GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
143
i\(ii:K«ni:\ stukken.
N°. 228. Leiden, 12 December 1928.
Overeenkomstig bet advies van de Commissie van Fabricage
geven wij Uwe Vergadering in overweging, de straat tusschen
de Wasstraat en de de Laat de Kanterstraat ten Oosten
van de Thorbeckestraat, en op de overgelegde teekening met
de letter A aangeduid, naar den vroegeren burgemeester van
Leiden „de Ridderstraat" te noemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 229. Leiden, 12 December 1928.
Bij zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven
verzoekt het bestuur van de R. K. Parochiale Jongens
scholen onder R. K. Parochiaal Kerkbestuur alhier mede
werking te verleenen tot verandering van de inrichting van
zijne school voor gewoon lager onderwijs aan de Haar
lemmerstraat 240.
Deze verandering van inrichting zal bestaan in het ver
beteren van de gelegenheid tot luchtverversching in dat
schoolgebouw. De daarmede gemoeide kosten worden ge
raamd op 150.Wij stellen ons voor nader met het
bestuur in overleg te treden aangaande de wijze, waarop de
gewenschte verbetering in de ventilatie kan worden verkregen.
Onder mededeeling, dat bij de aanvrage de wettelijke
voorschriften in acht genomen zijn, geven wij U in over
weging:
a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de
R. K. Parochiale Jongensscholen onder R. K. Parochiaal
Kerkbestuur alhier tot verandering van de inrichting van
het schoolgebouw aan de Haarlemmerstraat 240;
b. over te gaan tot vaststelling van den hierbij over-
gelegden begrootingsstaat, model D., groot 150.teneinde
ons College in staat te stellen de benoodigde gelden te zijner
tijd ter beschikking van het schoolbestuur te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 230. Leiden, 12 December 1928.
Het bestuur van het Departement Leiden van de Ne der-
landsche Maatschappij tot Bevordering der Pharmacie heeft,
bij zijn in de Leeskamer liggend schrijven, tot ons het
verzoek gericht, om het jaarlijksch honorarium van do
apothekers voor de levering van geneesmiddelen ten be
hoeve van de Stadspatiënten te verhoogen van 2.25 tot
2.40 per persoon boven 16 jaar.
Het bestuur grondt dit verzoek op de omstandigheid,
dat het contract door de besturen van de Leidsche Zieken
fondsen met de geneeskundigen en de apothekers aangegaan,
een wijziging heeft ondergaan, in dien zin, dat de bezoldi
ging van de geneeskundigen is gebracht van ƒ3.25 op ƒ4.
en het honorarium van de apothekers van 2.25 op 2.40.
Met de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst komt
het ons alleszins billijk voor, op het verzoek gunstig te
beschikken.
Immers, evenals ten aanzien van de geneeskundigen heeft
ook ten opzichte van de apothekers de bedoeling voorgezeten,
om beide categoriën te beloonen op de wijze, als bij de
Ziekenfondsen is geregeld.
In art. 30 van de verordening van 26 September 1927,
betreffende het verleenen van kostelooze genees- en heel
kundige hulp aan onvermogenden en den werkkring en de
bezoldiging van de Stads-geneesheeren te Leiden (Gem.blad
No. 14), komt deze bedoeling zeer duidelijk tot uiting. Daar
toch is bepaald „dat de Stads-geneesheeren, voor iederen te
hunnen name door den Geneeskundigen Dienst ingeschreven
onvermogende, eene vaste jaarlijksche bezoldiging ontvangen,
waarvan het bedrag gelijk is aan dat, hetwelk door de
besturen der te Leiden gevestigde Ziekenfondsen is vast
gesteld."
Automatisch stijgt dus nu de bezoldiging van de Stads-
geneesheeren.
Ten opzichte van de apothekers is dit niet zoo duidelijk
bepaald. Weliswaar staat in ons voorstel van 15 April 1922,
(Ingek. St. No. 127): „Ook het honorarium der apothekers,
dat gelijk zal zijn aan dat der Ziekenfondsen, lijkt ons niet
hoog", maar er volgt op: (ƒ2.25 per persoon boven 16 jaar),
en in de conclusie van ons voorstel, zooals dit door Uwe
Vergadering in hare zitting van 24 April 1922 is aange
nomen, is de som van 2.25 eveneens vermeld en ook in
de op 5 Juli d. a. v. met de apothekers gesloten overeen
komst.
Indien Uwe Vergadering derhalve met ons van meening
is, dat de apothekers ten aanzien van hun honorarium op
gelijken voet moeten worden behandeld, als de stads-genees
heeren, zal een wijziging van genoemd raadsbesluit niet achter
wege kunnen blijven.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien, overeenkomstig het
advies van de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst,
in overweging Uw besluit van 24 April 1922 te wijzigen in
dien zin dat het daarin sub a bepaalde, met ingang van
1 Januari 1929, zal luiden:
„dat de levering geschiedt tegen betaling van een jaar
lijksche vergoeding per persoon boven den leeftijd, van 16
jaren, waarvan het bedrag gelijk is aan dat, hetwelk door
de besturen der te Leiden gevestigde ziekenfondsen is vast
gesteld, terwijl voor inwonende kinderen beneden den leeftijd
van 16 jaren geen betaling verschuldigd zal zijn."
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 231. Leiden, 12 December 1928.
In haar hierachter afgedrukt adres verzoekt de afdeeling
Leiden van den Bond van Hótel-, Café- en Restaurant-
personeel in Nederland maatregelen te treffen, welke leiden
tot het sluiten van koffiehuizen, cafe's, restaurants en cabarets
op Oudejaarsavond des avonds om half tien uur.
Inwilliging van dat verzoek zou slechts mogelijk zijn na
wijziging van de verordening op vergunnings- en verlofs-
localiteiten en logementen, aangezien de Burgemeester thans
alleen de bevoegdheid heeft de hier bedoelde inrichtingen
op een vroeger uur dan middernacht te doen sluiten in
geval bij de in artikel 5 der verordening genoemde buiten
gewone omstandigheden drankmisbruik en tengevolge daar
van verstoring van de openbare orde te duchten is.
Het komt ons echter voor, dat voor eene dergelijke wijzi
ging geen voldoende termen aanwezig zijn, aangezien de
door adressante geweDschte sluiting niet door maatregelen
van overheidswege, doch door onderling overleg tusschen
werkgevers en werknemers behoort te worden bereikt.
Trouwens als gevolg van gepleegd overleg zijn reeds
meerdere exploitanten tot vervroegde sluiting op Oudejaars
avond of tot het zooveel mogelijk vrijaf geven van hun
personeel overgegaan en wij vertrouwen, dat, indien daartoe
van de zijde van het personeel algemeen het verlangen
wordt kenbaar gemaakt, de vervroegde sluiting zal worden
doorgevoerd in alle gevallen, waarin dit slechts eenigszins
mogelijk is.
Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering
mitsdien in overweging niet op het verzoek van adressante
in te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leitien.
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen de Afdeeling
Leiden van den Bond van Hotel-, Café- en Restaurant-
personeel in Nederland, ten deze domicilie kiezende Schelpen
kade 56, en vertegenwoordigd door de ondergeteekenden
J. H. Knaap en Ch. Vermey, resp. Voorzitter en Secretaris,
dat zij Uwen Raad verzoeken die maatregelen te willen
nemen, welke leiden tot het sluiten van Koffiehuizen, Café's,
Restaurants en Cabarets op 31 December (Oudejaarsavond)
des avonds om half tien uur,
dat adressante ter toelichting en motiveering van dit
verzoek het volgende onder Uw aandacht wil brengen.
Het is Uwen Raad, naar wij durven aannemen, bekend,
dat het personeel, werkzaam in dit bedrijf, zeer zelden in
de gelegenheid is bij bijzondere gebeurtenissen en feest
dagen, als b.v. Kerstmis, Nieuwjaar, enz., enz. in de huise
lijke kring door te brengen;
dat dit eveneens het geval is met de z.g. Oudejaars
avond, een avond, die ook voor onze Vakgenooten kan zijn
een avond van stemming, welke eens per jaar het gezins-