MAANDAG 22 APRIL 1929. 61 en de sociaal-democraten moeten, willen ze iets bereiken, altijd krachtig optreden. Indien de Voorzitter meent den sociaal-democraten op die wijze den mond te kunnen snoeren, dan heeft hij het mis. Zij wenscheri het vrije woord te uiten; als zij verlangen, dat hier mededeelingen worden gedaan door Burgemeester en Wethouders, welke zij als Gemeenteraadsleden in het belang van de gemeente achten, zullen zij dit naar voren brengen. Door hun het woord te weigeren over deze zaak, heeft de Voorzitter deze zaak niet gediend. De Voorzitter geeft den heer Schüller in overweging het Reglement van Orde eens goed te bestudeeren; bij diens interpellatie zal daarover dan eens gesproken kunnen worden. Spreker is zich niet bewust, ten aanzien van de sociaal democraten andere beslissingen te geven betreffende de orde in deze vergadering, dan ten opzichte van de leden der andere fracties en evenmin is hij er zich bewust van, dat de behan deling van voorstellen van sociaal-democraten in het College langer duurt, dan die van voorstellen, welke van andere zijde komen. Zooeven vroeg nog een lid van de rechterzijde, wan neer het praeadvies op een voorstel, van die zijde gedaan, was te verwachten. De heer van Eck is er een voorstander van, dat de leden zich zoo vrij mogelijk kunnen uiten, en z. i. heeft de heer Groeneveld terecht opgemerkt, dat de Voorzitter in dat opzicht de orde wel wat streng handhaaft. Voor de rust in de ver gadering en voor het contact tusschen de leden verdient het aanbeveling, dat minder streng wordt opgetreden en dat, als de leden iets hebben op te merken in het belang van de gemeente, daarop door het College wordt geantwoord. Spreker vindt het dan ook verkeerd, dat de heer Splinter geen ant woord geeft, maar hij moet toegeven, dat de heer Schüller al te fel optrad. De heer Schüller heeft trouwens niet de opdracht van zijn fractie om in dit opzicht een lellen strijd met Burgemeester en Wethouders aan te binden. Zoo noodig zullen de sociaal-democraten dien strijd voeren er zijn genoeg strijdpunten tusschen de sociaal-democraten en het burgerlijke College maar het feit, dat zich nu heeft voor gedaan, geeft daartoe geen aanleiding. De Voorzitter doet hierop de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat en, niemand meer het woord verlangende, gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 5