GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 133 IKOEKOHE^ STUKKEN. N°. 209. Leiden, 6 November 1928. Tengevolge van het aan de heeren A. J. P. Spiesz en S. de Boer Azn. in Uwe Vergaderingen van 30 April en 21 Mei j.l. verleend eervol ontslag als leden van de Schattings commissie, bedoeld in artikel 57 van de Wet op de In komstenbelasting 1914, moet Uwe Vergadering overgaan tot de benoeming van hunne opvolgers. Vermits het in het belang van de gemeente is te achten, dat de ambtenaar, meer in het bijzonder belast met de werkzaamheden betreffende de plaatselijke belastingen, in de bedoelde commissie zitting heeft, geven wij Uwe Ver gadering in overweging in de plaats van genoemden heer Spiesz, tot lid van de Schattingscommissie, bovenbedoeld, te benoemen den heer B. Ensingh, hoofdcommies ter ge meentesecretarie, afdeeling Financiën. Ter vervulling van de vacaturede Boer, vestigen wij, teneinde U de benoeming te vergemakkelijken, Uwe aandacht op den heer J. P. Creyghton, wonende Bijnsburgerweg 149 alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 210. Leiden, 7 November 1928. Evenals in de jaren 1925 en 1926, werd in de Kerstweek van 1927 aan gehuwden, kostwinners en alleenstaande per sonen, die hetzij door het Burgerlijk Armbestuur, hetzij door den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken werden ondersteund, een extra ondersteuning van 25 op de gewone uitkeeringen verleend. De kosten bedroegen in 1927 voor het Burgerlijk Armbestuur 896.10 en voor den Gemeen telijken Dienst voor Sociale Zaken 1392.01, dus in totaal 2288.11. Ook dit jaar zouden wij willen voorstellen, niettegenstaande de economische toestand eenigszins is verbeterd, een Kerst- uitkeering te verleenen. De kosten zullen vermoedelijk 2200.bedragen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging in de Kerstweek van 1928 een extra ondersteuning van 25 op de gewone uitkeeringen te verleenen aan gehuwden, kost winners en alleenstaande personen, die door den Gemeente lijken Dienst voor Sociale Zaken worden ondersteund en het Burgerlijk Armbestuur te verzoeken eenzelfde extra onder steuning te verstrekken aan de overeenkomstige categorieën van personen, die door dit bestuur worden ondersteund. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 211. Leiden. 12 November 1928. Het Burgerlijk Armbestuur heeft ons College bericht, dat het op de gemeentebegrooting voor het loopende jaar uit getrokken subsidie van 190.000.niet toereikend is om in de uitgaven met betrekking tot de ondersteuning van armlas tigen geheel te voorzien. Blijkens de in de Leeskamer ter visie liggende missive van genoemd bestuur wordt het meer benoodigde bedrag geraamd op 15.000. Vermits daartegenover op den post „Steun aan uitgetrokken werkloozen" een overschot wordt verwacht, kan de som van 15.000.worden gevonden door vermindering van dien post. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging met vaststelling van den hierbij overgelegden begrootingsstaat model E, dienst 1928, het subsidie van het Burgerlijk Arm bestuur over dat jaar nader te bepalen op ten hoogste ƒ205.000.— Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 212. Leiden, 12 November 1928. Bij zijn in de Leeskamer liggend adres verzoekt het bestuur van de afdeeling Leiden van de Vereeniging tot Verbetering van het Lot der Blinden in Nederland, een jaarlijksche subsidie uit de gemeentekas van f 1500. Beeds geruimen tijd heeft ons College besprekingen ge voerd èn met het bestuur der adresseerende afdeeling èn met het bestuur van de afdeeling Leiden van den Neder- landschen Blindenbond, omtrent de wijze waarop aan eenige daarvoor in aanmerking komende, te Leiden woonachtige blinden passend werk zou kunnen worden verschaft tegen behoorlijk loon. Uit een door ons ingesteld onderzoek is ons gebleken dat aan de oprichting van een inrichting tot werkverschaffing alhier niet valt te denken. De daaraan verbonden kosten zouden zoo exorbitant hoog zijn dat een te groot financieel offer zou moeten worden gebracht. Men denke slechts aan de kosten van localiteiten met verwarming en verlichting, de aanschaffing van materiaal en gereedschappen, het loon van den leider en ten slotte deloonen aan de blinden zelf uit te keeren, waar dan slechts tegenover staat de geringe opbrengst van het geproduceerde werk. Dat het vinden van een behoorlijk afzetgebied niet gemakkelijk is, zullen wij wel niet behoeven te zeggen. Maar bovendien moeten wij deze wijze van werkverschaffing ontraden, omdat zich onder de alhier woonachtige blinden slechts een 6 tal bevindt, dat voor dit werk in aanmerking kan komen, terwijl 2 anderen op andere wijze zullen moeten worden geholpen. De overige blinden zijn öf te jong of op vergevorderden leeftijd öf hebben reeds zelf een werkkring gevonden. De beste wijze van werkverschaffing lijkt ons daarom het verrichten van werk in de woning van de blinden zelf, z.g. „thuiswerk." De afdeeling Leiden van de Vereeniging tat Verbetering van het Lot der Blinden in Nederland nu is bereid deze werk verschaffing ter hand te nemen. Zij heeft zich reeds een reeks van jaren bezig gehouden met het verleenen van steun aan blinden en is dus uit den aard der zaak volkomen bekend met de omstandigheden van de Leidsche blinden. Zij zal trachten een geschikt lokaaltje te vinden als opslag plaats van materiaal en van het geproduceerde werk. Het vereischte materiaal ter vervaardiging van matten, enz. zal zij aan de blinden in hun woning verstrekken, het werk wordt afgeleverd in het bedoelde lokaaltje en wordt vandaar uit weer afgeleverd aan de koopers. De afdeeling is reeds in het bezit van een wagen, waarmede zij het werk aan de huizen der ingezetenen zal doen te koop aanbieden. De afdeeling zal zelf zorgen voor het benoodigde materiaal, doch het uit te keeren loon, dat op 4700.— wordt geschat, zal op andere wijze moeten worden saamgebracht. De afdeeling verwacht, dat zij aan contributies van wel dadige stadgenooten en aan de opbrengst van de vervaar digde artikelen een bedrag van 3200.zal kunnen bijeenkrijgen. Voor de dan nog ontbrekende 1500.roept zij den steun in van de gemeente. Wij meenen, dat hier inderdaad alleszins aanleiding bestaat dien steun te verleenen en op deze wijze mede te werken, om het lot der blinden te verbeteren. Het door de afdeeling vermoedelijk benoodigde bedrag berust echter uit den aard der zaak op vrij onzekere ge gevens, zoodat de van de gemeente gevraagde som wellicht slechts als een voorloopige moet worden beschouwd. Intus- schen kan thans met een bedrag van 1500.worden volstaan. Wij geven Uwe Vergadering dan ook in overweging te besluiten, om aan de afdeeling Leiden van de Vereeniging tot Verbetering van het Lot der Blinden in Nederland tot wederopzeggens een jaarlijksche subsidie uit de gemeentekas toe te kennen ten bedrage van 1500.onder voorwaarde dat de afdeeling jaarlijks vóór 1 April een verslag zal over leggen van hare werkzaamheden gedurende het voorafgaande jaar, alsmede een rekening en verantwoording van hare ontvangsten en uitgaven over dat jaar, benevens een be grooting voor het volgende jaar. Ten slotte zouden wij de subsidie willen doen ingaan op den dag, waarop de werkverschaffing een aanvang neemt. De vereischte begrootingsregelingen zullen te zijner tijd bij Uwe Vergadering aanhangig worden gemaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 213. Leiden, 12 November 1928. Bij Uw besluit van 13 Februari 1928 (Ingek. Stukken No. 39) werd aan de vereeniging Leidsche Belastingophaaldienst tot wederopzeggens, ingaande met het jaar 1927, een subsidie toegekend van ten hoogste 750.per jaar en wel x/a over de eerste 100.000.en l/4 over de tweede 100.000. van de geïnde sommen. Nu de dienst eenigen tijd heeft gewerkt, blijkt, dat met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 1