MAANDAG 5 AUGUSTUS 1929. 147 Commissaris van Politie besprak, zeide deze: ik vind het goed, maar U weet welke bezwaren er aan verbonden zijn. Het is heel prettig om dien menschen een hoog salaris te geven, maar de consequenties daarvan zijn te groot. Terwijl vorige jaren getwijfeld werd, ot de hoofdagenten hun plicht deden, is daarin den laatsten tijd verandering gekomen, zoodat spreker deze verhooging met genoegen voorstelt, hetgeen niet beteekent, dat spreker zoover wil gaan als de heer Heemskerk. Dit voorstel bedoelt een fout te herstellen, die bestond in de verhouding tusschen de salarissen van het politiepersoneel het is inderdaad een fout, wanneer iemand, die hoofdagent wordt, een nogal verantwoordelijke positie, 2 jaren lang blijft staan op het salaris, dat hij bad. De heer Heemskerk wil het salaris evenwel nu zoo hoog maken, dat de wanverhouding, die er bestond tusschen het salaris van agent eerste klasse en dat van hoofdagent, nu omgekeerd zou gaan bestaan, zoodat de agent eerste klasse te weinig zou krijgen, maar ook, dat er een wanverhouding zou komen tusschen het salaris van een hoofdagent en adjunct inspecteur. Nu doet de heer Heemskerk een beroep op het werk, dat door de hoofdagenten gepraesteerd wordt: toezicht houden op de agenten en rapporteeren. Dat is evenwel niet zoo'n superieur werk, dat het gelijk gesteld kan worden met het werk van den inspecteur. Toen men over een onvoldoend aantal inspecteurs beschikte, is er een tijd geweest, dat aan de hoofdagenten de wacht opgedragen moest worden en dat zij inspecteurswerk moesten doen tot 2 uur in den nacht. Na dien tijd is het werk in deze gemeente gelukkig van zoo weinig belang, dat er geen insptcteur noodig is en de verant woordelijkheid door de hoofdagenten gedragen kan worden..Dat argument is dus thans vervallen. De heer Wilbrink heeft terecht gezegd, dat de heer Heemskerk wil ingrijpen in de salaris regeling van het geheele gemeentepersoneel; wanneer de Raad deze salarissen gaat wijzigen, moet men de consequenties daarvan aanvaarden, eerst bij de politie, later bij de andere takken van dienst; men gaat immers altijd vergelijkenderwijs te werk; verhoogt men het salaris van de agenten, dan ver zoeken morgen de inspecteurs om verhooging; dan is het hek van den dam en dat, terwijl juist door Burgemeester en Wethouders voorgesteld is de geheele salarisregeling van het gemeentepersoneel aan een herziening te onderwerpen. Die commissie kan de salarispositie van het gemeentepersoneel in haar geheel overzien en daarbij zal de politie ook ter sprake komen. Stelt men thans het salaris van de hoofdagenten op een bepaald bedrag vast, dan kan men daarop bij de alge- meene salarisherziening niet terugkomen en zal men alle salarissen daarmede in overeenstemming moeten brengen. Spreker vermoedt, dat de heer Heemskerk deze consequentie van de aanneming van zijn amendement niet heeft overzien. Bij een eventueel later te houden bespreking van de sala- rieering van het geheele gemeentepersoneel kan men in ver band daarmede de salarissen van de hoofdagenten en de agenten eerste klasse nader onder de oogen zien. Men kan dan ook een overzicht over de gevolgen hebben. De aanneming van het amendement-Heemskerk is een sprong in het duister. Spreker is het met den heer Heemskerk eens, dat een ver gelijking van de Leidsche salarissen met die van andere gemeen ten zeer moeilijk is te maken. Verschillen zullen altijd blijven bestaan, omdat de gemeenten op dit punt nu eenmaal niet één lijn trekken. Spreker kan dus niet te veel waarde hechten aan wat andere gemeenten betalen. In Leiden vei dient een agent eerste klasse 39.maar er zijn gemeenten, waar jongens van 19 en 20jaar in de laagste klasse dat loon ontvangen. Als men zich te veel richt naar andere gemeenten, zou het gevolg zijn, dat overal de salarissen worden betaald, die in Amsterdam worden gegeven. De kosten van de Leidsche politie zouden dan niet te betalen en ook niet te verant woorden zijn. Hetgeen spreker tegen het amendement-Heemskerk heelt aangevoerd, geldt ook voor het amendement-Vallentgoed, dat den Raad nog meer van de wijs zou brengen. Spreker geeft den Raad in overweging beide amendementen te verwerpen en, indien men een verandering van de sala- rieering van het politiepersoneel wenscht, daarmede te wachten tot de algemeene herziening van de salarisregeling van het geheele gemeentepersoneel aan de orde is gesteld. De heer Heemskerk had niet verwacht, dat de Voorzitter als argumenten tegen sprekers amendement zou aanvoeren, dat het gevolg er van zou kunnen zijn, dat ook andere groe pen ambtenaren om salarisverhoogirig komen vragen en het beter is met deze partiëele herziening te wachten tot de algemeene salarisherziening aan de orde is. Beide argumenten gelden ook tegen het voorstel van Burgemeester en Wethou ders, dat een wijziging van de salarisschaal bevat. De Voorzitter: Die niet goed was! De heer Heemskerk geeft dit toe. Hij acht de voorgestelde verbetering echter niet voldoende en heeft daarom zijn amendement ingediend. De aanneming van sprekers amende ment zai niet de gevreesde const quenties hebben en ook geen wanverhoudingen doen ontstaan. Het salaris van een agent eeiste klasse, dat 39,50 bedraagt, kan vooi' een rechercheur stijgen tot f 40,50 en wordt bij aanneming van sprekers amendement 42.--, zoodat het verschil slechts 1.50 bedraagt. Voldoet die man goed als brigadier, wat een tusschenrang is, dan wordt hij hoofdagent en verdient dan 44.dus een verhooging van 2. Wanneer de Voorzitter dat noemt wanverhouding en salaris schaal in de war sturen, dan is die uitdrukking niet gelukkig gekozen. Spieker meent zijn amendement volmaakt te kun nen handhaven. Spreker meent, dat men het door den heer Wilbrink geuite idee over het per geluk aanstellen weg moet halen. Er is geen sprake van, dat een agent eerste klasse per geluk wordt aangesteld tot brigadier en verder tot hoofdagent. Dat gaat niet bij automatische bevordering, maar bij keuze door het hoofd der politie, den Burgemeester, zoodat wel degelijk de bekwaamsten worden aangesteld. De heer Wilbrink had gezegd, dat zij per geluk dienst doen als inspecteur. De heer Heemskerk onderschrijft dat ook niet. Er zijn hier niet veel inspecteurs van poliiie, van wie sommigen nog belast zijn met speciale wetten en dus niet voor den straat dienst in aanmerking komen. Bovendien is de practijk jaren lang geweest, dat des nachts geen enkele inspecteur aanwezig was, zoodat de hoofdagenten als hoofd van dienst optraden. Dit zal toch gewaardeerd moeten worden in het salaris. Nu stellen Burgemeester en Wethouders een verhooging voor en erkennen dus in beginsel, dat de salarissen in verhouding te laag zijn, maar, zoo zegt de Voorzitter: wij kunnen ons niet de luxe permitteeren andere plaatsen na te volgen, maar wij moeten een gulden middenweg volgen, zoodat de salarissen den toets der critiek kunnen doorstaan. Spreker is niet over tuigd door den Voorzitter en handhaaft zijn amendement. De Voorzitter zegt, dat de heer Heemskerk dit voorstel van het College te veel ziet als een voorstel om de salarissen te verhoogen, in plaats van als een voorstel om een bestaande wanverhouding in de salarissen bij de politie te verhelpen, in afwachting of later misschien een andere toestand in het leven geroepen moet worden. Aan den toestand, dat de hoofd agenten de verantwoordelijkheid van den dienst in het bureau dragen, is een einde gemaakt, sinds er een inspecteur bij gekomen is. De heer Vallentgoed had ook liever gezien, dat van de zijde van Burgemeester en Wethouders een voorstel tot salaris herziening gekomen was, maar het is nu eenmaal niet zoo; er is een voorstel tot partiëele salarisherziening gekomen. Nu maken Burgemeester en Wethouders toch ook herhaal delijk vergelijkingen met andere plaatsen en met andere ambten; spreker heeft een lijstje bij zich van vele plaatsen, die belangrijk hooger salarissen betalen dan die nu voorge steld worden, waaruit blijkt, dat sprekers voorstel niet zoo bijzonder veeleischend is. Het maximum zal ten slotte 2650.zijn. Uit het staatje, dat spreker voor zich heeft, blijkt, dat andere gemeenten een maximum salaris betalen van 2500.tot ƒ2900.—. Onder die gemeenten bevinden zich Enschede en Hengelo, welke gemeente 2750.betaalt. Het is niet onmogelijk rekening te houden met wat andere gemeenten betalen. Elke com missie voor salarisherziening doet dat. Ook in vergelijking met wat het Rijk betaalt, is sprekers voorstel niet aan den hoogen kant. De Voorzitter vestigt er in verband met de opmerking van den heer Vallentgoed de aandacht op, dat het georgani seerd overleg geen besluit heeft genomen, maar slechts over het salaris advies heeft uitgebracht. De heer Vallentgoed. Het advies van de organisaties is in de commissie voor georganiseerd overleg aangenomen en daarmede is geen rekening gehouden. De Voorzitter zegt verder, dat door don heer Vallentgoed is betoogd, dat Enschede meer zou betalen dan Leiden, maar in Enschede is het salaris 2280.tot 2340.dus even groot als in Leiden. De heer Vallentgoed. Enschede staat gelijk met Leiden, maar Hengelo gaat er belangrijk boven uit. De heer Wilmer verklaart aanvankelijk dezelfde bezwaren tegen het amendement van den heer Heemskerk te hebben

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 9