56 N°. 112. Leiden, 11 Juni 1928. Tot voor korten tijd beschikte de Electriciteitsfabriek slechts over vier turbogeneratoren van verouderd type met een gezamenlijk vermogen van 12.000 K.W. In verband met de toeneming van de belasting en de noodzakelijkheid van het aanwezig zijn van de noodige reserves voor geval van sto ringen en voorts ook op grond van de minder goede economie van de oude machines besloot Uwe Vergadering den 4den December 1924 (Ingek. Stukken No. 320) de capaciteit der cen trale te vergrooten met een turbogenerator van 12.000 K.W. en het gezamenlijk vermogen der centrale mitsdien te brengen op 24.000 K.W. In den loop van het vorige jaar werd de nieuwe machine in gebruik gesteld; zij blijkt zeer goed te voldoen en geeft een aanzienlijke stroombe paring. Aangezien nu op grond van de uitkomsten der laatste jaren, gelijk Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in hun voor U ter inzage gelegd schrijven nader betoogen voor zeker kan worden gehouden, dat deze' toenemende beweging van de belasting zich in de toekomst nog verder voort zal zetten, is het zaak tijdig bedacht te zijn op vergrooting van de capaciteit der electrische centrale. Commissarissen achten hiervoor thans den tijd gekomen, opdat over het meerder vermogen nog voor deu aanvang van de hoogst belaste maanden van den winter 19291930 beschikt kan worden. De bedoeling is thans, de nieuwe machinekamer te ver lengen en daarin een nieuwe turbogenerator van 12.000 K.W. met bijbehoorende hulpmachines en verdere toebehooren te plaatsen. Het gezamenlijk vermogen wordt hierdoor gebracht op 36.000 K.W. De beide nieuwere machines, ieder met een vermogen van 12.000 K.W., zullen alsdan steeds in bedrijf zijn, waaraan in het bijzonder, zoodra de maximale belasting de 12.000 K.W. overschrijdt, behoefte bestaat, terwijl de oude, kleine machines als reserve voor geval van zeer ernstige defecten aan de nieuwe machines beschikbaar blijven. Om laatst vermelde reden is aan verlenging van de nieuwe machinekamer de voorkeur gegeven boven afbraak der oude machines en vervanging van deze door nieuwe van grootere capaciteit. Een en ander brengt met zich een vergrooting van het nieuwe ketelhuis, zoodanig, dat daarin nog twee ketels van gelijke capaciteit, als de beide laatst gebouwde, plaats kunnen vinden, en voorts den bouw van een nieuw schakel huis voor 10 000 Volt spanning van aanmerkelijk grooter schakelvermogen, dan het thans bestaande schakelhuis, dat als verdeelstation voor de stad met een spanning van 3000 Volt in gebruik kan blijven. Deze verschillende werkzaamheden behoeven niet alle tegelijk uitgevoerd te worden, doch kunnen verdeeld worden over 5 jaren, van 1929 tot 1933. Gelijk reeds gezegd, zal daardoor niet al'een een grootere capaciteit, doch ook een betere economie worden verkregen. In het bijzonder om laatstvermelde reden ook is afgezien van den bouw, reeds thans van een geheele nieuwe centrale buiten de stad, nu op het tegenwoordige terrein nog voldoende plaats voor uitbreiding beschikbaar is en ook na de nu voorgestelde uitbreiding nog beschikbaar blijft. Dit heeft bovendien nog het voordeel, dat later, indien te eeniger tijd toch tot den bouw van een nieuwe centrale zou moeten worden over gegaan, alsdan zal kunnen worden beschikt over de resultaten der snelle ontwikkeling, waarin de stoomturbinebouw en de bouw der stoomketels en stookinrichtingen zich thans bevinden, hetgeen op het oogenblik nog niet mogelijk is. Met de uitvoering van de voorgestelde werken zal naar raming een bedrag gemoeid zijn van 1.900.000.welk bedrag, gelijk gezegd, over een tijdvak van 5 jaren beschikbaar kan worden gesteld en wel in dier voege, dat ter zake van deze uitbreiding ten laste van de exploitatierekeningen over de jaren 1929 tot en met 1933 een telken jare hooger bedrag wegens kapitaalslasten (rente, afschrijving en storting in het vernieuwingsfonds) zal komen. Anderzijds staan hiertegen over de grootere inkomsten, welke v.n.l. ten gevolge van het grootere stroomverbruik, te verwachten zijn. Uit de nadere gegevens, welke dienaangaande in het rapport van Commissarissen voorkomen, zal Uwe Vergadering blijken, dat de voorgestelde kapitaalsaanwending het rendement van de fabriek aanvankelijk vermoedelijk eenige inzinking zal doen ondergaan, waarmee uiteraard ook bij de raming van de winst der fabriek, die in de gemeentekas vloeit, rekening moet worden gehouden, doch dat het bedrijf op den duur in staat is, niettegenstaande de uitbreiding van de kapitaal schuld zijn positie te handhaven, terwijl ook de belangen van de gemeentebegrooting de voorgestelde uitbreiding toe laten. Hierbij valt nog op te merken, dat het de bedoeling is, het nieuwe kapitaal niet uit het vernieuwingsfonds te putten, zoodat dit fonds geheel in tact blijft en een hechten steun voor het bedrijf blijft vormen. Onder verwijzing voor wat de verdere bijzonderheden betreft naar het rapport van Commissarissen en ondenmede- deeling, dat de Commissie van Financiën met het voorstel accoord gaat, geven wij Uwe Vergadering alsnu in over weging: a. ten behoeve van de uitbreiding van de Electriciteits fabriek met een turbo-generator, twee stoomketels en een schakelhuis met bijbehoorende hulpmachines en verdere toebehooren door vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat een bediag wan 1.900.000. ter beschikking te stellen; b. het sub a genoemde bedrag van 1.900.000.voorde daarbij aangegeven doeleinden aan de Electriciteitsfabriek als kapitaal te verstrekken, op te nemen in zoodanige ge deelten en op zoodanige tijdstippen, als noodig zal blijken, onder bepaling dat de fabriek aan de gemeente ter zake van het geleende kapitaal 5% rente per jaar zal betalen en voorts ieder jaar, te beginnen met het jaar, volgende op dat, waarin de gelden telkens worden opgenomen, 5% tot aflossing van schuld of kapitaalbelegging zal bestemmen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 113. Leiden, 12 Juni 1928. De afdeeling Leiden van de Christelijke Jonge Mannen- vereeniging-Padvinders heeft 'tot ons College het verzoek gericht om het speelterrein, gelegen achter de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, aan de Burggravenlaan gedurende een enkel uur per week te mogen gebriüken, waartegen wij geen bezwaar hebben. Adressante gaat met de door ons, in verband met den omvang van het gebruik, gevraagde vergoeding van '10. per jaar en met de aan de ingebruikgeving te verbinden voorwaarden accoord. In overeenstemming met het advies van de'Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging het speelterrein gelegen achter de Hoogere Burger school met 5-jarigen cur.-us aan de Burggravenlaan op een door Burgemeester en Wethouders te bepalen dag en uur tot wederopzeggens in gebruik te geven aan de Afdeeling Leiden van de Christelijke Jonge Mannenvereeniging-Pad- vinders tegen eene vergoeding van ƒ10.per jaar en verder onder de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 114. Leiden, 12 Juni 1928. Bij haar in de Leeskamer ter visie liggend adres d.d. 4 Mei j.l. verzoekt de Leidsche Duinwater Maatschappij over eenkomstig art. 10 der Statuten Uwe toestemming om een klein gedeelte van den aan de Maatschappij toebehoorenden grond onder Katwijk te mogen ruilen tegen een stukje grond van vrijwel gelijke grootte, eigendom van Mr. O. J. E. Baron van Wassenaer van Catwijck, zulks ten einde ter plaatse een rechte grenslijn te verkrijgen. Op de bij de stukken behoorende kaart zijn de te ruilen strooken, die tot het z.g. Beekland behooren, aangegeven. Tegen deze transactie bestaat noch bij de Commissie van Fabricage en den Commissaris der gemeente bij de Leidsche Duinwater Maatschappij, noch bij ons College bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan de Leidsche Duinwater Maatschappij toestemming te verlee- nen, om de haar in eigendom toebehoorende strook grond onder Katwijk, op de overgelegde kaart in roode kleur aangegeven, te ruilen tegen de op die kaart in gele kleur aangeduide strooken grond, in eigendom toebehoorende aan Mr. O. J. E. Baron van Wassenaer van Catwijck. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 115. Leiden, 12 Juni 1928. Evenals vorige jaren verzoekt het bestuur der Zwem- vereeniging „de Zijl" ook thans weder ten behoeve van een te houden volkszwemfeest op Zaterdag 28 Juli a. s. een subsidie uit de gemeentekas te mogen ontvangen. Het bestuur vraagt dit subsidie voor 1928 te stellen op ƒ150.— dat is 50.meer, dan in voorgaande jaren door de ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 2