Ch. van Spall. 22 duid. De N.V. verklaarde met een en ander accoord te gaan. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, in over weging A. te verklaren, dat de strook water van den Maresingel, ter grootte van 66 M2., deel uitmakende van het perceel kad. bekend gemeente Leiden Sectie A No. 1228, op de hierbij overgelegde teekeningin roode arceering aangegeven, niet mier voor den openbaren dienst is bestemd; B. aan de N.V. Sajetfabrieken P. Clos en Leembruggen te Leiden tegen den prijs van 5.per M2. te verkoopen 1. de sub A genoemde strook water, 2. het perceel water kad. bekend gemeente Leiden Sectie A No. 1227, groot 79 M2., zulks onder voorwaarde: a. dat langs de te verkoopen strook water aan den Mare singel op kosten van de koopster eene schoeiing wordt ge maakt van een nader door Burgemeester en Wethouders goed te keuren constructie, terwijl vóór die schoeiing eene waterdiepte van ten minste 0.50 M. moet worden gehouden, gaande verder onder regelmatige helling naar de vaargeul; b. dat de koopakte zal worden opgemaakt door een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen notaris. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. M°. 30. Leiden, 25 Februari 1929. Het bestuur van de Gereformeerde Schoolvereeniging alhier, verzoekt bij zijn om pr&eadvies in onze handen ge steld adres de noodige gelden beschikbaar te stellen voor de aanschaffing van schoolmeübelen, leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de school voor gewoon lager onderwijs aan de Stadhouderslaan, alsmede voor het inrichten van het natuurkunde- en teekenlokaal dier school tot klasselokaal, een en ander in verband met de toeneming van het aantal leerlingen en de als gevolg daarvan noodig geworden split sing van klassen. Aangezien het schoolbestuur bij zijne aanvrage de wette lijke voorschriften in acht genomen heeft, geven wij U, met verwijzing naar het advies van de Commissie voor het Onder wijs, in overweging: a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de Ge reformeerde Schoolvereeniging alhier, tot de aanschaffing van schoolmeübelen, leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de school voor gewoon lager onderwijs aan de Stadhou derslaan, alsmede tot het inrichten van het natuurkunde- en teekenlokaal dier school tot klasselokaal b. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overge- legden begrootiugsstaat, model D, groot 1140.teneinde ons College in staat te stellen te zijner tijd de benoodigde gelden aan het schoolbestuur te kunnen afdragen. Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven", waarvan het bedrag van 1.140.zal moeten worden afgeschreven, is thans nog 40.765beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 31. Leiden, 25 Februari 1929. Het in Uwe Vergadering van 21 Januari j. 1. in handen van ons College gestelde adres van K. Vonk in zake de wijze van optreden van deD Directeur van den Gemeen telijken Dienst voor Sociale Zaken, behoort o. i. voor ken nisgeving te worden aangenomen. Wij geven U mitsdien in overweging daartoe te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 32. Leiden, 25 Februari 1929. Bij haar hieronder afgedrukt adres verzoekt de N. V. „De Leidsche Duinwater-Maatschappij" aan Uwe Vergade ring, goedkeuring te hechten aan een wijziging van de statuten, als in het door haaf overgelegde exemplaar is aangegeven. Met de voorgenomen aanvullingen en veranderingen, waarbij rekening werd gehouden met door ons College vroeger geuite wenschen men zie het medegedeelde in ons voorstel van 3 Mei 1927 (Ingek. Stukken No. 94) kunnen zoowel de Commissaris der gemeente bij de Maat schappij als ons C ollege zich vereenigen. Slechts op een enkel punt geeft ons College met den Commissaris de voor keur aan een andere redactie. In plaats van „het aangaan van rechtsgedingen", hetgeen voorgesteld wordt in den vervolge aan de goedkeuring van den Baad van Commis sarissen te onderwerpen, zouden wij n.l. willen lezen „het voeren van procedures", welke laatste uitdrukking beterde bedoeling van de toevoeging doet uitkomen. Vermits de Maatschappij verklaard heeft hiermede accoord te gaan, geven wij Uwe Vergadering in overweging toestem ming te verleenen tot wijziging van de statuten der N. V. „De Leidsche Duinwater-Maatschappij" volgens het bij haar verzoek overgelegd en in de Leeskamer ter visie gelegd ontwerp, met dien verstande, dat voor „het aangaan van rechtsgedingen", in artikel 7 (nieuw) wordt gelezen „het voeren van procedures". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Ingevolge art. 18 der Concessie aan~ onze Maatschappij verleend en ter voldoening aan art. 15 harer Statuten, heb ben wij de eer Uwen Baad ter goedkeuring aan te bieden een ontwerp van de wijzigingen, die wij in onze Statuten zouden willen aanbrengen. Deze wijzigingen hebben ten doel te voldoen aan de nieuwe wettelijke voorschriften, terwijl van deze gelegen heid is gebruikt gemaakt enkele bepalingen meer in overeen stemming te brengen met de thans bestaande verhoudingen. Aangezien deze Statuten in een vóór 1 April a.s te houden Algemeene Vergadering van aandeelhouders moeten zijn aangenomen, om ook onder de nieuwe wet op de Naamlooze Vennootschappen geldig te zijn, zouden wij een spoedige behandeling door Uwen Baad op prijs stellen. De Leidsche Duinwater-Maatschappij. Leiden, 31 Januari 1929. N°. 33. Leiden, 25 Februari 1929. In Uwe Vergadering van 21 December j.l. werd om prae- advies in onze handen gesteld het hieronder afgedrukte voorstel van de heeren Huurman, Wilmer en Wilbrink, om de gemeentelijke inkomstenbelasting zoodanig te herzien, dat de druk op de minst draagkrachtige gezinnen wordt verlicht. Naar onze meening zou aan de bedoeling van dit voorstel het best kunnen worden voldaan, door de volgende wijzigingen in de verordening op de heffing der plaatselijke belasting naar het inkomen aan te brengen: a. verhooging van het bedrag van het zuiver inkomen, waarbij men belastingplichtig wordt. Art. 3 der thans geldende verordening bepaalt dit inkomen voor ongehuwden op 700.en voor gehuwden en daarmede gelijk gestelden op 800.Laatstgenoemde som ware te stellen op 900. b. verhooging van het bedrag van het belastbaar inkomen, waarbij ingevolge art. 6 van de heffingsverordening de heffing aanvangt, van 50.tot 100. c. verhooging van den kinderaftrek in dien zin, dat deze aftrek, thans ƒ.100.per kind bedragende, als volgt wordt geregeld aftrek voor 1 kind100. 2 kinderen225.— elk volgend kind150. Deze wijzigingen, in vereeniging toegepast, zullen, gelijk uit den in de Leeskamer ter visie liggenden staat van de verschuldigde belasting volgens de bestaande en volgens de voorgestelde regeling blijkt, in niet onbelangrijke mate den belastingdruk op de minst draagkrachtige gezinnen ver minderen. Komen zij tot stand, dan kan zelfs worden aan genomen, dat het grootste gedeelte van bedoelde categorie van gezinnen geen belasting meer aan de gemeente betaalt. Immers is ook in het oog te houden, dat de schoolgeldheffing L. O. aanvangt bij een inkomen van 1000.- na toepassing van den kinderaftrek bedoeld in art. 38 van de Wet op de Inkomstenbelasting 1914, en dat met ingang van 1 Januari

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 2