52
N°. 83. Leiden 27 Mei 1929.
Evenals van de gewone stembureaux is ook de zittings
duur van de leden van de Hoofdstembureaux voor de ver
kiezing van de leden van den Gemeenteraad ten einde en
zullen ook die bureaux weder opnieuw moeten worden
benoemd.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging tot
de benoeming van de Hoofdstembureaux in de drie kies
kringen der gemeente voor het komend vierjarig tijdvak
over te gaan. Daartoe bieden wij U onderstaande aanbe
veling aan.
Wij merken U daarbij op dat het Hoofdstembureau in
den len kieskring, voor zooveel de verkiezing van de leden
van den Gemeenteraad betreft, tevens als Centraal-stembureau
optreedt en dat de aanbevolenen voor dat bureau reeds als
zoodanig zitting hebben in de Hoofdstembureaux voor de ver
kiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal en die van de Provinciale Staten en wel tot 1930.
Kieskring I.
Hoofdstembureau, tevens Centraal-stembureau (Gemeentehuis).
Leden: 1°. AUG. L. REIMERINGER.
2°. J. HIRSCHIG.
3°. A. COUVEE.
4°. J. A. BOTS.
Plaatsverv. leden1°. Mr. E. M. MEIJERS.
2°. Mr. D. A. VAM ECK.
3b. F. G. ROSIER.
Kieskring II.
Hoofdstembureau School Heerenstraat).
Voorzitter: Mr. A. F. L. M. TEPE.
Leden: 1°. Mr. P. E. BRIËT.
2°. J. BAAK Jzn.
3°. Mr. E. J. M. H. BOLSIUS.
4°. N. F. O. VAN GINKEL.
Plaatsverv. leden: 1°. J. F. X. SANDERS.
2°. J. BOTS.
3". J. J. SCHEFFER.
Kieskring III.
Hoofdstembureau (School van der Werf straat).
Voorzitter: T. S. GOSLINGA.
Leden: 1°. Dr. J. A. N. KNUTTEL.
2°. J. BOSCH.
3°. B H. STUMPEL.
4°. Dr. H. E. Th. VAN SILLEVOLDT.
Plaatsverv. leden: 1°. A. G. BOSMAN.
2°. Mr. J. SLAGTER.
3°. Mr. A. J. SORMANI.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 84. Leiden, 27 Mei 1929.
Bij Uw besluit van 21 Januari j.l. werd het getal Com
missarissen van de Gemeentelijke Bank van Leening met 2
uitgebreid en derhalve gebracht op 5.
Ter uitvoering van dat besluit hebben wij de eer Uwe
Vergadering, overeenkomstig artikel 1 van de verordening
van 25 Juni 1923 (Gemeenteblad No. 12), houdende reglement
van de Gemeentelijke Bank van Leening te Leiden, laatstelijk
gewijzigd bij verordening van 21 Januari 1929 (Gemeenteblad
No. 7), de volgende aanbeveling, opgemaakt na raadpleging
van Commissarissen, aan te bieden:
I. 1°. M. H. DE REEDE.
2°. J. P. MULDER.
II. 1°. T. GROENEVELD.
2°. M. G. VER WE Y.
Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 85. Leiden, 27 Mei 1929.
Van het complex gronden aan en nabij den Rijnsburgerweg
en denWarmonder weg, dat indertijd, in verband met den aanleg
van „de Leidsche Hout", uit de huur werd genomen, kan
het gedeelte, dat niet in erfpacht werd uitgegeven, doch
bestemd werd voor bouwterrein en spoitvelden, voorloopig
nog worden verhuurd.
Voor de huur van deze perceelen weiland, ter grootte van
ongeveer 6 H.A., kwam een tweetal aanbiedingen in, van
welke het meest in aanmerking komt die van den heer
J. Meyer. Deze gegadigde is bereid een jaarlijkschen huur
prijs van f 1200.te betalen en gaat accoord met een
pachttermijn van drie jaren, gerekend te zijn ingegaan
1 Januari 1929. Verhuring voor zoodanig tijdvak behoeft
geen bezwaar te ontmoeten, omdat de gemeente zich de
bevoegdheid voorbehoudt de huur geheel of gedeeltelijk met
een opzeggingstermijn van zes maanden tusschentijds te be
ëindigen. Ten overvloede kan deze termijn nog tot één maand
worden verkort, indien voor bouwterrein zou moeten worden
beschikt over den grond langs den Rijnsburgerweg, terwijl
slechts een opzeggingstijd van een week in acht behoeft te
worden genomen voor nader aan te wijzen kleine gedeelten
land, zoo die noodig mochten blijken voor opslagruimte ten
behoeve van de werken van „de Leidsche Hout".
Overeenkomstig het advies der Commissie van Fabricage
geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging, aan
J. Meyer te Leiden voor den tijd van 3 jaren, gerekend te
zijn ingegaan 1 Januari 1929, tegen een jaarlijkschen huur
prijs van 1200.te verhuren de op de overgelegde kaart
door een groene lijn omgeven perceelen weiland, kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie P. .Nis. 1396 gedeeltelijk, 70
gedeeltelijk, 71 gedeeltelijk, 73 gedeeltelijk, 74, 1374, 1375,
1376 en 1391, te zamen groot 6 H.A., zulks onder de in
de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 86. Leiden, 27 Mei 1929.
Blijkens het in de Leeskamer ter visie liggend adres, ver
zoekt het bestuur van de Zwemvereeniging „de Zijl", evenals
vorige jaren, ook thans weder ten behoeve van een op Woens
dag 24 Juli a.s. te houden volkszwemfeest, een subsidie uit
de gemeentekas te mogen ontvangen, en wel tot het bedrag,
dat de vereeniging in voorgaande jaren genoot, n.l. 100.
(zie laatstelijk Ingek. Stukken No. 115 van 1928).
Vermits ons College ook ditmaal tegen toekenning van een
bijdrage voor dat doel geen bezwaar heeft, geven wij Uwe
Vergadering in overweging aan de Zwemvereeniging „de Zijl"
voor het in dit jaar te houden volkszwemfeest een subsidie
van 100.in de te maken kosten te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 87. Leiden, 27 Mei 1929.
Naar uit de ter visie liggende stukken blijkt, biedt de
stal nabij den molen „De Valk", welke stal bestemd is voor
afzondering van ter veemarkt, krachtens de Veewet of de
te harer uitvoering gegeven bepalingen, in beslag genomen
vee, niet meer voldoende ruimte voor het beoogde doel.
Het komt toch meermalen voor, dat een gedeelte van het
in beslag genomen vee buiten den stal moet worden ge
plaatst, hetgeen, blijkens het rapport van den Directeur van
het Openbaar Slachthuis, bezwaren met zich brengt en tot
klachten van eigenaren van het vee aanleiding geeft.
Gewenscht is het daarom, dat de gelegenheid tot afzon
dering van vee, tot aanwijzing waarvan de gemeente inge
volge de Veewet verplicht is, wordt uitgebreid.
Dit kan op de beste wijze geschieden door het aan de
gemeente toebehoorende oude huisje op den hoek van de
2e Binnenvestgracht en de Nieuwe Veemarkt, staande in de
onmiddellijke nabijheid van den bestaanden afzonderingsstal,
te sloopen en daar ter plaatse een tweeden stal te bouwen,
waarmede naar raming een bedrag van ƒ2600.is gemoeid.
Op het tot stand komen van de aanhangige plannen tot
verplaatsing van de veemarkt kan uit den aard der zaak
niet worden gewacht, doch wel is met het oog op die plannen
er naar gestreefd het geheel zoo eenvoudig mogelijk te
maken.