de Zwarte Buiter") kosteloos in eigendom te
verkrijgen, zulks gepaard gaande met afstand van het recht
van opstal en eventueele andere rechten op het perceel
Sectie A, No. 870. Tot dezen afstand werden eveneens
bereid bevonden de eigenaren van het perceel A, No. 1299
(familie Ameling).
Hoewel het bezit van deze stoepen voor de verbreeding
van den Stationsweg zelf niet wordt vereischt, is overneming
in eigendom van openbare, maar nog aan particulieren toe-
behoorende stoepen, gelijk de onderhavige, in algemeenen
zin van belang voor de gemeente. Voor overneming van
deze stoepen bestaat in casu bovendien nog een bijzondere
aanleiding, in verband met de verlegging van kabels, enz.
van den rijweg naar de nieuwe trottoirs. Hetzelfde geldt
voor de opheffing van het opstalrecht, dat de betrokken
eigenaren op het perceel A, No. 870, ieder voorzoo veel be
treft het gedeelte voor hun eigendom gelegen, uitoefenen.