MAANDAG 2 SEPTEMBER 1929. 167 dossier verloren gegaan, zoodat deze zaak aan de aandacht van het College is ontsnapt. Spreker kan echter toezeggen, dat Burgemeester en Wethouders in een vergadering in October met het praeadvies zullen komen, zoodat spreker in afwach ting daarvan den Raad in overweging geeft de commissie nog op de oude wijze samen te stellen. Aan de orde is alsnu I. Benoeming van drie leden van de Commissie van Finan ciën en uit dezen van den Voorzitter (aftredendde H.H. B. J. Huurman, H. W. Spendel en M. H. de Reede.) De Voorzitter verzoekt den heeren Heemskerk, de Reede, Romijn en Verweij het stembureau te vormen. Worden benoemd de heerenB. J. Huurman, H. W. Spendel en M. H. de Reede, ieder met algemeene (29) stemmen. Tot Voorzitter wordt benoemd de heer B. J. Huurman, eveneens met algemeene (29) stemmen. De heeren Spendel en de Reede verklaren de benoeming aan te nemen. II. Benoeming van vier leden van de Commissie van Fabri cage, (aftredendde H.H. H. W. Spendel, D. Parmentier, A. G. Bosman en J. H. Schüller.) Worden benoemd de heeren H. W Spendel, D. Parmentier en A. G. Bos man, ieder met algemeene (29) stemmende heer J. H. Schüller met 19 stemmen; de heeren Wilbrink en Kooistra verkregen ieder 1 stem, terwijl 8 biljetten in blanco waren. De heeren Spendel, Parmentier, Bosman en Schüller ver klaren de benoeming aan te nemen. IJl. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Openbaar Slachthuis, (aftredend: de H.H. Th. M. W. Bergers en J. A. van der Reijden.) Worden benoemd de heeren Th.M. W. Bergers en J. A. van der Reijden, ieder met algemeene (29) stemmen. De heer Bergers verklaart de benoeming aan te nemen. IV. Benoeming van twee leden van de Commissie voor den Markt- en Havendienst, (aftredend: de H.H. J. Wilbrink en C. Koole). Worden benoemd: de heeren J. Wilbrink en C. Koole, ieder met algemeene (29) stemmen. De heeren Wilbrink en Koole verklaren de benoeming aan te nemen. V. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief, (aftredend: de H.H. M. H. de Reede enj. H.A. Manders). Worden benoemd: de heeren M. H. de Reede en J. H. A. Manders, ieder met algemeene (29) stemmen. De heeren de Reede en Manders verklaren de benoeming aan te nemen. VI. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voorzitter, (aftredend: de H.H. K. Sijtsma, Mr. D. A. van Eek en P. Heemskerk). Worden benoemd: de heeren K. Sijtsma, Mr. D. A. van Eek en P. Heemskerk, ieder met algemeene (29) stemmen. Tot Voorzitter wordt benoemdde heer K. Sijtsma, eveneens met algemeene (29) stemmen. De heeren Sijtsma, van Eek en Heemskerk verklaren de benoeming aan te nemen. VII. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen, (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek en Mr. A. J. Romijn). Worden benoemd: de heeren Mr. D. A. van Eek en Mr. A. J. Romijn, ieder met algemeene (29) stemmen. De heeren van Eek en Romijn verklaren de benoeming aan te nemen. VIII. Benoeming van vier leden van de Commissie voor het Onderwijs, (aftredend: de H.H. J. G. van Es, Th. B. J. Wilmer, J. B. Meijnen en M. G. Verweij). Worden benoemd: de heeren J. G. van Es, Th. B. J. Wilmer en J. B. Meijnen, ieder met algemeene (29) stemmen; de heer T. Groeneveld met 28 stemmen; de heer M. G. Verweij verkreeg 1 stem. De heeren van Es, Wilmer en Meijnen verklaren de be noeming aan te nemen. IX. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, (aftredend: de H.H. F. Eikerbout, Mr. D. A. van Eek, J. Wilbrink en H. W. Spendel). Worden benoemdde heeren F. Eikerbout, Mr. D. A. van Eek, J. Wilbrink en H. W. Spendel, ieder met algemeene (29) stemmen. De heeren Eikerbout, van Eek, Wilbrink en Spendel ver klaren de benoeming aan te nemen. X. Benoeming van een lid van de Commissie van Beheer over de gestichten «Endegeest'', «Voorgeest" en «Rhijngeest", (aftredendde heer F. Kooistra). (Zie Ing. St. No 131.) Wordt benoemd de heer F. Kooistra met algemeene (29) stemmen. De heer Kooistra verklaart de benoeming aan te nemen. XI. Benoeming van vier leden van de Commissie voorden Geneeskundigen Dienst en den Keuringsdienst van Waren (aftredend: de H.H. Th. B. J. Wilmer, T. Groeneveld, J. G. van Es en A. van Rosmalen.) Worden benoemd: de heeren Th. B. J. Wilmer, J. G. van Es en A. van Rosmalen, ieder met algemeene (29) stemmen; de heer C. Koole met 27 stemmen; de heer T. Groeneveld verkreeg 2 stemmen. De heeren Wilmer, van Es, van Rosmalen en Koole ver klaren de benoeming aan te nemen. XII. Benoeming van drie leden van de Commissie van onder zoek der bezwaarschriften tegen aanslagen in het Vergun ningsrecht en uit dezen van den Voorzitter, (aftredendde H.H. A. G. Bosman, C. J. van Tol en J. A. van der Reijden.) Worden benoemd 'de heeren A. G. Bosman, C. J. van Tol en J. Avan der Reijden, ieder met algemeene (29) stemmen. Tot Voorzitter wordt benoemd, eveneens met algemeene (29) stemmen, de heer A. G. Bosman. De heeren Bosman en van Tol verklaren de benoeming aan- te nemen. XIII. Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum «de Lakenhal", (aftredend*: de H.H. Dr. J.A.J. Barge, Dr. G. J. Boekenoogen en Ir. A. G. Bosman.) (Zie Ing. St. No. 137.) Worden benoemd: de heeren Dr. J. A. J. Barge, Dr. G. J. Boekenoogen en Ir. A. G. Bosman, ieder rnet algemeene (29) stemmen. De heer Bosman verklaart de benoeming aan te nemen. XIV. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stede lijke Werkinrichting buiten de leden van den Raad, (aftre dend de heer J. A. Bots.) (Zie Ing. St. No. 130). Wordt benoemd de heer J. A. Bots met algemeene (29) stemmen. XV. Benoeming van een Commissaris der Gemeentelijke Bank van Leening, (aftredend: de heer Th. B. J. Wilmer.) (Zie Ing. St. No. 132). Wordt benoemd de heer Th. B. J. Wilmer met algemeene (29) stemmen. De heer Wilmer verklaart de benoeming aan te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 3