26 MAANDAG 4 MAART 1929. maar het komt spreker voor, dat hij vergeten heeft, dat de gemeente hier ook een sociale taak te vervullen heeft. De overheidsbedrijven zijn niet alleen ingesteld om winst te maken, maar ook om de ingezetenen op een niet te dure wijze te voorzien van behoorlijke waar. Spreker vindt een weerspiegeling van dat idee in het standpunt van Burgemeester en Wethouders en van de commissarissen der Lichtfabrieken, dat het volkomen gerechtvaardigd is op de kleinverbruikers verlies te lijden. Z. i. kan het er ook wel af. Telt men de 51.000.— voor de muntverbruikers op, dan blijft er nog een winst van 328.000.over. Dat is voor de gemeente dan toch geen onvoordeelige zaak. Spreker had natuurlijk liever gewild, dat het voorstel een algemeene verlaging zou brengen, want aanneming hiervan beteekent, dat vooreerst een algemeene verlaging van de baan is; immers, wanneer spreker wederom zou voorstellen tot verlaging over te gaan, wordt natuurlijk gezegd, dat de prijs voor de kleine verbruikers is verlaagd in den vorm van prijsverlaging voor groote gezinnen. Dit neemt evenwel niet weg, dat het voorstel een verbetering is, waar spreker van harte vóór zal stemmen. Het is voor spreker echter een teleurstelling, dat slechts aan een gedeelte van de motie van den heer Heemskerk wordt tegemoetgekomen en dat de electriciteitsprijzen gehand haafd blijven, terwijl toch juist de electrische centrale zulk een ontzaglijke winst oplevert, die voor het volgende jaar geraamd is op meer dan millioen. Spreker weet niet, wanneer de afwachtende houding, die Burgemeester en Wethouders voorstellen aan te nemen, een einde zal nemen en of de heer Heemskerk zal pogen die te doen beëindigen. Zoo ja, dan zal spreker hem daarin gaarne steunen. Spreker heeft zich als commissaris der Gasfabriek bij dit voorstel neergelegd en meent, dat in de tegenwoordige om standigheden niet meer is te krijgen. Het eenige zou misschien nog zijn vervroeging van de inwerkingtreding. De heer Bosman heeft voornamelijk gesproken over de verlaging van den electriciteitsprijs, die op het oogenblik niet aan de orde is; wanneer die aan de orde is, zal spreker daarover gaarne een enkel woord zeggen. De heer Elkerbout zegt, dat de heer Bosman zich ongerust maakt over het feit, dat 40 der afnemers reductie krijgen. Dat zijn menschen, die tot 23 M3 verbruiken, maar dat is voor groote gezinnen van heel weinig beteekenis. Deze geheele voorgestelde regeling zal eerst voordeel opleveren bij een verbruik van meer dan 50 M3, daar men volgens het vast rechttarief 8i cent per M3 en 75 cent vastrecht betaalt, hetgeen voor 50 M31^ cent per M3 is, zoodat de eigenlijke kostprijs voor de eerste 50 M3 10 ct is. Het is dus alleen voordeelig voor wie meer dan 50 M3 verbruikt. De totale kosten van dit voorstel zijn niet van dien aard, dat het daarom terug genomen zou moeten worden. Als er één bedrijf is, dat met andere kan concurreeren, zijn het wel de Lichtfabrieken. De heer de Reede zegt, dat de heer van Eek in beant woording van de opmerkingen van den heer Bosman hem het gras voor de voeten weggemaaid heeft. De heer Bosman heeft wel wat te eenzijdig de aandacht gevestigd op de kapitalistische zijde van de Lichtfabrieken; als leverancier van gas en elec- triciteit aan de industrie zijn zij inderdaad niet anders dan ondernemingen, gericht op het maken van winst, maar bij het beoordeelen van dit tarief mag men hare sociale functie niet rustig laten voor wat zij is. Wanneer de heer Bosman dit voorstel van de baan had willen hebben, had hij het anders en beter moeten doen, n.l. door te wijzen op de niet-sociale werking van deze verlaging. Spreker is overtuigd, dat de groote gezinnen van dit voorstel weinig zullen profiteeren, maar wel onwillekeurig de beter gesitueerden, lntusscben zal spreker zich niet tegen het voorstel verzetten, omdat hij er wel iets billijks in vindt, dat zij, die meer gas gebruiken, niet al te veel winst aan het bedrijf geven. Z.i. is dit ook in overeenstemming met het idee, dat ten grondslag ligt aan de speciale tarieven voor de industrie. De opzet was om de bevolking te dienen en later, toen er nieuwe moeilijkheden kwamen door de gas- en electrische motoren, is men gaan zien, dat er een sterke winst in kon liggen om tegen speciale tarieven daarin te voorzien. De bestrijding van den heer Bosman acht spreker niet zeer gelukkig, waar deze te veel de kapitalistische zijde heeft be licht. De heer Goslinga, de gemaakte opmerkingen beantwoordend, zegt, dat de heer Heemskerk naast zijn dank aan Burge meester en Wethouders toch nog enkele bezwaren had, speciaal tegen den datum van ingang. Spreker wil er de aan dacht op vestigen van den heer Heemskerk en ook die van den heer van Eek, dat de motie-Heemskerk niet door den Raad is aangenomen, maar in handen is gesteld van Burge meester en Wethouders om praeadvies. Toen Burgemeester en Wethouders de zaak bekeken, zaten zij niet met een uit spraak van den Raad. Alvorens de Raad zich uitsprak, wilde hij voorlichting van Burgemeester en Wethouders. Spreker wijst er voorts op, dat er ten aanzien van het gas ook nog iets gebeurt, wat niet in den Raad komt, nl. de regeling met de industrie en deelt mede, dat de commissarissen van de Lichtfabrieken eerst in December een verlaging van gastarieven voor de industrie hebben aangenomen, wat ge- wenscht was met het oog op de concurrentiemogelijkheid van de industrie en de afname van het gas. De commissarissen zijn toen gekomen met het voorstel-Heemskerk, terwijl er tevens een verlaging is behandeld van de electriciteitstarieven voor de industrie. Al deze verlagingen tasten het winstcijfer aan. De ver wachting is wel, dat door den lageren prijs het verbruik zal toenemen, waardoor het verlies zal worden ingehaald, maar daar moet toch eerst eenigen tijd overheen gaan. Waar nu de uitvoering van het voorstel een bedrag van ƒ41.000.zal vergen, acht spreker het begrijpelijk, dat Burgemeester en Wethouders de verlaging eerst wilden laten ingaan op 1 Juli om het te verwachten verlies meer gelijkmatig over het jaar te verdeelen. Wanneer het vroeger was ingegaan, zou het de cijfers van dit jaar heviger hebben aangetast. Bovendien is de gasfabriek door den strengen en lang- durigen vorst genoodzaakt om een groote hoeveelheid gaskolen per spoor te laten aanvoeren, hetgeen zeer beduidende on kosten met zich brengt, zoodat spreker onder deze omstandig heden in geen geval te vinden is voor een vroegere inwerking treding dan met 1 Juli. Spreker is meegegaan met het voorstel van de gascommissie, om de verlaging te doen ingaan bij een verbruik van 50 M3, maar onder het uitdrukkelijk beding, dat de verlaging niet vóór 1 Juli zou ingaan. Nu zegt de heer Heemskerk, ten aanzien van den electriciteits prijs, dat de menschen aan die verlaging van den prijs voor etalageverlichting niets hebben. Daarop had het College ook heelemaal niet het oog. Door de tariefsverlagingen voor industrie en kleingebruikers worden reeds zulke aanslagen op de winsten van de Lichtfabrieken gedaan, dat het College op dit oogenblik geen verlaging van den electriciteitsprijs voor woonhuisgebruik wilde voorstellen, omdat bij de electriciteit, in tegenstelling met het gas, reeds een woonhuistarief bestaat, waardoor ook de grootgebruiker electriciteit kan betrekken voor den geringen prijs van 5 cent per K.W.l). Dat was bij het gas niet en daarom wordt voor het gas een nieuw tarief ingevoerd. Een ander motief, waarom de Directie der Lichtfabrieken con amore deze verlaging van den gasprijs heeft voorgesteld, was, dat over 1928 vergeleken met 1927 het gasverbruik met slechts was toegenomen, terwijl de bevolking in het gebied, dat door Leiden van gas voorzien wordt, met meer dan toege nomen is. Hierbij is buiten beschouwing gelaten 1 millioen M3, die aan Wassenaar geleverd zijn vanaf 27 Februari 1928, toen volgens een nieuw contract van 1927 met de levering aan die gemeente begonnen is. De gasafname is dus achter uitgegaan, hetgeen beteekent, dat de tarieven hun aantrekkings kracht op het publiek hebben verloren en dat het gas verloren heeft zijn Konkurrenzfahigkeit met andere brandstoffen, zooals petroleum en eierkolen. Deze nieuwe tarieven hebben dus niet de tendenz, die de heer Bosman er ten onrechte in schijnt te zien, n.l. om het aantal verbruikers, waarop de gemeente geld toelegt, te vergrootendat getal wordt met geen enkelen vergroot, maar zij hebben de strekking om het verbruiik per aansluiting te doen toenemen, teneinde weer nieuwe expansie mogelijkheden voor de gasfabriek te openen. Het tarief, dat nu wordt voorgesteld, 3.50 vastrecht en 5 cent per M3, biedt weer nieuwe kansen en daarmede kan het gas opnieuw de concurrentie met andere verwarmingsmiddelen aangaan. Daar om hoopt de Directie, dat het door deze tariefsverlaging ver oorzaakte nominale verlies na 1 of 2 jaar zal worden ingehaald; eerst dan is de tijd aangebroken om ook eens te denken over verlaging van het woonhuistarief voor electriciteit. Waar deze zaak zoo nauw verband houdt met de financiën der gemeente, denkt spreker wel, dat de Raad het op prijs zal stellen, dat het College hierbij uiterst voorzichtig te werk gaat en dat men ook tegenover de industrie een royaal stand punt inneemt om haar concurrentiemogelijkheid te vergemak kelijken. Tegenover den heer Bosman, die de vraag stelde, welke fabrikant aan 40 van zijn afnemers beneden kostprijs zou leveren, voert spreker aan, dat een monopolistisch bedrijf wel degelijk aan een groot deel der afnemers waar moet leveren zonder er aan te verdienen. Ook de Rotterdamsche tram ver diende, toen zij nog een particuliere maatschappij was, niet aan eiken passagier, maar zij moest wagens laten loopen krachtens haar concessie. Ook de Leidsche Duinwatermaat schappij verdient niet aan eiken afnemer, maar in de concessie voorwaarden staat, dat zij elk perceel moet aansluiten, ook al woont er misschien een juffrouw, die maar één emmer per week gebruikt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 8