58
MAANDAG 30 APRIL 1928.
c. tol verhuring van de bovenverdieping van het perceel
Nieuwe Mare No. '15, aan den Armenraad;
d. tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente
van de perceelen Os- en Paardenlaan, Sectie K, Nis. 1895,
2955, 3784 en 3786 en van een gedeelte van de perceelen
Os- en Paardenlaan, Sectie K, Nis. 2157, 2662, 457, 3430
en 3614;
e. tot verkoop van het perceel grond aan de Oltmansstraat
en de Potgieterlaan, Sectie O, No. 1213 gedeeltelijk, aan de
Roomsch-Katholieke Parochiale Jongensscholen onder Roomsch-
Katholiek Parochiaal Kerkbestuur en tot ingebruikgeving aan
dat Kerkbestuur van een gedeelte van het onverkocht, voor
straat bestemde gedeelte van het perceel Sectie O, No. 1213.
2°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van de goedge
keurde begrooting van den Wareukeuringsdienst, voor het
jaar 1928.
3° Mededeeling van Dr. F. J. Stuurman, dat hij de benoeming
tot Geneesheer-Directeur van de gestichten »Endegeest",
»Voorgeest" en »Rhijngeest" aanneemt.
4°. Mededeeling van Gedep. Staten, dat de beslissing op het
raadsbesluit, in zake de onderhandsche opdracht van het
maken, leveren, enz. van den bovenbouw van een nieuwe
Groote Havenbrug, wordt verdaagd.
50. Dispositie van Gedep. Staten ten gel.eide van de goed
gekeurde raadsbesluiten
a. tot verhuring van het perceel Lammermarkt 36 aan
N. Smit;
b. tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente
van een 4-tal strookjes grond respect, aan de Middelstegracht,
de Jan van Houtkade en de Mariënpoelstraat;
c. tot verkoop van een stukje grond aan de Zwijnhoorn-
steeg, aan IJ. Brandt.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adres van het Bestuur van de Nederlandsche Unie van
Chauffeurs en overig automobiel-personeel, aangesloten bij
den Centralen Bond van Transportarbeiders, in zake opneming
van bepalingen betreffende de loonen en de verdere arbeids
voorwaarden van het autobuspersoneel in de standplaatsver
gunningen.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders stellen voor
dit adres in hun handen te stellen ter afdoening.
De heer van Eck wenscht, dat het College hierover prae-
advies uitbrengt, aangezien in dit adres belangrijke onder
werpen worden aangeroerd in het belang der veiligheid van
het personeel, n.I. toezicht op de arbeidsvoorwaarden, op
arbeidsduur en op de loonen. Deze zaak in ingewikkeld en
lastig en moet eerst in den Raad komen alvorens een beslis
sing genomen wordt.
De Voorzitter zegt, dat deze zaak eigenlijk bij het College
behoort, dat standplaatsvergunningen geeft ter uitvoering
van de verordening op de Straatpolitie. Het verbinden van
voorwaarden aan vergunning voor standplaatsen en aan ver
gunning om te rijden met intercommunale bussen is intusschen
geregeld bij de wet en op 15 Mei a.s. treedt in werking een
Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 10 van de Wet
op de Openbare middelen van vervoer, waarin ten aanzien
van arbeids- en rusttijden voorschriften worden gegeven.
Ten aanzien van intercommunale bussen hebben Gemeenteraad
en Burgemeester en Wethouders derhalve geen bevoegdheid
deze zaak is geregeld in het Koninklijke Besluit; omtrent de
locale bussen zijn reeds bepalingen door Burgemeester en
Wethouders gemaakt; aan een vergunning is als voorwaarde
verbonden een werktijd van niet langer dan 8 uur. Het
College zal overwegen aan de hand van dit adres, of die
voorwaarden herzien moeten worden, maar de beslissing
daarover is aan het College, niet bij den Raad.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
2°. Verzoek van den heer Schüller om eenige vragen aan Bur
gemeester en Wethouders te mogen stellen in verband met den
plaats gehad hebbenden brand in de Oegstgeesterlaan.
De Voorzitter stelt voor het verzoek toe te staan en de
interpellatie te doen houden na afloop van de gedrukte agenda.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
3°. Voordracht van het Bestuur der vereeniging »de
Ambachtsschool'', ter benoeming van een lid van dat bestuur.
Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken.
4°. Verzoek van de Vereeniging van Bier-en Limonadehande
laren en Mineraalwaterfabrikanten, om de verordening tot
wijziging van die op de Winkelsluiting af te kondigen
onmiddellijk nadat zij is vastgesteld.
Zal worden behandeld bij punt 12.
5°. Schrijven van J. P. Verstraaten, in zake verkoop van
terrein aan den Hoogen Rijndijk.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen voor kennisgeving.
6°. Verzoek van den heer Sijtsma om in de Raadszitting
van 30 April a.s. eeaige vragen te mogen stellen, betreffende
de politie.
De Voorzitter moet ontraden den heer Sijtsma het ge
vraagde verlof te verleenen. Het betreft hier een onderwerp,
waaromtrent de Burgemeester aan den Raad geen verant
woording verschuldigd is. Spreker verklaart zich echter bereid,
in de hoop, dat de heer Sijtsma daarmede genoegen zal nemen,
naar aanleiding van de ingediende vragen bij de rondvraag
aan den Raad mededeelingen te doen.
De heer Sijtsma vraagt, of hij dan gelegenheid krijgt iets
over de zaak te zeggen.
De Voorzitter wijst er op, dat bij de rondvraag geen
sprake mag zijn van een debat, alleen van het stellen van
vragen door een Raadslid en de beantwoording door den
Burgemeester of een der Wethouders.
De heer Sijtsma zal, wanneer hij van zijn mede-Raads
leden geen steun krijgt, zich wel bij het standpunt van den
Voorzitter moeten neerleggen, maar hij zou het van het hoofd
der politie verstandiger vinden de Raadsleden te laten uit
spreken. Het publiek is in de zaak gemengd en als nu het
hoofd van de politie de bezwaren, welke naar aanleiding
van de verstrekte inlichtingen mochten worden gemaakt,
kon weerleggen, zou er rust komen in de gemeente. De zaak
is niet alleen geanimeerd door »de Politiebodemaar ook
door de vLeidsche Couranteen blad, aan het hoofd waarvan
staat een zoo voorzichtig en bezadigd man als de heer Wilmer,
die niet de groote trom zal roeren, als hij het belang van
de zaak niet intens voelt. Het is zoowel in het belang van
de gemeente als in dat van de politie, dat de zaak tot helder
heid wordt gebracht, en daarvoor is een bespreking in den
Raad gewenscht. Het is geenszins sprekers bedoeling het
hoofd van de politie, den waarnemenden commissaris of een
van de inspecteurs onaangenaam te zijn.
Spreker hoopt, dat de Raad hem, desnoods tegen den zin
van het hoofd van de politie, het gevraagde verlof zal ver
leenen. De Burgemeester kan dan toch antwoorden en dan
kiijgt ieder Raadslid de gelegenheid het zijne over de zaak
te zeggen.
De Voorzitter geeft, waar de heer Sijtsma bij zijn ver
zoek blijft, aan den Raad in overweging het verlof niet te
verleenen.
De heer Heemskerk meent, dat de Burgemeester als hoofd
van de politie, al zou de Raad zijn aanbod om de zaak bij
de rondvraag te behandelen eigenlijk met dankbaarheid moeten
aanvaarden, omdat het een onderwerp betreft, dat speciaal
tot, het gebied van den Burgemeester behoort, daardoor aan
het algemeen belang geen dienst bewijst. Deze quaestie, die ook
in sprekers fractie besproken is, heeft de gemoederen zeer in
beweging gebracht en het is zeer gewenscht en nuttig, dat
hierover een interpellatie gehouden wordt. Hoezeer spreker
ook toejuicht, dat de Voorzitter inlichtingen wil verstrekken,
deze zaak komt meer tot haar recht, indien er een interpellatie
gehouden wordt en zij niet even bij de rondvraag wordt
afgedaan.
De heer van Eck zegt, dat de Voorzitter de wet aan zijn
zijde heeft met zijn voorstel om deze interpellatie niet toe te
staan, aangezien hij volgens de heerschende opvatting niet
verplicht is als hoofd der politie daarop te antwoorden. Prof.
Oppenheim oordeelt daarover echter anders; volgens hem
behoort de politietaak van den Burgemeester tot het dage-
lijksch bestuur der gemeente en is de Burgemeester verplicht
daarvan verantwoording af te leggen. Maar de usance en de
opvatting der autoriteiten staan aan de zijde van den Voor-