108
De vergoeding voor boventallige onderwijzers is 2.000.
hooger; die bedoeld in art. 101, 9e lid 1.400.
Hoofdstuk VIII 11 Bijzonder voorbereidend Lager Onderwijs)
Nadeeliger4.550.
Het verschil is een gevolg van. een stijging der subsidien
voor de bijzondere bewaarscholen.
Hoofdstuk VIII 13 (Middelb. Onderwijs).
Meer uitgaven4.811.
Meer ontvangsten1.370.
Nadeeliger 3.441.
De subsidie van het Rijk is 2.000.hooger; daartegen
over staan meer uitgaven wegens jaarwedden 4.500.
Hoofdstuk VIII 15 (Nijverheidsonderwijs)
Meer uitgaven6.462.
Minder ontvangsten2.950.
Nadeeliger9.412.
De hoogere uitgaven zijn een gevolg van de toeneming der
subsidies aan verschillende inrichtingen. De daling van de
ontvangsten is ontstaan door het lager ramen van de bijdragen
der buitengemeenten.
Hoofdstuk VIII 16 (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
en niet vallende onder de 1 t/m 15).
Meer uitgaven5.594.
Minder ontvangsten425.
Nadeeliger6.019.
Dit nadeelig verschil is voornamelijk ontstaan door het
overplaatsen van posten van andere hoofdstukken naar
deze
Hoofdstuk IX 1 (Armwezen).
Meer uitgaven10.731.
Meer ontvangsten6.906.
Nadeeliger3.825.
De subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur is evenals voor
1929 geraamd op 210.000.de kosten van ziekenverpleging
van onvermogenden zijn 4.500.hooger uitgetrokken
(zie ook hoofdstuk IV)die van verpleging van krankzinnigen
3.200.het aandeel der provincie in particuliere bijdragen
voor krankzinnigenverpleging 1.500.de kosten van
kraamverzorging 900.
Hoogere ontvangsten: bijdragen van particulieren voor
krankzinnigen-verpleging 4.500.bijdrage provincie krank
zinnigenverpleging 1.000.
Yoor krankzinnigen-verpleging is netto ten laste van de
gemeente geraamd 145.964.
Hoofdstuk IX 2 (Werkloozen)
Minder uitgavenf 14.000.
Meer ontvangsten27.500.
Yoordeeliger 41.500.
Onder verwijzing naar het algemeene gedeelte wordt aan-
geteekend, dat de werkloozensteun op 75.000.is geraamd
of 40.000.minder; voor werkverschaffing is thans, in
plaats van een memoriepost, 26.000.uitgetrokken. Dit
bedrag komt echter weer in ontvangst terug en wel de eene
helft als bijdrage van het Rijk en de andere helft als bijdrage
van het Sociale fonds.
Tegenover het bedrag van 115.000.op de begrooting
1929 uitgetrokken, wordt dus thans met inbegrip van de
rijks- en gemeentebijdrage in de werkverschaffing van de
Leidsche Hout, uitgetrokken 101.000.De uitgaven in
1928 bedroegen resp. 99.219.72J en 4.283.52| of samen
f 103.500.—.
Hoofdstuk XII (Belastingen).
Minder inkomsten37.047.
Minder uitgaven30.500.
Nadeeliger6.547.
Bij de Algemeene Beschouwingen werd de post van de
inkomstenbelasting reeds toegelicht. In verband met de
voorgestelde belastingverlaging blijft de post bij de begrooting
1929 53.547.achter.
Meer ontvangsten aan:
Opcenten personeele belasting 8.700.
grondbelasting4.200.
Openbare vermakelijkheden2.300.
De kwade posten zijn van 220.000.teruggebracht tot
190.000.—.
Hoofdstuk XIII (Bedrijven).
Blijkens de in de memorie bij dit hoofdstuk gegeven toe
lichting, wordt voorgesteld:
a. de rente over aan bedrijven verstrekte kapitalen, die
reeds in een vaste leening zijn opgenomen, gelijk te stellen
met de rente, die de gemeente, met inbegrip van eventueel
disagio, kosten enz. voor deze leening zelf betaalt;
b. de rente over aan bedrijven verstrekte kapitalen, welke
nog niet in een vaste leening zijn opgenomen, te bepalen
op 5 per jaar,
een en ander ingaande 1 Januari 1930.
In de ontwerp-bedrijfsbegrootingen zijn onzerzijds de daar
voor noodige wijzigingen aangebracht.
Hoofdstuk XIII, 1 en 2 (Lichtfabrieken).
Minder ontvangsten Gasfabriek
Minder uitgaven
Nadeeliger
Meer ontvangsten Electr.fabriek
Meer uitgaven
Voordeeliger
Totaal nadeeliger
103.810.—
3.914.—
99.896.—
143.837.—
80.948.—
62.889.—
37.007.—
Zie het algemeene gedeelte.
In de begrooting van de Electriciteitsfabriek is alsnog
rekening gehouden met de overneming van de vuilverbran-
dingsinrichting.
Hoofdstuk XIII 3 (Endegeest c.a.).
Minder ontvangsten630.
Minder uitgaven167.
Nadeeliger463.
De winst is andermaal geraamd op 75.000.verhoogd
met het verlies aan rente wegens de renteverlaging. Zij
bedroeg over 1928 84.559.33.
Hoofdstuk XIII 4 (Slachthuis).
Minder ontvangsten771.
Meer uitgaven9.112.
Nadeeliger9.883.
Ook thans is 50.000.winst geraamd, verhoogd met de
lagere rente-ontvangst, en wel een winst voor het Slachthuis van
54.959.63 (1929 36.800.en een verlies voor de ijs
fabriek van
3.778.37 (1929 winst 13.200.alzoo een netto winst
van 51.181.
Voor rente van in rekening-courant bij den Gemeente-
Ontvanger gestorte gelden is 9.000.meer uitgetrokken.
Hoofdstuk XIII 5 (Grondbedrijf)
Meer ontvangsten
Meer uitgaven
11.244.—
5.567.—
Voordeeliger
5.677.
Het door de Commissie van Fabricage in haar rapport
ter sprake gebrachte denkbeeld van rentebijschrijving (de
aflossingen worden reeds bijgeschreven) zal ons College
nader onder oogen zien.
Hoofdstuk XIII 6 Gemeente-Reiniging)
Minder uitgaven
Minder ontvangsten.
29.391.—
12.382.—
Voordeeliger
f 17.009,