192
MAANDAG 28 OCTOBER 1929.
b. tot beschikbaarstelling van gelden voor de aanschaffing
van leermiddelen ten behoeve van het 7e leerjaar van de
bijzondere scholen aan de Lusthoflaan en aan de Stad
houderslaan
c. tot beschikbaarstelling van een bedrag van 1000.— als
bijdrage in de kosten van een borstbeeld van wijlen Prof. Lorentz
d. tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbouwing
van de Stadsgehoorzaal en de verbetering van de toiletten in
dat gebouw;
e. tot wijziging en'toevoeging van verschillende posten der
begrooting, dienst 1928;
tot verkoop van een stukje grond aan de Fruinstraat,
aan Prof. Dr. F. Muller Jzn.;
g. tot verkoop van een stuk grond aan den Rijnsburgerweg,
aan Mevr. C. A. E. van Andel, Wed. H. P. Koning;
h. tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente
van een strookje grond aan den Zoeterwoudschen weg, Sectie
O, No. 183, ged.
5°. Mededeeling van Gedep. Staten, dat de gemeenschappelijke
regeling met de gemeenten Leimuiden en Rijnzaterwoude be
treffende den Vleeschkeuringsdienst, tot 1 December 1934
wordt verlengd.
b°. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verordening
tot wijziging van die op het Rijden.
7°. Mededeeling van Gedep. Staten, dat het besluit tot het
aangaan van een overeenkomst met de gemeente Alphen a. d.
Rijn, betreffende de levering van electriciteit, wordt goed
gekeurd.
8°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van een afschrift
van het Koninklijk Besluit van 20 September 1929, No. 3,
houdende goedkeuring van de verordening van 5 Augustus j.l.
tot helfing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs in de
gemeente Leiden.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van het Hoofdbestuur van den Centralen Neder-
landschen Ambtenaarsbond, om herziening van de salaris
regeling van het verplegend personeel der gestichten «Ende
geest, Voorgeest en Rhijngeest".
2°. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Algemeenen
Bond van Overheidspersoneel in Nederland, om aan het ge-
meentepersoneel een vacantietoeslag toe te kennen.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten
de verzoeken te stellen in handen van de Commissie ad hoe
in zake de salarisherziening.
3°. Voorstel van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel
in Nederland, om het bestaande klassenstelsel voor het agenten-
personeel af te schaffen en de salarisregeling te herzien.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten het verzoek te behandelen tegelijk met het rapport van
de Commissie ad hoc in zake de salarisherziening.
4°. Verzoek van J. Mechelse om in een gemeente-betrekking
te worden benoemd.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten
het verzoek te stellen in handen van Burgemeester en Wet
houders ter afdoening.
5°. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Centralen
Nederlandschen Ambtenaarsbond, om het mogelijk te maken,
dat Controleurs 2e klasse bij de Lichtfabrieken weder kunnen
worden bevorderd tot Controleur le klasse.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders
voor om dit verzoek in handen van Burgemeester en Wet
houders te stellen om praeadvies.
De heer Verweij vraagt, of de Voorzitter het niet rationeel
acht, om ook dit adres, evenals de vorige, in handen te
stellen van de Commissie ad hoe betreffende de salarissen,
zoodat deze zaak tegelijk onder de oogen gezien kan worden.
De heer Goslinga doet opmerken, dat het hier betreft een
kwestie, niet van salarieering, maar van bevordering, en dat
die buiten de Commissie ad hoe omgaat.
De heer Verweij moet de juistheid van de opmerking van
den heer Goslinga toegeven, maar houdt vol, dat men de
opheffing van het klassenstelsel voor bepaalde ambtenaren
niet geheel los kan maken van de salarieering. Zonder vooruit
te loopen op beslissingen te dien aanzien, ligt het, meent
spreker, volkomen in de lijn van een behandeling van de
positie van het gemeentepersoneel in zijn vollen omvang om
deze zaak te beschouwen als een onderdeel van de salarieering
en de Commissie ad hoe gelegenheid te geven aan de hand
van dit adres van haar gevoelen te dien aanzien te doen
blijken.
De Voorzitter kan zich niet voorstellen, dat de Commissie
ad hoe haar aandacht kan wijden aan de kwestie van de
bevordering van het gemeente-personeel. Afschalfmg van het
klassenstelsel kan bij de salansregeling onder het oog worden
gezien, maar in dit adres wordt iets anders gevraagd.
De heer van Eck acht het om practische redenen gewenscht
op het verzoek van den heer Verweij in te gaan, omdat dan
een dubbele behandeling van de zaak, welke het hier geldt,
wordt vermeden. Er zijn op dit oogenblik controleurs lste klasse
en controleurs 2de klasse, en nu worden den laatsten tijd de
controleurs 2de klasse feitelijk nooit meer bevorderd tot con
troleur lste klasse. Nu kan aan het bestaande bezwaar worden
tegemoet gekomen, indien wordt goedgevonden om die twee
klassen in één klasse om te zetten, maar, naar spreker meent,
zal deze zaak niet op bevredigende wijze zijn op te lossen
zonder dat de Commissie ad hoe haar onder het oog ziet en
er advies over uitbrengt.
De heer Elkerbout meent, dat de vraag, of al dan niet tot
opheffing van den rang van controleur lste klasse zal worden
overgegaan, bij de regeling der salarissen zeker een punt van
ernstige overweging zal kunnen uitmaken en daarom wenscht
hij deze zaak in handen te stellen van de Commissie ad hoe
ter onderzoek.
De heer Wilmer begrijpt niet, waarom men er zooveel prijs
op stelt, dat de Raad besluit dit adres te stellen in handen
van de Commissie ad hoe. Al was er geen adres ingekomen,
dan zou deze aangelegenheid toch door die commissie onder
het oog kunnen worden gezien.
De heer van Eck merkt op, dat men dan een dubbele
behandeling krijgt: eerst naar aanleiding van het praeadvies
van Burgemeester en Wethouders en daarna naar aanleiding
van het advies van de Commissie ad hoe.
De heer Goslinga wijst er op, dat de adresseerende ver-
eeniging niet vraagt om voor de controleurs een van de beide
rangen op te heffen, doch slechts aandrang uitoefent, opdat
de Raad Burgemeester en Wethouders zal uitnoodigen bevor
deringskansen te vergemakkelijken. Dit is geen zaak, welke
in de Commissie ad hoe thuis behoort. Die commissie zal wel
kunnen adviseeren, maar ten slotte zullen Burgemeester en
Wethouders en de Commissie van beheer voor de Licht
fabrieken een beslissing hebben te nemen. Deze aangelegen
heid zal door den Raad kunnen worden behandeld, wanneer
het praeadvies van Burgemeester en Wethouders zal zijn
verschenen.
De heer Parmentier meende, dat, hoewel deze Commissie
ad hoe herziening der salarissen ten doel had, zij toch ook
moest nagaan, of de verordening nog op andere punten moest
worden gewijzigd. N"u wordt deze bevordering toch bij die
verordening geregeld?
De Voorzitter zegt, dat bij die verordening rangen inge
steld worden, doch de bevordering wordt daarin niet geregeld.
De heer Parmentier zegt, dat die rangen toch in die alge-
meene verordening geregeld worden. Daarom is het nuttig,
dat dit adres naar die commissie gaat; het komt daar toch
aan de orde.
De heer Sijtsma begrijpt eigenlijk niet, waarom de heeren
zich over deze zaak zoo druk maken. Er gaat reeds zooveel
naar die Commissie en tenslotte moet de Raad een beslissing
nemen en spreker is het met den Wethouder van Financiën
eens, dat de Raad het best af kan doen zonder de Commissie
ad hoe er bij te halen. Wanneer deze zaak naar de Commissie
ad hoe gaat, zal het zeer lang duren, vóórdat zij in den Raad
komt. Wil die commissie er toch praeadvies over uitbrengen,
dan zal de Raad haar dat niet verhinderen. De Raad kan
zelf wel over een praeadvies van Burgemeester en Wethouders
beslissen.
De heer van Eck begrijpt omgekeerd niet, welk bezwaar
het College heeft om deze zaak in handen van de Commissie
ad hoe te stellen. Indien Burgemeester en Wethouders prae
advies uitbrengen en de Commissie ad hoe brengt later haar