206 DONDERDAG 20 DECEMBER 1928.
Dat men nooit nieuwe bezwaren kan vinden, is een bewijs,
dat het zoo slecht niet gaat. De verhoogde opcenten op de
vermogensbelasting zouden opbrengen nominaal 32.000.—
dat is volgens een inzender in het Leidsche Dagblad 25.
de man, maar het werkt progressief. Het is heusch niet uit
liefde voor de hoogst aangeslagenen, dat spreker dit voorstel
van den heer van Eek bestrijdt. Bovendien heeft de heer
van Eek in- en uitgepraat, maar hij heeft ook voer het
eerst toegegeven, dat er een gegronde vrees voor belasting-
vlucht is en dat dat argument niet ongeoorloofd is. Hij heeft
andere argumenten daartegen, maar geeft toe, dat het argu
ment gegrond is, een verklaring, waarvan spreker acte ge
nomen heeft. Wanneer twee der hoogst aangeslagenen de
stad zouden verlaten, is al het voordeel van deze 50 opcenten
al weg; dan is men niet alleen de belasting, maar ook de
opcenten kwijt. Het College bestrijdt, dat men het belang
van de groote massa niet in acht neemt en dat die opbrengen
moet hetgeen anderen zouden moeten opbrengen. Nu kan
de heer van Stralen spreken over de belangen van de arbei
ders, ook van de katholieke en de christelijke, maar dat is
niet zoo; spreker werkt veel meer in het belang van de
arbeiders, middenstanders en der ambtenaren, door de stad
bewoonbaar te houden, dan de heeren, die door hun belas
tingvoorstellen de stad onbewoonbaar zouden maken juist
voor den kleinen man. De groote man heeft er lak aan; die
neemt een auto en gaat op Wassenaar wonen. Nu zegt de
heer van Eek: dan moet je gaan annexeeren. Dat kan men
zoo maar niet doen; daaraan moeten Gedeputeerde Staten
en de Staten-Generaal meewerken. En gesteld, dat men met veel
moeite üegstgeest annexeert, dan blijft nog Wassenaar over;
ten slotte zou men den Haag moeten gaan annexeeren. In
een stad als Leiden, die niet veel aantrekkelijkheden biedt,
moet men met belastingverhooging uitermate voorzichtig zijn,
door de hoogst aangeslagenen te ontzien, ter wille van degenen,
die niet weg kunnen.
Als al die voorstellen werden aangenomen en de heer
Kooistra verklaart, dat het bloedige ernst is en dat hij, als
hij aan het bewind komt, ze morgen allemaal zal uitvoeren,
zou de belasting verhoogd moeten worden met 25 behalve
nog de progressie; dan zou de factor moeten worden verhoogd
tot 1.13. Dat is eenvoudig niet te doen.
Terecht heeft de heer de Reede die voorstellen gequalificeerd
als destructief. Wanneer de heer van Stralen de Christelijke
arbeiders opwekt om die voorstellen te steunen, dan zegt
spreker, dat de Christelijke arbeiders hun plicht doen tegenover
de arbeiders, wanneer zij den moed hebben om tegen die
voorstellen op te komen, want zij houden daardoor Leiden
bewoonbaar voor de arbeiders, die niet in Wassenaar en
Oegstgeest kunnen gaan wonen. In het stelsel van de S. 1). A. P.
zouden da arbeiders tenslotte gevild worden. Het is dan ook
zeer in het belang van de arbeiders, wanneer die heeren niet
aan het bewind komen. Sprekers argumenten berusten op
cijfers en daar kunnen de heeren niet tegen op. In het
nieuwe jaar moeten zij maar eens aan het nacijferen gaan;
dan zullen zij zien, dat hun voorstellen onze stad onbewoonbaar
maken. Men zou, met de haven (het wetsontwerp—de Geer)
in het zicht, onze financiën ontredderen. Wanneer de heeren
op een dergelijk programma Wethouders willen leveren, zullen
hier echter tenminste 17 sociaal-democraten moeten zitten,
want geen enkele andere partij zal dergelijke destructieve
voorstellen kunnen aanvaarden. Maar zoodra de heeren zelf
wethouder zijn geworden, worden zij gewoon liberaal; men
ziet het aan den heer de Zeeuw te Rotterdam
De heer van Eek heeft de bedrijfswinsten ontzaglijk genoemd
en ook wankel, en daarom wil hij er maar voor een deel
afstand van doen. Dat is spreker volkomen onbegrijpelijk.
Wanneer spreker timmerman is en tegelijk makelaar in huizen,
welke laatste functie hem wisselvallige inkomsten verschaft,
dan scheidt hij er om die reden toch niet mee uit; in voor-
deelige jaren legt hij dan wat op zijde voor die jaren, dat
het makelaarschap eens wat minder oplevert. De logica van
den heer van Eek groeit blijkbaar alleen op den bodem van
de S. D. A. P. Het is ook niet waar, dat die bedrijfswinsten
wankel zijn. Wanneer de menschen gaan wonen te Wassenaar,
Oegstgeest of Katwijk, verliezen wij hen wel als belasting
betaler, maar wij behouden hen als klant van het bedrijf.
Door een staking of door een oorlog, waardoor de kolen-
prijzen stijgen, is het mogelijk, dat zij door een catastrophe
zullen worden bedreigd; tenslotte is op dit ondermaansche
niets zeker. Nu zegt een lid: dan kan men de tarieven niet
verhoogen. Spreker zou niet weten waarom niet. Bovendien
zal dan het grootste gedeelte der tarieven automatisch ver
hoogd worden door de kolenclausule en de oorlog heeft
bewezen, dat dit heel goed gezien was, want die kojenclausule
heeft Leiden voor enorme verliezen behoed, in tegenstelling
met de provinciale bedrijven in Noord-Holland en Friesland.
De prijzen zullen dus dan ook voor particulieren omhoog
moeten. Toen spreker hier kwam, kostte het gas 17 cent en
de electriciteit 35 cent. In 1912 trok men uit de gasfabriek
229.000, tegen een hoofdelijken omslag van 4 ton; 55%
was de verhouding dus. In 1928 bedroegen wiust en retributie
van het gasbedrijf 275.000.tegen de hoofdelijke omslag
1 900.000; toen was de verhouding dus 15%. Het is dus
niet waar, dat Leiden hoe langer hoe meer op de bedrijven
is gaan steunen, integendeel is men er hoe langer hoe meer
van afgegaan. In 1912 was de opbrengst van de g as- en
electriciteitsbedrijven 355.000, tegen de hoofdelijke omslag
4 ton; de verhouding was toen dus 90%; nu is de ver
houding 53%. Leiden maakt daarbij geen slecht figuur, want
in Rotterdam is die verhouding 63 Bovendien heeft Leiden
een provinciaal bedrijf, dat een groot aantal klanten heeft,
ook buiten de gemeente. Dat is een lichtpunt en laat men
nn dat mooie bedrijf niet in den grond boren. De voorstellen
van den heer van Eek, om den gasprijs met 1 cent en den
electriciteitsprijs met 2 cent te verlagen, zullen voor de
bedrijven funest zijn. Het is niet waar, dat de kleine gezinnen,
de kleine afnemers, de armlastigen mede bijdragen in die
winst. Door het eenheidstarief van 9 en 20 cent, waarin
begrepen de distributiekosten, is er een sterke progressie
voor de groote gebruikers; deze betalen de winst, maar ook
het verlies, dat op de kleine afnemers geleden wordt.
Er zijn 8200 gasverbruikers, die minder afnemen dan
280 M3. per jaar; dat is 40% van het totaal, waarop verlies
geleden wordt; 280 M3. is ongeveer de grens waar beneden
verlies geleden wordt. Verlagen wij den prijs met één cent,
dan krijgen die menschen gemiddeld 2.80 terug, en is dit
nu zoo'n verlichting van hun toestand?
In de verordening staat in artikel 7, dat de Directeur be
voegd is bij minder gebruik dan 200 M3. per jaar bij munt-
gasinstallaties het ontbrekende te laten bijbetalen. Van die
bevoegdheid heeft de Directeur tot nu toe geen gebruik ge
maakt. 1110 muntgasaansluitingen zijn in 1927 daarbeneden
gebleven; zij hadden gemiddeld 127 M3. verbruikt. Waar onze
kosten per aansluiting 17.60 per jaar bedragen, wordt er
op die kleine verbruikers veel geld toegelegd, n.l.ƒ51.000.
en bovendien 51.000.voor de muntgasinstallaties. Waar
het voor deze menschen ten slotte zou neerkomen op een
verlichting van één dubbeltje per maand, kunnen wij dat
geld beter uit de kas van het Burgerlijk Armbestuur geven.
Hetzelfde geldt voor de electriciteit. Alleen de leveranties
boven 140 K.W.U. per jaar beginnen winst op te leveren. Et-
zijn er zeer velen, die daar beneden blijven en die kosten
geld. Spreker wil daarin volstrekt geen verandering brengen;
ook hij meent, dat de bedrijven een sociale taak hebben en
het is van groot belang, dat in de hofjes en in de kleine
huisjes gas en electriciteit worden gebracht; daarom hebben
wij er ook een monopolistisch bedrijf van gemaakt. Men moet
evenwel goed de bedoeling van die bedrijven in het oog
vatten: goede waar voor weinig geld. Met den grondprijs van
9 cent is men al op den bodem; men kan niet lager en de
Directeur heeft, vóórdat hij om gezondheidsredenen naar Zwit
serland moest gaan spreker hoopt, dat hij hersteld zal
terugkeeren spreker bezworen onder geen omstandigheden
aan die 9 cent te laten tornen. Dit wil niet zeggen, dat aan
die tarieven niets te doen is; voorstellen tot technische her
ziening der tarieven, waardoor het gebruik per aansluiting
zal vermeerderen, dit zal ook gelden voor etalageverlichting
en voor groote gezinnen, al zal dit niet als criterium gesteld
worden, zijn in overweging en zullen spoedig bij de com
missie in bespreking komen. De tendenz zal zijn om zonder
aantasting van de grondslagen van het tarief en van de winst,
althans in beduidende mate, het zal iets kosten, maar door
stijging van het verbruik zal de winst weer stijgen de
tarieven te herzien. Laat de heer Heemskerk zijn voorstel
daarom terugnemen; binnenkort zullen Directie en Commis
sarissen met concrete voorstellen die zaak verbeteren en
herzien.
De heer de Reede noemde het storten van de overwinst
van de fabrieken in een fonds zelfbedrog. Dat is een krasse
uitdrukking, die onjuist is. Het is het opzijde leggen
van een bepaald bedrag voor zekere doeleinden. Dit bedrag
zal niet gebruikt worden voor openbare werken; niet zullen
voortaan alle verkeersverbeteringen daaruit betaald worden;
het sociale karakter zal integendeel op den voorgrond gesteld
worden; daaruit zullen betaald worden die voorzieningen,
waarvoor men niet kan leenen en die ook niet uit gewoon
betaald worden. Het is niet onmogelijk, dat een verkeers-
verbetering ook wel eens daaruit betaald zal worden, n.l.
wanneer die ook een sociaal karakter draagt; de Raad zal
daarover moeten beslissen. Verbetering b.v. van den Maresingel
is verbetering en verfraaiing van de stad en tevens een object
van werkverruiming. Bij rle instelling van dit fonds heeft bij
Burgemeester en Wethouders speciaal voor oogen gestaan de
vervanging van onbewoonbaar verklaarde woningen door
betere ter plaatse; het College hoopt, dat niet doorgegaan zal
worden met de uitholling van de binnenstad. Juist de meerdere
kosten dan de intrinsieke waarde bedraagt zouden uit dit fonds
kunnen worden bestreden.