132 MAANDAG 30 JULI 1928. behandeld.Zijn de voorbereidende werkzaamheden al geëindigd, of moet daaraan nog begonnen worden? Eenige maanden geleden is verklaard, dat er hard aan gewerkt werd en dat het in een paar maanden tijds gereed zou zijn. Hoe staat het nu met deze zaak? De heer Tepe antwoordt, dat het Werkliedenreglement in eerste lezing gereed is, dat het echter nog eenige instanties moet doorloopen voor het komt, waar de heer Baart het hebben wil. De heer Baart merkt op, dat men hem dat al zoo dikwijls verteld heeft. De heer Tepe weet niet, of het altijd waar geweest is. In elk geval is het nu wel waar. De heer Manders wil, nu in de vorige vergadering de verordening op slooten en poelen gewijzigd is, de aandacht i vestigen op de slooten langs verschillende spoorlijnen, zooals aan den Morschweg en in de omgeving van den Haagweg. I Aan die slooten wordt nooit iets gedaan, zij zijn in sterke mate verontreinigd, en de gewijzigde verordening opent nu de mogelijkheid tot het nemen van de noodige maatregelen. Spreker wil daarbij den Hoogen Morschweg ter verbetering aanbevelen. Vooral bij den overgang over den spoorweg is hij zeer nauw. Naar spreker meent, hebben Burgemeester en Wethouders reeds hun aandacht op dezen weg gevestigd en reeds eenige perceelen ter plaatse aangekocht. Verbetering bij den spoorovergang kan heel gemakkelijk geschieden, ais de Spoorwegen medewerken. Aangezien hun belang zich daartegen niet verzet, zou men wel eenige pressie kunnen uitoefenen. De Singelwegen, die soms met groote gaten liggen, worden jaarlijks behandeld met teer. Het gevolg hiervan is, dat fiets rijders veel last ondervinden, doordat opspattend teer vlekken op hun kleeding veroorzaakt. Spreker weet, dat het onder houd dezer wegen een moeilijk vraagstuk is, maar meent, dat, wanneer aan die wegen wat meer aan arbeidsloon besteed werd, dit op den duur toch economischer zou zijn. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 10