22 MAANDAG 4 MAART 1929. moeten worden ingericht. Spreker vertrouwt, dat de Wethouder een de meerderheid bevredigend antwoord zal kunnen geven, al zal het de heeren misschien niet bevredigen. De heer Splinter had niet gedacht, dat er over deze ver huring zulk een langdurige discussie zou plaats hebben. Dat de gemeente de perceelen Rapenburg 12 en 14 voor zulk een lagen prijs kon huren, is een gevolg van het feit, dat deze perceelen zijn van de Waalsche Gemeente, dus niet van een particulier. Verder moesten toch enkele onderhoudswerken ge beuren, die voor rekening kwamen van de Waalsche Gemeente, hetgeen men overeenkwam in de huur te verdisconteeren door den huurprijs te bepalen op 25U0.per jaar; het Rijk be taalde 3000.per jaar. De heer Sijtsma vond, evenals de heer Kooistra, een prijs van 76.per week of 330.per maand voor perceel Breestraat 125 te veel en wees o.a. op een perceel in het Noordeinde. Dat huis is echter te klein voor de afdeeling Gemeentewerken en bovendien vraagt de eigenaar daarvoor ƒ4000.huur per jaar 1 Er zou behalve de noodige veranderingen nog een teekenkamer bijgebouwd moeten worden voor 6500.hetgeen zou neerkomen op een huurprijs van 7000.— per jaar. Spreker was dus zeer ingenomen, toen hij het huis Breestraat, dat eerst uitsluitend te koop was, kon huren voor ƒ330.per maand. Dit perceel is uitstekend ge schikt voor Gemeentewerken; alleen moet er behangen en geverfd worden, een gasleiding worden aangelegd, omdat men op de teekenkamer geen kachelverwarming kan hebben. Nu zegt de heer Kooistra, dat de huur aangegaan wordt op ongunstige voorwaarden, maar dat is meer theorie dan practijk. De erven Driessen vragen voor dat huis zulk een som, dat zij die volgens sprekers meening wel nooit zullen krijgen. Voor alle zekerheid heeft spreker echter de voorwaarde er aan verbonden, dat, wanneer er een ernstige gegadigde is, de gemeente het eerst in de gelegenheid wordt gesteld om het te koopen. Het gaat dus niet zoo, dat de erven- Driessen kunnen zeggener is een bod voor het huis van een zeker bedrag, wilt gij het hebben ja dan neen. Zij zullen moeten aantoonen, dat er inderdaad iemand is, die dit perceel wil koopen en dan kan de gemeente zoo noodig van haar recht gebruik maken. In antwoord op den heer Baart, of de gemeente het huis vroeger heeft kunnen koopen voor f 60.000.en er nu 90.000.voor wordt gevraagd, antwoordt spreker, dat het gemeentebestuur nooit eenige poging heeft gedaan om het pand te koopen. Alleen kan spreker mededeelen, dat naar hem persoonlijk bekend was de erven-Driessen een half jaar geleden 90.000.vroegen. Spreker gelooft dan ook, dat de heer Baart verkeerd moet zijn ingelicht. De heer Schüller heeft de opmerking gemaakt: in den brand uit den brand. Spreker meent duidelijk te hebben gemaakt, dat hiervan geen sprake is. Z.i. hebben de erven-Driessen de gemeente op zeer billijke wijze behandeld. Naar aanleiding van de opmerkingen over „Amicitia" deelt spreker mede, dat het huis naast het Höpital Wallon reeds was verkocht. In het Hopital Wallon was geen ruimte om dien dienst, die groote vertrekken noodig heeft, onder te brengen. Betreffende den post van 50.000.deelt spreker mede, dat Burgemeester en Wethouders dadelijk ter hand hebben moeten nemen de verschillende noodige werkzaamheden, om de bureaux in orde te brengen. Dat werk kan niet aanbesteed worden; Burgemeester en Wethouders hebben het in goed vertrouwen moeten opdragen. In dien post is ook begrepen de aanschaffing van het benoodigde meubilair. Spreker denkt dan ook wel, dat het bedrag hard noodig zal zijn om de ver schillende diensten onder dak te brengen. De Voorzitter deelt nog mede, dat voor den Burgerlijken Stand op het oogenblik meer ruimte noodig is dan in normale omstandigheden, wegens de bewerking van de gegevens der volkstelling. De heer Gosunga zegt, dat het onmogelijk is den post van 50.000.te kunnen specificeeren. O. a. zullen er uit moeten worden betaaldkantoor- en schrijfmachines, kantoor installaties, papier enz. Burgemeester en Wethouders en de diensten hebben het te druk met het weer op gang brengen van de zaken dan dat zij nauwkeurige specificaties van de kosten kunnen opmaken en overleggen. Dat beteekent niet, dat er maar raak gekocht en besteld wordt, maar het is onmogelijk om thans reeds ook maar een globaal over zicht te geven van hetgeen het tamelijk weer opgang brengen van de gemeentelijke machine kost. Het College is er natuur lijk op uit dit zoo zuinig en doeltreffend mogelijk te doen, maar het is te veel gevergd om daarvan op het oogenblik een specificatie te vragen. De ambtenaren zouden hun tijd al heel slecht gebruiken, indien spreker hen dat liet uitrekenen, terwijl alles zoo ontzettend hard noodig is om alle diensten weer op gang te brengen. De heer Schüller zegt, dat er blijkbaar een misverstand bestaat. De sociaal-democraten maken geen bezwaar tegen het voteeren van ƒ50.000.—, omdat zij dat te veel vinden; het is best mogelijk, dat het nog te weinig blijkt te zijn, maar zij vragen alleen eenige specificatie. Volgens den Wet houder van Fabricage moest dat zonder meer opgedragen worden aan verschillende aannemers, in het volste vertrouwen, maar voorheen kreeg de Raad bij kleine werkjes altijd een opgave van de vermoedelijke kosten. Het wil er bij spreker niet in, dat bij de verbouwing van het huis van de erven Driessen geen raming gemaakt kon worden van de vermoede lijke kosten. Spreker begrijpt, dat men geen bepaald bedrag kan noemen voor de aanschaffing van machines, boeken of papier, maar men kan toch wel een raming van de kosten van die herstellingen laten maken door de Directie van Gemeentewerken. Geen enkele van sprekers partijgenooten heeft er met een woord van gerept, dat ƒ50.000.— te hoog was; de heer Spendel had dus beter moeten luisteren. De heer Kooistra zegt, dat volgens den Wethouder die be palingen van de huurovereenkomst alleen theorie zijn. Maar men heeft zoo weinig aan theorie, wanneer het in de practijk verkeerd uitkomt. Nu is het nog theorie, maar als er later conflicten komen, dan dragen de Raadsleden de verantwoorde lijkheid voor dit besluit en dan is het theorie en practijk. Door deze overeenkomst aan te gaan kan de gemeente ver plicht worden later den koop van dit huis te aanvaarden en dat is gevaarlijk. Dan gaat de Wethouder er uit, wordt er nu gezegd, maar dan is de gemeente het geld kwijt. Gesteld dat over vier maanden iemand een enormen prijs biedt, dan zit de gemeente er aan vast en daarom is het beter dit in de overeenkomst vast te leggen. De Raad heeft wel eens meer met zulke dingen te maken gehad en daarmede moet men ernstig rekening houden. Wanneer er bepaald is, dat er een bepaalde norm moet zijn om het te kunnen koopen, dan moetende erven Driessen, naar het spreker voorkomt, het pand ook afstaan, als de ge meente het voor dien prijs wil koopen. Gaarne zou spreker een dergelijke overeenkomst hebben gezien. Spreker wil echter ernstig waarschuwen voor de conflicten, die uit de voorge stelde regeling kunnen voortkomen. De heer Baart meent er niet zoover naast te zijn geweest toen hij bevestiging vroeg van de mededeeling, dat het huis vroeger voor ƒ60.000.was aangeboden, terwijl er thans 90.000.— voor wordt gevraagd. De Wethouder gaf toe, al zeide hij het als particulier persoon te hebben vernomen, dat er ƒ90.000.voor gevraagd wordt. Men ontziet zich van die zijde dus niet om een buitengewoon hoog bedrag te vragen. Dit een interruptie van den heer Huurman heeft spreker opgemaakt, dat er eerder zelfs 95.000.voor is gevraagd. Spreker acht het dan ook niet onmogelijk, als er een bod komt van f 75.000.dat de erven Driessen er op zouden ingaan en vraagt, of het geld, dat de gemeente er op het oogenblik aan besteedt, dan weggegooid is. Naar spreker bekend is zijn er pogingen gedaan om van de gemeente 90.000.— los te krijgen en hij wil zich dan ook volkomen aansluiten bij de waarschuwing van den heer Kooistra om zeer voorzichtig te zijn, daar de gemeente door het nemen van een dergelijken maatregel wel eens genoopt zou kunnen worden dingen te doen, die zij niet had gedaan, als ze er niet verplicht toe was geweest. De heer Wilbrink is van oordeel, dat de fractie der S.D.A.P. dezen middag wel zeer uitvoerig is in haar waarschuwingen. De heer Schüller heeft gesproken namens de fractie, maar spreker heeft die mededeeling niet van de heeren Kooistra en Baart gehoord. Spreker acht het duidelijk gebleken, dat het pand aan de Breestraat niet anders te koop is dan voor een buitengewoon hoogen prijs, terwijl de gemeente het in verband met dien gevraagdert koopprijs zeer billijk kan huren. De heeren van de overzijde gaan nu allerlei bezwaren opwerpen en spreken over allerlei mogelijkheden. Het komt spreker voor alsof zij zouden willen uitlokken, dat er iemand van buiten komt om het de gemeente moeilijk te maken. De eene gpreker van de fractie der S.D.A.P. zegt: zoo'n pand in de Breestraat is zeer in trek voor verschillende doeleinden. Een ander zegt: maar dat gebouw kan je zóó niet verkoopen. Spreker vraagt zich af wat men met deze adviezen moet doen en waar hij aan den eenen kant de beschuldiging ver neemt, dat men onverantwoordelijk handelt door op dat advies in te gaan, terwijl van dezelfde fractie iemand anders, namens de fractie verklaart: daar behoeft men zich niet bezorgd over te maken, daar concludeert spreker, dat de S.D.A.P. de ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 4