MAANDAG 3 JUNI 1929. 85 bedrijfszekerheid moesten garandeeren; daar waren de prijzen op berekend. Nu zegt de heer Splinter: dat doet de gemeente Nieuwkoop ook, maar die doet dat in een anderen vorm. Goed, maar dan hadden die particulieren ook onder dezelfde voorwaarden hun aanbiedingen moeten kunnen doen. Die aanbiedingen zijn niet in het honderd gedaan, maar er zijn door de commissie pertinente vragen gesteld. Stort de ge meente Nieuwkoop nu het vuil op eigen grond of in plassen of rietvelden van anderendat is ook een factor van betee- kenis voor de bedrijfszekerheid. De bedrijfszekerheid eischt, dat komt ook in het Amsterdamsche rapport zeer duidelijk uit, dat men bij vuilverwijdering naar den akker of naar plassen het bedrijf in handen houdt tot aan de plaats van bestemming. De Adjunct-Directeur der Lichtfabrieken hier heeft onder beide rapporten zijn handteekening gezet, hoewel het Amsterdamsche tot een andere conclusie komt in dit opzicht dan het Leidsche, terwijl toch de eischen der bedrijfs zekerheid voor Leiden en Amsterdam gelijk zijn en even hoog aangeslagen moeten worden. Wanneer het Amsterdam sche rapport tot de conclusie komt, dat de bedrijfszekerheid bij vuilverwijdering naar den akker alleen verzekerd is bij gemeentelijke exploitatie tot aan de plaats van bestemming toe, dan geldt datzelfde voor Leiden en kan men niet in Leiden zeggen stort het maar in een schuit aan den Mare- singel; dan ben ik er van af, hetgeen hier zal gebeuren. Ook de Rijksregeering zegt hetzelfde. Spreker herinnert aan de storting van bagger in de Braassemermeer. Men had berekend, dat er een zeker aantal onderlossers noodig waren, maar deze waren nog niet klaar of eenige gemeenten hadden al een verordening gemaakt als gevolg waarvan de gemeente er nog een bij moest nemen en op een verder terrein moest storten. De kwestie van de personeelsaangelegenheid wil spreker overdragen aan zijn partijgenoot Baart, die beter op dit terrein georiënteerd is. Spreker hoopt voldoende antwoord van den Wethouder te mogen ontvangen. De heer Baart vestigt er de aandacht op, dat bij dit vraagstuk aan de orde komt de kwestie van de personeels aangelegenheid, die verband houdt meteen eventueele wijziging in de arbeidsvoorwaarden. Spreker zegt met opzet: een even tueele wijziging, omdat hij nog niet heeft kunnen nagaan of het een verbetering of een verslechtering zal zijn. De betref fende passage in de stukken is zeer vaag en de Raad zal toch van Burgemeester en Wethouders moeten vernemen, hoe dezen met die menschen zullen handelen. Het heeft spreker ge troffen, dat bij deze zaak geen rekening is gehouden met de algemeene kosten daaraan verbonden. Blijkens de stukken zal het aan de gemeente kosten ƒ22.000.maar daarnaast heeft men, naar het hem voorkomt, verwaarloosd, al wil spreker niet zeggen opzettelijk, wat het zal kosten aan personeel, dat in andere takken van dienst zal worden ondergebracht of op wachtgeld zal worden gesteld. Het is spreker zelfs bekend, dat er een rapport is samen gesteld, waarin een en ander is geformuleerd. De heer Spendel doet opmerken, dat daar vertrouwelijk op staat. De heer Baart zegt, dat er wel eens meer wat bij hem in huis waait. Spreker begrijpt trouwens niet, waarom de heeren zich zoo druk maken, zelfs de Wethouder van Financiën, die anders toch niet zoo gauw benauwd is. Spreker heeft een becijfering, die misschien voor de meeste leden nog nieuw is, en daaruit blijkt, dat, als die menschen bij een wachtgeld regeling worden ondergebracht, wat misschien aanvankelijk de bedoeling is geweest, omdat men geen weg met hen wist, het over een aantal jaren ƒ88.000.meer zal kosten. Spreker zal echter niet in onderdeelen afdalen en zich beperken tot de hoofdzaken, die hier gezegd moeten worden. Nu is het wel eigenaardig, dat men in de stukken met geen woord daarvan rept, maar alleen een vage mededeeling doet, dat de menschen zoo noodig in andere takken van dienst ondergebracht zullen worden. Spreker zou daarvan wel wat meer willen weten. Men mag toch veronderstellen, dat bij een reorganisatie van een bedrijf, waaraan die arbeiders niets kunnen doen, hun arbeidsvoorwaarden niet ongunstiger zullen worden. Spreker hoopt dus, dat aanstonds de Wethouder ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden een verklaring zil afleggen. Zal, wanneer zij straks in een anderen tak van dienst onder gebracht worden, hun loon op het oude peil gehandhaafd blijven? Indien dit niet zoo is, is spreker geneigd om met een voorstel te komen. Spreker is het met den heer Schüller eens, dat de bedrijfs zekerheid alleen gewaarborgd is, wanneer het gemeentebestuur van Leiden het door eigen personeel daarheen laat vervoeren, waar het gestort moet worden. Spreker begrijpt niet goed, dat men aan de overzijde, waar men toch altijd zegt zoo goed voor zijn personeel te zorgen, wanneer eens een enkele maal over arbeidsvoorwaarden gesproken wordt, dan altijd verklaart, dat dit er niets mee te maken heeft. Spreker meent dus, dat men den bij de vuilverwijdering werkzamen dezelfde arbeidsvoorwaarden als het gemeentepersoneel moet verzekeren, teneinde stagnatie te voorkomen. Het gevaar is niet denk beeldig, dat de gemeente Nieuwkoop het door een schipper laat aannemen, die natuurlijk tegen den laagst mogelijken prijs werklieden aanneemt; dat is nu eenmaal zoo. Men kan dit zien aan de conflicten, die op het oogenblik uitgebroken zijn, de visschers in Scheveningen, de metaalbewerkers, de houtbewerkers in Zaandam. De conflicten zijn aan de orde van den dag, omdat de arbeiders niet meer geneigd zijn om voor een dergelijk schamel loon te blijven werken. Wanneer nu zoo'n schipper werklieden aanneemt tegen den laagst mogelijken prijs, dan voorziet spreker binnen den kortst mogelijken tijd een conflict en dan kan Leiden wel zeggen: je hebt je verplichtingen na te komen, maar dan antwoordt de gemeente Nieuwkoop: ik heb het uitbesteed en ik kan er niets aan doen. Dan zit men hier met het vuil. Het is dus noodig, dat het vuil wordt vervoerd door menschen, die in gemeentedienst zijn. De heer Fehmers, iemand van gezag en beteekenis aan de Lichtfabrieken, is in het Amsterdamsche rapport tot dezelfde conclusie gekomen. Spreker is blij, dat dat niet is geschreven door een van zijn partijgenooten, want dan zou men weer hebben gezegd: het is weer een lid van de S. D. A. P., die het schrijft en die, als hij het zou moeten uitvoeren, het niet zou doen. De onderdirecteur van de Lichtfabrieken schreef het volgende »De commissie zal daarbij in het oog houden, dat de ramingen van de verschillende stelsels van vuilverwijdering zullen hebben te geschieden op de basis van de bestaande salarissen en loonen van het personeel in dienst der gemeente Amsterdam. Denkbaar lagere loonen in particulieren dienst zijn voor bedoelde ramingen reeds daarom niet bruikbaar, omdat de commissie geen reden heeft aan te nemen, dat het gemeentebestuur het beginsel van eigen beheer ten opzichte van de vuilverwijdering zal loslaten. Doch ook ten opzichte van een onwaarschijnlijk besluit: de vuilverwijdering aan particulieren uit te besteden, gaat het niet aan te veronderstellen, dat het gemeentebestuur zou gedoogen dat de arbeiders, die alsdan in particulieren dienst zulk een noodzakelijken arbeid voor de gemeente zouden hebben uit te voeren, in sociale verzorging bij het gemeente- personeel zouden achterstaan." Spreker zou dit willen vergelijken met Leiden en gelooft, dat het dan aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat. Waar dit gezegd wordt, is het naar het spreker voorkomt begrijpelijk, dat dit van zijn kant naar voren wordt gebracht en dat hij de verwachting mag uitspreken, dat ook de Raad zich in dien geest zal uitspreken. Daarnaast zou spreker de vraag willen stellen, of het niet gewenscht is, dat deze zaak in het Georganiseerd Overleg wordt gebracht. Het gaat hier ten slotte om een bedrijf, dat zal worden opgeheven en waarvan de menschen zullen worden ondergebracht naar andere takken van dienst. Spreker vraagt zich af, waarom deze aangelegenheid niet in het Georganiseerd Overleg aan de orde is gesteld, dan zou zijn vraag, of de arbeiders, die in andere takken van dienst zouden worden ondergebracht, op hetzelfde salaris zullen worden gehandhaafd, achterwege gebleven zijn en zou men de meening hebben gekend van het Georganiseerd Overleg over deze wijze van exploitatie en of het al dan niet gewenscht zou zijn, of menschen in gemeentedienst het vuil zouden vervoeren. De heer Wilbrink zegt, dat hij met genoegen heeft gestemd tegen het voorstel om de behandeling van deze zaak uit te stellen, maar dit houdt niet in, dat hij zich met de voor gestelde regeling geheel kan vereenigen. Spreker kan accep teeren aan de gemeente Nieuwkoop den afvoer van het vuil over te dragen, maar zou willen vragen, of aan die gemeente niet ongeveer dezelfde voorwaarden moeten worden gesteld, die van particulieren zijn gevraagd. Spreker is het met den heer Schüller eens, dat ten opzichte van de gemeente Nieuw koop niet strikt is vastgehouden aan dezelfde voorwaarden als van anderen zijn geëischt, in welk verband spreker wijst op art. 12. Blijkens dit artikel zal bij gesloten vaart de gemeente Nieuwkoop in overleg met den Directeur der Ge meentereiniging maatregelen moeten treffen, waardoor de geregelde afvoer van vuil verzekerd wordt. Indien dit artikel ongewijzigd blijft, kan spreker niet begrijpen, dat door een dergelijke overeenkomst een geregelde afvoer verzekerd is. Voor dat artikel moet alsnog een andere redactie gevonden worden, want indien eerst overleg moet gepleegd worden met de Directie van de Gemeentereiniging en waarschijnlijk met dengene, die het transport op zich genomen heeft, zou dit veel te lang ophouden. Waar dit contract voor langen tijd zal gelden, moet men dit niet bij mondelinge afspraak regelen, maar moet wel degelijk in het contract worden opgenomen, hoe Nieuwkoop zich tijdens de winterperiode den afvoer van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 11