71
onze meening stellig een dier onderwerpen ten aanzien
waarvan bedoelde zelfbeperking eisch is.
Niet alleen de aard van de uitgaaf dwingt tot deze erken
ning, doch ook de omstandigheid, dat, terwijl elders salaris
verlagingen plaats hadden, alhier de jaarwedden sinds de
zoo aanzienlijke verhooging in 1920 onveranderd gehand
haafd bleven
Nu in alle opzichten zuinigheid in het gemeentelijk beheer
een dringende eisch is, en met het oog op den financiëelen
toestand der gemeente velerlei zaken, die voorziening vor
deren, achterwege moeten worden gelaten of moeten worden
uitgesteld, achten wij het niet verantwoord, voor een doel,
waarvan de noodzakelijkheid zoo weinig in het oog springt,
een uitgaaf te doen, die de begrooting zelfs bij eene be
perkte toekenning als indertijd door den heer Dubbeldeman
werd voorgesteld jaarlijks met niet minder dan 40.000.
zou bezwaren. Trouwens Uwe Vergadering heeft meermalen
eenzelfde afwijzend standpunt ter zake ingenomen.
Aangezien ons College derhalve geen aanleiding kan
vinden een voorstel tot toekenning van een vacantietoeslag
aan het gemeentepersoneel bij Uwe Vergadering in te dienen,
is het uiteraard overbodig omtrent dit onderwerp nog het
advies van de Commissie voor het Georganiseerd Overleg in
te winnen. Wij geven Uwe Vergadering dan ook in over
weging de bovenaangehaalde motie van den heer Vallentgoed
niet aan te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 128. Leiden, 2 Juli 1928.
Tengevolge van het aan den heer P. Stapel verleend
eervol ontslag als Commissaris van Politie, werd deze be
trekking, vóór de in-functie-treding van den nieuwen titu
laris, door den hoofdinspecteur van politie, den heer W.
Balfoort, naast zijn eigen ambt waargenomen van 1 Augustus
1927 tot 1 Juli 1928.
Met het voorstel van den Burgemeester om, zooals in
dergelijke gevallen gebruikelijk is, den heer Balfoort ter
belooning van deze buitengewone diensten een gratificatie
toe te kennen en om deze gratificatie te bepalen op 1250,
in verband met het verschil tusschen de tegenwoordige
jaarwedde van belanghebbende en de minimum-wedde van
de betrekking van Commissaris en rekening houdende met
het feit, dat de heer Balfoort behalve het commissariaat
van politie ook zijn eigen betrekking is blijven waarnemen,
kunnen wij ons alleszins vereenigen.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan
den heer W. Balfoort ter beloouing van de door hem in
verband met de waarneming van de functie van Commissaris
van Politie bewezen buitengewone diensten een gratificatie
voor eens toe te kennen van 1250.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 129. Leiden, 2 Juli 1928.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat
ons College in openbare veiling de hand heeft kunnen leggen
op het perceel teelland nabij de Driftstraat, kad. bekend
gemeente Leiden Sectie K No. 593, groot 3070 M2. en op
de eveneens aldaar gelegen perceelen water en teelland met
schuur Sectie N Nis 206, 207 en 208, groot 1.05.39 H.A.
Voor genoemde terreinen bedraagt de koopprijs in massa
15 500. Hierbij komt wegens onkosten 1401.75, waarvan
de gemeente echter daar de aankoop plaats vindt in het
belang van de volkshuisvesting de registratiekosten ad
387.50 terugontvangt, zoodat de aankoop ten slotte in
totaal een bedrag van 16514.25 vordert of 1.21 per M2.
Aangezien de terreinen gelegen zijn in de onmiddellijke
nabijheid van de bebouwing aan en ter weerszijden van de
Driftstraat en verder grenzen aan gronden, die reeds eigen
dom van de gemeente zijn, is het bezit daarvan voor de
gemeente van belang.
Ook den aankoopprijs van ƒ1.21 per M2, achten wij voor
dit gunstig gelegen land aannemelijk.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging:
a. te besluiten tot den aankoop, in het belang van de
Volkshuisvesting, van de perceelen teelland, water en schuur,
kad. bekend gemeente Leiden Sectie K No. 593 en Sectie
N Nis 206, 207 en 208, alle gelegen in den Stadspolder en
te zamen groot 1.36,09 H.A., voor 15.500.
b. te besluiten de sub a bedoelde perceelen in te brengen
in het Gemeentelijk Grondbedrijf voor de koopsom, ver
meerderd met de kosten op den aankoop vallende;
c. over te gaan tot vaststelling van de hierbij overgelegde
wijziging van de begrooting van het Gemeentelijk Grond
bedrijf, dienst 1928, en van den mede hierbij gevoegden be-
grootings>taat, model D, dienst 1928, groot met inbegrip
van de veilingskosten 16901.75.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 130. Leiden, 2 Juli 1928.
Overeenkomstig ons praeadvies van 29 Februari j.l. (Ingek.
Stukken No. 55) besloot Uwe Vergadering op 5 Maart d. a. v.
medewerking te verleenen aan het bestuur van de Ver-
eeniging voor Christelijk Onderwijs alhier tot het verschaffen
van een gymnastieklokaal ten behoeve van zijne scholen
voor gewoon lager onderwijs aan de Pasteurstraat, hetzij
door beschikbaarstelling van de benoodigde gelden voor het
bouwen en inrichten van een nieuw gymnastieklokaal bij
die scholen, hetzij door beschikbaarstelling van een bestaand
gemeentelijk gymnastieklokaal.
Met het oog op de vrij aanzienlijke kosten van den bouw
van een gymnastieklokaal bij de scholen aan de Pasteur
straat, hebben wij, na Uw besluit, onze pogingen om te
geraken tot beschikbaarstelling van een bestaand gemeentelijk
gymnastieklokaal, voortgezet.
In de eerste plaats dan hebben wij onderzocht, of het
mogelijk zou zijn een van de gymnastieklokalen van de
scholen aan den Maresingel of het Schuttersveld ter be
schikking van het bestuur te stellen. Wij kwamen daarbij
evenwel tot de conclusie, dat op deze wijze geen bevre
digende oplossing kan worden verkregen, omdat het mede
gebruik tot vele bezwaren en moeilijkheden aanleiding zou
geven.
In de tweede plaats hebben wij overwogen of door inge-
bruikgeving van het gymnastieklokaal van het oude school
gebouw aan de Mare op redelijke wijze in de behoefte aan
een gymnastieklokaal voor de scholen aan de Pasteurstraat
kon worden voorzien. Ofschoon nu het lokaal aan de Mare
na verbouwing en herstelling nog wel in bruikbaren staat
kan worden gebracht, bleek ons reeds aanstonds, dat het
schoolbestuur aldus niet blijvend kan worden geholpen.
Immers, het geheele schoolgebouw zal volgens het ontworpen
uitbreidingsplan te zijner tijd moeten worden geamoveerd.
Aangezien derhalve te zijner tijd toch tot stichting van een
nieuw gymnastieklokaal moet worden overgegaan en het
schoolbestuur, blijkens zijn ter inzage gelegd schrijven
ernstig bezwaar heeft zoowel tegen ingebruikgeving van het
lokaal aan de Mare als tegen ingebruikgeving van de gym
nastieklokalen van de openbare lagere scholen op het Schut
tersveld en aan den Maresingel en het bestuur bovendien
volgens art. 80 der Lager Onderwijswet niet kan worden
verplicht een gemeentelijk lokaal in bruikleen te aanvaar
den, zullen, waar overdracht in eigendom aan het bestuur
van een dier lokalen o. i. niet mogelijk is, de benoodigde
gelden voor den bouw van een nieuw gymnastieklokaal
behooren te worden toegestaan.
Intusschen zal door ons al het mogelijke worden gedaan
om de kosten tot het strikt noodzakelijke te beperken.
Op grond van het vorenstaande geven wij U mitsdien in
overweging over te gaan tot vaststelling van den hierbij
overgelegden begrootiugsstaat, model D, groot ƒ29.000.
teneinde ons College in staat te stellen de voor de stichting
van een gymnastieklokaal bij de scholen voor bijzonder lager
onderwijs aan de Pasteurstraat benoodigde gelden te zijner
tijd ter beschikking van het schoolbestuur te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 131. Leiden, 2 Juli 1928.
Reeds geruimen tijd geleden gaf de Directeur van den
Geneeskundigen Dienst ons in overweging de noodige gelden
aan Uwe Vergadering aan te vragen voor het aanbrengen
van verschillende veranderingen in de perceelen Prinsen
straat N's 3 en 3a, krachtens raadsbesluit van 31 October 1921
(Ingek. Stukken No. 347), verhuurd aan de af deeling Leiden
van den Nederlandschen Protestantenbond en tevens in ge
bruik bij de vereeniging „Zuigelingenzorg".
Eerst thans is het ons mogelijk een daartoe strekkend
voorstel aanhangig te maken, aangezien, zooals U uit de
ter visie liggende stukken zal blijken, het overleg, dat met