80
kosten van dit tweede plan werden geraamd op 17.000.—.
Met het oog op een en ander werd door ons College
overeenkomstig het advies van de Commissie tot den pach
ter de vraag gericht, of hij bij uitvoering van het grootere
plan, hetwelk voornamelijk aan hem ten goede zou komen,
bereid zou zijn, zijne pachtsom te verhoogen met ten minste
7 van de meerdere kosten van uitvoering van het
grootere plan.
De pachter bleek hiertoe niet genegen, doch in overleg
met den pachter werden in het tweede plan nog eenige
wijzigingen aangebracht.
De meerdere kosten, hieraan verbonden, worden geraamd
op 2.900.in verband waarmede de pachter heeft ver
klaard boven zijne pachtsom jaarlijks 7 van die meerdere
kosten of in ronde som 200.te zullen betalen.
Behalve de uitbreiding van de koffiekamer c.a. eischt
ook de toestand van de toiletten dringend verbetering.
De urinoirs in de heerentoiletten zijn van verouderde
constructie en niet reukloos, terwijl alle toiletruimten slechts
van één primitief handwaschbakje zijn voorzien.
Het plaatsen van nieuwe, meer moderne urinoirs en het
aanbrengen van een 4-tal waschtafels met spiegels in de
dames- en heerentoiletruimten is wel zeer noodig.
De aan een en ander verbonden kosten zullen naar
schatting 2400.bedragen.
Onder verwijzing naar de ter visie liggende stukken geven
wij Uwe Vergadering alsnu in overweging, door vaststelling
van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat:
a. een bedrag van 19.900.beschikbaar te stellen, ten
behoeve van de uitbreiding van de koffiekamer in de
Stadsgehoorzaal c. a., met bepaling dat door den pachter
jaarlijks een bedrag van 200.in de kosten van die ver
bouwing wordt vergoed:
b. een bedrag van ƒ2400.— beschikbaar te stellen voor de
verbetering van de toiletten in de Stadsgehoorzaal.
Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven", waarvan het
bedrag van ƒ2400.moet worden afgeschreven, is nog
ƒ28.570.37 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 150. Leiden, 28 Augustus 1929.
In Uwe Vergadering van 21 Januari j.l. werd besloten de
op ƒ200.geraamde kosten van het aanbrengen van een
zeer eenvoudigen steen, waarop de naam Lorentz gegrift,
in het vroeger woonhuis van Prof. Lorentz aan de Hooigracht,
voor rekening van de gemeente te nemen. Tevens werd U
toen bij monde van Uwen Voorzitter medegedeeld, dat ook
een commissie was ingesteld tot het oprichten van een gedenk-
teeken voor den overleden grooten geleerde. Meer uitvoerige
mededeelingen zouden U te zijner tijd worden gedaan.
Thans kunnen wij U, voor zoover U dit niet reeds bekend
is uit de dagbladen, inlichten, dat zich een Nationaal Lorentz
Comité, onder Voorzitterschap van den oud-Minister Dr. J.
Th. de Visser, gevormd heeft, hetwelk zich voorstelt in
Arnhem, Haarlem en Leiden, de steden, alwaar Prof. Lorentz
resp. geboren, laatstelijk gewoond en een groot deel van zijn
leven, zijn wetenschappelijken arbeid heeft verricht, zijn
nagedachtenis te huldigen.
In Leiden wil het Nationaal Comité op voorstel van het
plaatselijk sub-comité, een borstbeeld van Lorentz doen
aanbrengen aan de buitenzijde van de zaal, alwaar hij
vroeger zijne colleges gaf.
De kosten van het maken van dit borstbeeld worden
bestreden uit de giften, die van heinde en ver aan het
Nationaal Comité zijn toegestroomd en, alhoewel reeds tal
van Leidenaren hunne giften hebben ingezonden, komt het
ons toch alleszins gewenscht voor, dat ook onze gemeente
als zoodanig een bijdrage geeft in de kosten der huldiging,
waardoor ten allen tijde de herinnering aan een man als
Lorentz, die zoovele jaren aan Leiden en zijne Academie
verbonden is geweest, levendig blijft.
De bijdrage ware o.i. te stellen op 1000.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging door
vaststelling van den hierbij overgelegden begrootingsstaat
een bedrag van 1000.—, af te schrijven van den post voor
„Onvoorziene Uitgaven", beschikbaar te stellen, teneinde
die som te kunnen afdragen aan het Nationaal Comité, het
welk op zijn beurt al de kosten, verbonden aan het maken
van het borstbeeld, ter beschikking van ons plaatselijk sub
comité stelt.
Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven" is nog 26.170.37
beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N". 151. Leiden, 28 Augustus 1929.
Bij zijn om praeadvies in onze handen gesteld schrijven
verzoekt het bestuur der Gereformeerde Schoolvereeniging
de noodige gelden (naar schatting 575.beschikbaar te
stellen voor de aanschaffing van leermiddelen in verband
met de uitbreiding van het aantal leerlingen van de 7e klasse
der scholen voor gewoon lager onderwijs aan de Lusthoflaan
en de Stadhouderslaan.
Aangezien het bestuur bij zijne aanvrage de wettelijke
voorschriften in acht genomen heeft, geven wij U, met ver
wijzing naar het advies van de Commissie voor het Onderwijs,
in overweging:
a. medewerking te verleenen aan het bestuur der Gere
formeerde Schoolvereeniging alhier, tot de aanschaffing van
leermiddelen ten behoéve van het 7e leerjaar van de scholen
voor gewoon lager onderwijs aan de Lusthof laan en aan de
Stadhouderslaan:
b. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overge
legden begrootingsstaat, model D groot 575.teneinde
ons College in staat te stellen te zijner tijd de benoodigde
gelden ter beschikking van het Schoolbestuur te stellen.
Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven" waarvan het
bedrag van 575.moet worden afgeschreven, is thans nog
25.170.37 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J J. GBOEN ZOON.