MAANDAG 4 MAART 1929.
21
adviseerde thans tot verlaging en daaruit blijkt, dat de huur-
prijs te hoog was. In elk geval hoopt spreker, dat in het
vervolg de huurprijzen niet op deze wijze, maar door des
kundigen zullen worden vastgesteld.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
III. Voorstel:
a. tot het huren van de perceelen Rapenburg 12 en 14 en
Papenstraat 13/15, van de Commissie belast met de
liquidatie van het Höpital Wallon;
b. tot overname van het Rijk van de nog loopende huur
overeenkomst van de sub a genoemde perceelen;
c. tot het huren van perceel Breestraat 125, van de erven
van Mevr. de Wed. L. Driessenvon Forckenbeck;
d. tot het huren van eenige lokalen op de eerste verdieping
van het Sociëteitsgebouw »Amicitia" aan de Breestraat;
e. tot beschikbaarstelling van een bedrag voor het treffen
van voorzieningen, in verband met den brand van het
Raadhuis.
(Zie Ing. St. No. 28).
De heer Kooistra zegt, dat de perceelen Rapenburg 12 en
14, die naar aanleiding van den brand in het Stadhuis voor
den Secretaris, voor het College en voor verschillende hoofd
ambtenaren in gereedheid gebracht worden, volgens dit voor
stel gehuurd zullen worden voor 48.per week. Deze huur
is in verband met de noodzakelijke verbouwingen in die per
ceelen niet te hoog, maar het staat anders met perceel Bree
straat 125 van de erven van Mevr. Driessen, waarvoor betaald
zal moeten worden 330.per maand. Volgens de stukken
bedraagt de huurprijs f 330.per maand, wat neerkomt op
76.per week. Er zal nog heel wat in het gebouw ver
anderd moeten worden, wat belangrijke kosten met zich zal
brengen. Het komt spreker dan ook voor, dat de huur van
het perceel wel wat hoog is.
Spreker wil echter wijzen op de z.i. gevaarlijke passage in
de huurovereenkomst, dat de verhuurster het recht heeft te
verkoopen, in welk geval de huurder het recht heeft te koopen,
die dan een prijs zal moeten geven, dien een derde daarvoor
biedt. Spreker vreest, dat de gemeente daardoor wel eens
genoodzaakt kon worden het perceel te koopen voor een
grooter bedrag, dan zij er aanvankelijk voor zou willen geven.
Spreker zou het veel beter gevonden hebben, dat in de huur
overeenkomst de bepaling was opgenomen, dat de huurster
het perceel kon koopen tegen een bepaalden prijs, bij het
aangaan van de huurovereenkomst bepaald. Bovendien, als
de gemeente het perceel zal moeten verlaten, zal zij, volgens
de huurovereenkomst, het weer in den ouden toestand moeten
opleveren, wat noodzakelijke kosten met zich zal brengen,
terwijl het geld voor de verbouwing ook weg zou zijn. Om
er niet al te veel schade van te ondervinden zou de gemeente
dan eigenlijk verplicht zijn het pand te koopen.
Den stand van de Breestraat in aanmerking genomen acht
spreker het mogelijk, dat er ieder oogenblik iemand kan komen,
die er een bijzonder hoog bedrag voor wil bieden. De ge
meente zou het pand dan moeten verlaten met de noodige
kosten of er een bijzonder hoog bedrag voor moeten geven.
Gaarne zou spreker worden ingelicht, waarom Burgemeester
en Wethouders zijn gekomen tot het huren van dit perceel.
Van „Amicitia" zullen twee groote lokalen en een klein
lokaal worden gebruikt, maar spreker zou in dit verband de
aandacht willen vestigen op perceel Rapenburg 16, van
Prof. Zaayer.
De heer Splinter zegt, dat dit verkocht is.
De heer Kooistra acht het wenschelijk den dienst uit
«Amicitia" ergens anders onder te brengen.
De heer Schüller zegt, dat de verklaring van den heer
van Eek in de vergadering van 12 Februari, dat Burgemeester
en Wethouders op den steun van de sociaal-democratische
fractie konden rekenen om zoo spoedig mogelijk te komen
tot een behoorlijk loopen van de gemeentelijke huishouding,
niet beteekent, dat deze fractie zich zonder nadere toelichting
van het College met dit voorstel kan vereenigen. Volgens de
sociaal-democr.atische fractie is de toelichting van het College
op dit voorstel tot het beschikbaar stellen van 50.000.— wel
wat sober en daarom zou zij gaarne een nadere uiteenzetting
vernemen van hetgeen voor dat bedrag tot stand zal komen.
Het zou wel goed zijn geweest, indien het College in de officiëele
stukken eens specificeerde de verschillende veranderingen,
die in de inrichting van deze huizen moeten worden aan
gebracht; dat kan natuurlijk niet op «tientallen guldens toe,
maar spreker wenscht toch een globaal overzicht, ook van de
kosten daarvan. Als deze woningen verlaten moeten worden,
wat moet dan weggedaan worden en wat kan dan blijven
dienen?
Spreker vestigt ook de aandacht op den huurprijs. Spreker
heeft zoo het gevoel, dat, nu de gemeente in den brand zit,
een andere firma uit den brand is, n.l. door het verhuren van
een woning, die in Leiden nu eenmaal zeer slecht verhuurd
of verkocht kon worden. Spreker meent met zijn fractie-
genooten, dat de welwillendheid van de erven Driessen toch
in een eigenaardig licht komt te staan, waar zij een dergelijke
oude woning, waarin niet eens electrisch licht is en waaraan
de gemeente nog veel ten koste moet leggen, verhuren voor
f 76.per week. Spreker verzoekt namens zijn fractie een
nadere uiteenzetting van Burgemeester en Wethouders, ten
einde daarnaar zijn stem te kunnen bepalen.
De heer Sijtsma kan zich tot zekere hoogte aansluiten bij
den heer Kooistra. De gemeente moet nu noodgedwongen
hier en daar een huis koopen of huren, wat anders niet
noodig zou zijn geweest. Aan den eenen kant worden door het
Hópital Wallon en door Amicitia heel coulante huren ge
vraagd en de Nederlandsche Bank komt de gemeente ook welwil
lend tegemoet, maar aan den anderen kant zijn er eigenaren van
panden, die van de gemeente schijnen te willen halen wat
er te halen valt. Dat getuigt vooral in een omstandigheid als
nu van weinig burgerzin.
De huur van het perceel Breestraat in verband met de daaraan
verbonden voorwaarden acht spreker te hoog. Daarom vraagt
spreker, of er geen andere bruikbare lokaliteiten te vinden
waren? Er zijn meer woningen in Leiden; spreker heeft
o.a. een doelmatig gebouw op het Noordeinde gezien. Ware
dat te huren geweest, dan vermeed men den hoogen
huurprijs, die nu gevraagd wordt en die is te hoog, omdat
zulke huizen tegenwoordig toch niet verhuurd kunnen worden.
Het doet spreker ook onaangenaam aan, dat men van den
nood hier gebruik wil maken. Gaarne zou spreker vernemen,
of Burgemeester en Wethouders niet in de gelegenheid zijn
geweest om andere, goedkoopere en even doelmatige lokalen
te vinden.
De heer Baart zegt niet van plan te zijn geweest het woord
te voeren, omdat het in de fractie der S. D. A.P. niet de
gewoonte is, dat meerdere sprekers over hetzelfde onderwerp
het woord voeren, maar spreker ziet zich daartoe genoopt
naar aanleiding van de woorden van Wethouder Splinter,
als zou de heer Schiiller een verdachtmaking hebben geuit,
toen hij zeide, dat er getracht wordt van de gemeente te
halen wat er van te halen is. Spreker vraagt, of het juist
is, dat de erven van Mevr. de Wed. Driessen het pand eenigen
tijd geleden aan de gemeente hebben willen verkoopen voor
60.000.en dat zij, nu de gemeente het noodig heeft, een
poging hebben gewaagd het te verkoopen voor ƒ90.000.
Als dit waar zou zijn, zou spreker de erven hartelijk moeten
danken voor de wijze, waarop zij hun liefde voor de gemeente
toonen.
De heer Spendel ziet in de heeren aan de overzijde slechte
rekenmeesters. Men zit wat te theoretiseeren en houdt geen
rekening met allerlei omstandigheden. Wanneer het huis
inderdaad voor ƒ60.000.is aangeboden en men rekent een
huuropbrengst met onderhoud enz. op 7 dan komt men
tot 4200.per jaar. De prijs, dien de gemeente betaalt,
lijkt spreker dan niet te hoog.
Spreker acht zich niet geroepen de erven Driessen in be
scherming te nemen, maar wil er wel op wijzen, dat men de
omstandigheden in acht moet nemen en alleen moet nagaan
of de prijs te hoog of te laag is.
Natuurlijk zullen er in het huis allerlei veranderingen
moeten worden aangebracht en het ligt volgens spreker ook
voor de hand, dat de gemeente het noodig heeft, want het is
een huis, waarin verschillende belangrijke diensten kunnen
worden ondergebracht, die men niet op verschillende punten
van de stad kan onderbrengen. Die diensten hooren bij elkaar,
want het heen en weer loopen zou nog veel grooter kosten
met zich meebrengen. Burgemeester en Wethouders hebben
getracht beslag te leggen op een pand, waar die verschillende
diensten in kunnen worden ondergebracht.
Spreker vindt het wel erg gemakkelijk overal critiek op
uit te oefenen, maar heeft nog nooit Burgemeester en Wet
houders over hun handelingen van den laatsten tijd, die geen
uitstel duldden, hooren prijzen. De heeren kunnen gemakkelijk
critiek oefenen, maar in den laatsten tijd is ontzaglijk veel
van het College geëischt. Nu wordt er gezegddat ontkennen
wij niet, maar niemand prijst het College eens om zijn voort
varendheid, al wordt er niet om gevraagd. Het is logisch, dat
er in een ouderwets ingericht huis gebroken moet worden,
indien er een belangrijke dienst in gevestigd moet worden.
Het is onmogelijk om precies te zeggen waaraan die 50.000.
besteed zullen worden; dat kan niet per aanbesteding gaan,
omdat men op het oogenblik moet besluiten hoe die huizen