94
dienstjaar 1928 worden verhoogd of aan de begrooting toe
gevoegd o.a.
Jaarwedde Burgemeester met2.000.
Presentiegelden Raadsleden 1.425.
Pensioensuitgaven 2.223.
Kosten ontwerpen uitbreidingsplan 8.000.—
Daarentegen bleven andere uitgaafposten beneden de
raming, o. a.:
Jaarwedden ambtenaren secretarie met 5.232.
Onderhoud Raadhuis2.539.
meubilair idem 1.621.
Druk- en bindwerk 2.958.
De ontvangsten op dit hoofdstuk weken niet belangrijk
van de raming af.
Hoofdstuk III. (Openbare veiligheid).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op/598.616.
bedraagt 581.348.46i, d. i. 17.267.53^ gunstiger.
De uitgaven op verschillende posten bleven beneden de
oorspronkelijk uitgetrokken bedragen, o. a.
Jaarwedde Commissaris met 2.750.—'
Belooning inspecteurs en agenten van politie
met6.198.
Kleeding en uitrusting politie met 1.146.
Duinwater1.688.
Pensioensuitgaven2.016.
Slechts enkele uitgaafposten moesten met kleine bedragen
worden aangevuld.
Hoofdstuk IV (Volksgezondheid).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 31.233.
bedraagt 6.873.84, d. i. dus 24.359.16 voordeeliger.
De navolgende posten leverden de daarachter vermelde
overschotten op:
Kosten ziekenverpleging minvermogenden 17.525.
Sanatorium verpleging lijders aan tuberculose 2.000.
Kosten speelterrein nabij Wilhelminabrug 1.277.
Voorts overtrof het aandeel in de winst van
de Leidsche Duinwater-Maatschappij de raming
met9.703.
en overtrof de opbrengst van de gemeente
lijke volksbaden de raming met1.471.
Daarentegen moesten onderstaande uitgaafposten met de
daarachter vermelde bedragen worden verhoogd:
Bijdragen uitzending kinderen naar vacantie-
kolonies enz1.115.
Kosten gemeentelijke zweminrichtingen 3.023.
Kosten pensionneering enz1.378.
en werd aan „bijdragen van particulieren
in de kosten van verpleging enz. van min
vermogenden", geraamd op 13.400.minder
ontvangen2.252.
Hoofdstuk V (Volkshuisvesting)
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 114.285.
bedraagt 98.325.52, d. i. 15.959.48 gunstiger.
Op den dienst 1928 is van het Bijk aan bijdragen in het
exploitatie-tekort op woningcomplexen ontvangen 139.803.54,
terwijl aan de vereenigingen werd uitgegeven 185.726.17
blijft ten laste van de gemeente 45.922.63 J. Op de be
grooting 1928 was daarvoor geraamd 53.763.zoodat
minder was benoodigd 7.840.
Voorts is o. a. van invloed geweest een meerdere ont
vangst wegens restitutie door de Vereeniging tot Bevordering
van den Bouw van Werkmanswoningen van het voordeelig
saldo van het plan Levendaal— GeeregrachtZijdracht ten
bedrage van 2.400.en van het le plan dier vereeniging
ten bedrage van 700.
Hoofdstuk VI (Openbare Werken).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 523.621.—,
bedraagt 550.703.47^, d. i. dus 27.082.47^ meer.
Iu den loop van 1928 werden credieten toegestaan voor:
1°. doortrekking Potgieterlaan2.200.
2°. verbetering Rijnkade5.470.
3°. demping, rioleering enz. Lusthof-sloot en
-laan13.800.
4°. verbetering en verbreeding van den Mare-
singel12.000.
Voorts werd de post „Onderhoud van straten
en pleinen" verhoogd met 47.398.
en moest in verband met de verantwoording
op dit hoofdstuk van een gedeelte der in 1928
gesloten geldleening van 750.000.een
bedrag van8.217.
meer aan rente worden betaald, terwijl ten slotte
de kosten van pensionneering eene hoogere uit
gaaf vereischten van5.264.
In totaal werden dus de uitgaven van dit hoofd
stuk verhoogd met94.349.
of rond 94.000.:
Van de sub 2°., 3° en 4° beschikbaar gestelde credieten
werd echter een bedrag van in totaal 24.000.nog
niet verwerkt, welk bedrag op den dienst 1929 zal worden
overgebracht. Diverse uitgaafposten (o.a. volgnr. 291 „onder
houd wegen en voetpaden" met 11.000.en volgnr.
294 „onderhoud bruggen" met 5.500.bleven iu totaal
32.000.beneden de raming.
De uitgaven van hoofdstuk VI hebben derhalve ten slotte
38.000.meer bedragen dan aanvankelijk geraamd was.
Daarentegen overtrof de ontvangst op volgn. 54 „Overige
inkomsten ter zake van openbare werken", hoofdzakelijk
wegens meer verrichte bes! ratings werken voor tramweg
maatschappijen enz., de raming met 19.300.Andere
ontvangstposten brachten hiertegenover echter weerminder
op, o. a. volgn. 39 „Heffing voor het gebruik van openbare
gronden en wateren" 4.000.en volgn. 43 „Markt-
gelden" 2.000.in totaal 9.000.zoodat de
hoogere ontvangst op dit hoofdstuk ten slotte 10.300.
bedraagt.
Een bedrag van 15.028.63, dat nog van de N. V. „Ge
mengd Bedrijf Haagsche Tramweg-Maatschappij" wegens
verrichte bestratingswerken moet worden ontvangen, wordt
als nader te verhalen op den dienst 1929 overgebracht.
Uit het bovenstaande blijkt, dat het nadeelig saldo van
Hoofdstuk VI feitelijk 559.700.bedraagt, dus ongeveer
36.000.ongunstiger is dan oorspronkelijk geraamd was.
Immers had de hierboven genoemde som van 24.000.
nog in het dienstjaar 1928 verwerkt kunnen worden en was
de verantwoording van de nog te doene ontvangst ad
15.028.63 in de rekening over dat jaar mogelijk geweest,
dan zou het nadeelig verschil tusschen de ontvangsten en
uitgaven van dat hoofdstuk 9.000.hooger zijn geweest.
Hoofdstuk VII. (Eigendommen niet voor den openbaren
dienst bestemd.)
Dit hoofdstuk sluit met een batig slot van 11.846.38|,
terwijl oorspronkelijk een nadeelig slot van 10.352.was
geraamdde uitkomst van dit hoofdstuk is derhalve
22.198.38J gunstiger.
De oorzaak hiervan is in hoofdzaak gelegen in een hoogere
ontvangst van 16.118.14 aan rente van tijdelijk belegd
kasgeld" en van 3.526.24 wegens staangeld op het Schut
tersveld, restitutie van betaalde arbeidsloonen door het
Grondbedrijf, van betaald duinwater enz.
Hoodfstuk VIII 2. Openbaar gewoon lager onderwijs.
Het nadeelig slot, oorsprondelijk geraamd op ƒ192.933.
bedraagt 195.262.94 en is dus 2.329.94 hooger.
Op deze paragraaf werd aan schoolgeld 2.000.minder
verantwoord dan was geraamd, terwijl de van het Rijk
ontvangen vergoeding, krachtens artikel 56 der Lager-
Onderwijswet 1920, 8.782.87 beneden de raming bleef.
Voorts bedroeg de ten laste van dit hoofdstuk komende
rente van de in 1928 gesloten 4geldleening, groot
ƒ750.000.—, ƒ1.576.62.
Daarentegen leverden verschillende uitgaafposten over
schotten op, o.a. volgn. 334 „Kosten en instandhouden
schoolgebouwen" enz. 3.700.volgu. 336, „Aanschaffen
schoolmeubelen" 2.400.volgn. 338 „Aanschaffen leer
middelen" 4.000.
Hoofdstuk VIII 3 (Openbaar vervolgonderwijs).
Het nadeelig slot bedraagt 7.460.43|, d.i. 772.56J
gunstiger dan was geraamd.
De pensioenkosten bedroegen 463.48J minder dan geraamd
was, voorts bleven de kosten van aanschaffing van leer
middelen enz. beneden de raming.
Hoofdstuk VIII 4 (Openbaar uitgebreid lager onderwijs).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 36.694.
bedraagt 36.832.26.
Eenige uitgaafposten moesten worden verhoogd, welke
hoogere uitgaven bijna geheel konden worden gedekt door
hoogere ontvangsten op deze paragraaf.